Dit zijn de mooiste eilanden in Frankrijk
Van Normandië tot de Côte d’Azur: de mooiste eilanden in Frankrijk waar je een middag, enkele dagen of zelfs je hele vakantie kan doorbrengen.
Lees ook:
30 mooie minder bekende stadjes en dorpjes in Frankrijk
15 minder bekende plaatsen in Frankrijk
De mooiste dorpjes in Frankrijk
Ile d’Aix ligt voor de kust van het departement Charente-Maritime. Op dit kleine (3 kilometer bij 600 meter), autovrije eilandje wonen iets meer dan tweehonderd mensen. Toch heeft het op dit kleine oppervlak veel te bieden: vijf stranden, een mooi bos, kliffen en een versterkt dorpje.
Bekend is Ile d’Aix van twee dingen: Napoleon verbracht er zijn laatste dagen voordat hij verbannen werd naar Saint Helena en van het Fort Boyard waarop je een prachtig uitzicht hebt vanaf het eiland. In het huis waar Napoleon op het eiland verbleef is nu het Napoleon museum gevestigd.
Ile d’Aix
Lees ook: De voorlaatste halte van Napoleon
Ile d’Arz ligt in de Golf van Morbihan in Bretagne. Het is populair bij wandelaars omdat er een mooi kustpad ligt dat rond het hele eiland loopt. Behalve door de natuur met prachtige vergezichten over het water, passeer je ook statige oude villa’s, vissershuisjes en de fraai gerestaureerde getijdenmolen ‘Moulin de Berno’.
Ile d’Arz is maar 324 hectare groot en telt nog geen 250 bewoners. Het heeft een rijke geschiedenis. De sporen van de vroegste bewoners gaan al terug tot vierduizend jaar voor Christus. In zijn geschiedenis passeerden Kelten, Venetianen, Romeinen en Bretons. De bevolking leefde hoofdzakelijk van de visserij en daaraan dankt het eiland zijn bijnaam ‘Kapiteinseiland’.
Op Ile d’Arz ligt één hotel en één camping en een paar restaurants. Ook is er een museum – Musée Marins et Capitaines -, gewijd aan het vissersverleden.
Ook Ile aux Moines ligt in de Golf van Morbihan. De naam betekent letterlijk ‘monnikeneiland’. Die naam verwijst naar de monniken die het eiland in de achtste eeuw cadeau kregen van de koning van Bretagne. Het is groter dan het nabijgelegen Ile d’Arz en oogt heel anders: met de vele palmbomen, sinaasappelbomen en camelia’s hangt er een mediterrane sfeer. Het eiland wordt wel ‘de parel van de Morbihan’ genoemd.
Ile aux Moines is vrijwel autovrij, alleen enkele inwoners beschikken over een wagen. Het 3,2 vierkante kilometer grote eiland telt maar liefst 350 verschillende plantensoorten. Dat heeft te maken met het aangename klimaat dankzij de ligging aan een warme golfstroom. Het eiland is heel gemakkelijk te bereiken: na een boottochtje van vijf minuten ben je er.
Je kan Ile aux Moines te voet of op de fiets verkennen en onderweg telkens even stoppen bij een mooie baai of inham en genieten van de wijdse vergezichten.
Ile de Batz heeft, net als Ile aux Moines, een mild klimaat waar tropische planten en bomen kunnen gedijen. Het behoort weliswaar tot Bretagne, maar zodra je vanaf het vasteland het eiland betreedt, kom je in een heel andere wereld terecht.
Het iets meer dan drie vierkante kilometer grote Ile de Batz telt twintig stranden. Rondom het eiland ligt een twaalf kilometer lang kustpad dat je te voet of op de fiets kan afleggen. Het landschap is afwisselend ruig met granieten rotsen en liefelijk met tropische vegetatie en weilanden.
De belangrijkste bezienswaardigheden op Ile de Batz zijn de 44 meter hoge vuurtoren die je kan beklimmen, de Trou du Serpent waar de heilige bisschop Pol Aurélien een draak versloeg en de botanische tuin Jardin Exotique Georges Delaselle.
Belle-Île-en-Mer betekent letterlijk ‘mooi eiland aan zee’ en mooi is het zeker. Dat wisten ook de schilder Claude Monet en actrice Sarah Bernard al die er geregeld verbleven. Met een oppervlakte van 84 vierkante kilometer is Belle-Île-en-Mer het grootste Bretonse eiland. Het landschap is afwisselend: van fijne zandstranden en heidevelden tot ruige rotsachtige kustgebieden. Daartussen liggen havenstadjes met pastelkleurige huizen.
Een belangrijke bezienswaardigheid op Belle-Île-en-Mer zijn Les Aguilles: rotsformaties die als naalden boven de zee uitsteken.
Andere bezienswaardigheden op Belle-Île-en-Mer: de Citadel Vauban die aanvankelijk was bedoeld om het eiland te beschermen en daarna diende als gevangenis en tegenwoordig als hotel en museum, het fraaie havenplaatsje Sauzon, de ruige Côte Sauvage en enkele vuurtorens. Je bereikt het eiland na een boottochtje van 45 minuten vanuit Quiberon.
Bendor ligt voor de zuidoostkust van Frankrijk. Dit piepkleine eilandje is maar 0,08 vierkante kilometer groot. Het werd in 1950 gekocht door Paul Ricard, de bedenker van de Picard pastis, en op dat moment woonde er slechts één herder. Paul Ricard veranderde het eiland in een heus jetset oord waar beroemdheden als Gilbert Bécaud, Josephine Baker en Salvador Dalí vertoefden.
Tegenwoordig lijkt Bendor op een mediterraan park met mooi aangelegde tuinen, wandelpaden langs het water, kleurrijke huizen, kunstwerken, kleine musea en galerieën.
Bendor is heel gemakkelijk te bereiken. Na een boottochtje van zeven minuten ben je er.
Ook op het in Bretagne gelegen eiland Île-de-Bréhat sta je in krap tien minuten. Omdat de gevarieerdheid aan flora er zo groot is (te danken aan het subtropische klimaat), wordt het eiand wel ‘Ile aux fleurs’ genoemd. De bloem die er het meest opvalt is de paarse agapanthus (Afrikaanse lelie), maar er groeien ook mimosa, eucalyptus, aloë, camelia’s….
Île-de-Bréhat is niet al te groot met een lengte van 3,5 kilometer en een breedte van 1,5 kilometer. Auto’s mogen er niet rijden en het is dan ook een heerlijke plaats voor natuurliefhebbers en wandelaars.
Île-de-Bréhat bestaat eigenlijk uit een noordelijk en zuidelijk eiland met daaromheen nog een groot aantal mini-eilandjes. Het noordelijke deel is iets ruiger en daar vind je op het uiterste puntje de vuurtoren Phare du Paon, gebouwd in 1860. Het enige dorpje op het eiland is Le Bourg waar je terecht kan voor een hapje en een drankje.
Chausey is een archipel bestaande uit een groot aantal kleine eilandjes die behoren tot Normandië. Bij laagwater tel je ongeveer 200 eilandjes, bij vloed blijven er nog 52 over. Het grootste eiland is Grande Île van twee kilometer bij zevenhonderd meter. Veel mensen wonen er niet: in de zomer ongeveer dertig en in de winter nog minder. Je bereikt Chausey vanuit Granville waar het zeventien kilometer vandaan ligt.
Qua historische gebouwen is Chausey rijk bedeeld: een in 1866 in opdracht van Napoleon III gebouwd fort, een 39 meter hoge vuurtoren uit 1847, de torens van Baudry en Lambert uit de negentiende eeuw, een kapel uit 1850, een seinpaal uit 1867, een kasteel uit 1559 en het huis van de beroemde schilder Marin Marie (1901-1987).
Tussen de rotsen groeit een gevarieerde vegetatie op Chausey wat het landschap een uniek karakter geeft. Dieren, in het bijzonder vogels, komen er ook veel voor: van gekuifde aalscholvers tot grote mantelmeeuwen en van scholeksters tot dolfijnen.
Corsica is met zijn oppervlakte van 8.722 vierkante kilometer natuurlijk een heel pak groter dan de andere eilanden in dit overzicht. Je kan er dan ook met gemak een hele vakantie doorbrengen. Het bergachtige eiland heeft eigenlijk voor iedereen iets in petto: een prachtige kustlijn met heerlijke stranden, bosachtige bergen en hoogalpiene landschappen waar het GR20-wandelpad doorheen loopt (staat bekend als het mooiste wandelpad in Europa), schitterende kust- en bergdorpjes, archeologische sites en een heerlijke keuken.
Lees ook: Deze plaatsen moet je zien in Corsica
Een bijkomende reden om Corsica te bezoeken is het heerlijke klimaat: de zon schijnt er maar liefst driehonderd dagen per jaar. Zelfs in de winter is ht er nog zacht.
Gemakkelijk te bereiken is Corsica ook. Het ligt op 180 kilometer van de Zuid-Franse kust en op 80 kilometer van de Italiaanse kust. Je kan er vanuit diverse plaatsen met een ferry naartoe of met het vliegtuig.
Net als Bendor was ook L’ile des Embiez eigendom van Paul Ricard. Hij is begraven op het hoogste punt op dit eiland. En ook dit eilandje is met een oppervlakte van 0.9 vierkante kilometer piepklein. Het ligt vlakbij de stad Toulon in de Provence-Alpes-Côte d’Azur.
Op het moment dat Paul Ricard L’ile des Embiez in 1958 kocht, was er enkel een verlaten fort en uitkijktoren te vinden. Zijn doel was om er een toeristisch plekje van te maken waar de natuur de boventoon voert. Er zijn dan ook geen auto’s toegelaten en informatieborden langs de fiets- en wandelpaden herinneren de bezoekers er voortdurend aan hoe belangrijk de dieren- en plantenwereld is. Ook is het eiland een ‘Ligue de Protection des Oiseaux refuge’ (een beschermd vogelgebied).
Paul Ricard liet ook een aquarium op L’ile des Embiez bouwen: het Institut océanographique Paul Ricard waar je een duik neemt in het leven in de Middellandse Zee.
Les Iles du Frioul is een archipel voor de kust van Marseille die bestaat uit vier eilanden: twee grotere en twee kleine. Alleen de twee grootste – Pomègues en Ratonneau – zijn bewoond en met elkaar verbonden via een brug. Pomègues is het rustigste deel waar je al wandelend kan genieten van de bijzondere plantenwereld en van de vogels.
Vanuit Marseille stad je na een boottochtje van vijftien minuten op Les Iles du Frioul en je belandt meteen in een compleet andere wereld. Rust, frisse lucht, een wilde natuur met rotsachtige inhammen en kraakhelder water.
Wat is er verder te zien op Les Iles du Frioul? Het Château d’If met de gevangenis waarin de beroemde graaf van Monte Cristo gevangen zat, de ruine van het 19e-eeuwse Hôpital Caroline en de prachtige inham Calanque de la Crine.
Je zou bijna denken dat je je op een tropisch eiland in de Caraïben bevindt, maar Îles des Glénan liggen in Bretagne ten zuiden van Fouesnant. De archipel bestaat uit negen eilanden die allemaal onbewoond zijn. Er is wel een hostel met een beperkt aantal bedden. Daarom mag je er niet langer dan drie nachten verblijven.
Îles des Glénan maken in hun geheel deel uit van het Europese natuurwerk Natura 2000. De onderwaterwereld rondom de eilanden kan je verkennen vanuit een boot met een glazen bodem. In de zomer kan je er in een uitstekende zeilschool terecht om te leren zeilen. Ook kan je er dan duiklessen volgen.
Op Îles des Glénan groeit een bloem die nergens anders in de wereld voorkomt: de narcis van Glénan. Omdat deze bloem zo zeldzaam is, werd er een heel natuurgebied aan gewijd.
Groix is weer zo’n heerlijk Bretoens eiland waar zelfs een spreekwoord aan gewijd is: ‘Qui voit Groix, voit sa joie’ (Wie Groix ontdekt vindt zijn geluk). Het acht bij drie kilometer grote Groix heeft twee gezichten: een ruige westelijke kant en een vriendelijke oostkust.
In het verleden leefden de inwoners van Groix hoofdzakelijk van de tonijnvisserij. Deze nijverheid bracht grote weelde naar het eiland en uit die tijd stammen de witte vissershuisjes. Tussen de twee wereldoorlogen liep de tonijnenvisserij sterk terug. De geschiedenis van het eiland en de visserij kan je nu nog bekijken in het Ecomuseum.
Op Groix vind je uniek strand: het enige bolvormige strand in Europa. Ook uniek zijn de mineralen: er zijn meer dan zestig verschillende soorten gevonden op het eiland en daarom is het al sinds 1962 een mineralen natuurreservaat.
Bretagne is rijk aan mooie eilanden: de Molène archipel is nog zo’n voorbeeld. Molène ligt in Frankrijk’s meest westelijk gelegen departement met de toepasselijke naam Finistère dat letterlijk ‘het einde van de wereld’ betekent. Molène vormt samen met het nog iets westelijker gelegen eiland Ouessant en Île de Sein een UNESCO Biosphere Reserve.
Molène is een paradijs voor natuurliefhebbers. Rondom het grootste eiland dat toch maar 75 hectare groot is, liggen nog negen hele kleine eilandjes waar vogels en zeedieren zich thuisvoelen. Op het hele eiland is trouwens nergens een boom te vinden.
Op Molène ligt maar één dorpje, Le Bourg, met mooie witte huisjes en een oude kerk. Ook al heb je eigenlijk genoeg aan een halve dag om het hele eiland te bekijken, kan je hier toch blijven overnachten. Er is een hotel en enkele vakantiewoningen.
Ook Île d’Ouessant (ook Ushant Island genoemd) maakt deel uit van Finistère, maar ligt nog verder naar het westen dan Molène. Een oud zeemansgezegde luidt: ‘‘Qui voit Molène, voit sa peine, qui voit Ouessant, voit son sang’ (Degenen die Molène zien, zien hun verdriet, degenen die Ouessant zien, zien hun bloed’). Dat spreekwoord heeft te maken met de wateren rondom de eilanden die zeer moeilijk te bevaren zijn. Vroeger – en tegenwoordig nog op regenachtige dagen – had je hier echt gevoel aan het einde van de wereld te staan.
Île d’Ouessant is met een oppervlakte van 15,58 vierkante kilometer een stuk groter dan zijn kleine broertje Molène. Wanneer de zon schijnt, oogt het uiterst vriendelijk met rondom helder blauw water en uitbundige plantengroei.
Rondom Île d’Ouessant loopt een wandelpad van 45 kilometer lang. Onderweg kom je ongetwijfeld de van dit eiland afkomstige Ouessantschapen tegen, een van de kleinste schapenrassen ter wereld.
Ook Île de Sein ligt in Finistère, maar niet zover van de kust verwijderd. Een pontje brengt je eenvoudig vanuit Pointe du Raz over acht kilometer naar het eiland. Op het 58 hectare grote eiland ligt slechts een dorpje.
Over Île de Sein bestaan allerlei legenden: zo zouden er negen maagdelijke priesteressen gewoond hebben die over magische krachten beschikten. Ook speelde het een rol in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Alles over de lange geschiedenis van het eiland leer je in het Écomusée.
Île de Sein is uitzondelijk vlak: het hoogste punt ligt op slechts zes meter boven zeeniveau. Het enige dorpje op het eiland is zo mooi dat het een plaats heeft gekregen op de lijst met de mooiste dorpjes in Frankrijk.
Mont Saint Michel, op de grens tussen Bretagne en Normandië, heeft over bezoekers niet te klagen. Of eigenlijk wel, want met zo’n 3,5 miljoen toeristen per jaar is het te druk. Het boven de zee uittorende eiland met de indrukwekkende middeleeuwse abdij is dan ook ronduit schitterend. Het staat sinds 1975 op de Unesco lijst van werelderfgoederen.
De geschiedenis van het klooster op Mont Saint Michel gaat al terug tot de vijfde eeuw. Rondom het klooster liggen enkele steile trapstraatjes. Bij eb kan je naar het eilandje wandelen, bij vloed is het omringd door water, maar is het te bereiken via een brug.
Je kan Mont Saint Michel op verschillende manieren bereiken: te voet via een wandelpad, met een pendelbus vanaf de parkeerplaats op 2,5 van het eiland of met een paardenrijtuig. De Baai waarin Mont Saint Michel ligt kent de grootste getijdenverschillen in Europa. Het springtij is te zien bij volle maan en zeer de moeite waard.
Noirmoutier wordt in verband met het bijzondere microklimaat wel ‘Eiland van de Mimosas’ genoemd. Dit heerlijke 49 vierkante kilometer grote eiland ligt op zo’n zestig kilometer van Nantes en heeft alles te bieden voor een fijne vakantie: een grote keuze aan fiets- en wandelpaden, fraaie dorpjes, fijne zandstranden en schitterende vergezichten.
Noirmoutier is weliswaar te bereiken via een brug, maar heeft toch het echte eilandgevoel behouden. Typisch voor dit deel van Frankrijk zijn de bossen die doorlopen tot pal bij het strand. Een goed voorbeeld is het Plage des Dames omringd door Le Bois de la Chaise waarin mooie Belle Epoque villa’s staan.
Een derde van Noirmoutier bestaat uit zoutmeren die glinsteren in de zon. Daartussen liggen overal kleine bergjes wit zout.
Île d’Oléron is met een oppervlakte met 175 vierkante kilometer het op een na grootste Franse eiland (alleen Corsica is groter). Sinds 1966 is het via een 3027 meter lange brug verbonden met het Franse vasteland. Het ligt in het departement Charente-Maritime voor de westkust ter hoogte van Rocherfort.
Omdat het licht op Île d’Oléron zo bijzonder is wordt het wel ‘La Lumineuse genoemd. Je vindt er heerlijke stranden, pijnboombossen, kalkrotsen, maar ook moerassen en wijngaarden.
Omdat Île d’Oléron veel groter is dan de meeste andere Franse eilanden liggen er ook veel meer dorpjes en die hebben allemaal iets anders te bieden. Enkele bezienswaardigheden op het eiland zijn het driehonderd jaar oude Château-d’Oléron, historische gebouwen in het grootste stadje op het eiland Saint-Pierre-d’Oléron, het oesterdorpje Fort Royer en Chassiron vuurtoren.
Île de Porquerolles met zijn prachtige stranden ligt voor de Cote d’Azur en vormt samen met Levant en Port Cros de Hyères eilanden. Je kan er heerlijk fietsen en wandelen want er zijn geen auto’s toegelaten op het eiland.
De echtgenote van de Franse president Georges Pompidou zorgde ervoor dat het Île de Porquerolles niet is veranderd in een vakantieresort door haar man over te halen het eiland namens de staat te kopen en er een beschermd natuurgebied van te maken.
Een aanrader op Porquerolles is de wandeling naar de vuurtoren van waaraf je een schitterend uitzicht over het hele eiland en de zee eromheen hebt. Leuk is ook om de overtocht naar het eiland in een bootje met een glazen bodem te maken. Dat kan enkel in de zomer.
Een leuk uitstapje vanuit Île de Porquerolles, zeker voor wandelliefhebbers, is een bezoek aan het nabijgelegen eilandje Port Cros met zijn ongeschonden natuur. Alhoewel het eiland maar zeven vierkante kilometer groot is, loopt er een wandelnetwerk van dertig kilometer over het eiland.
Op Port Cros staan drie oude forten die Koning Frans I (1494-1547) liet bouwen om het eiland te beschermen tegen aanvallen van piraten.
Sinds 1963 is het hele eiland Port Cros met de kust ervoor een nationaal park. Je zal er niet alleen geen auto’s, maar zelfs geen fietsers tegenkomen. Enkel te voet kan je je er voortbewegen.
Île de Ré heeft een zonnig microklimaat en ligt dichtbij La Rochelle in Charente-Maritime. Ondanks de populariteit heeft het eiland zijn authentieke karakter en mooie natuur weten te bewaren. Ile de Ré telt tien dorpjes met elk hun eigen sfeer die onderling met elkaar verbonden zijn via een fietspadennet.
Île de Ré is niet heel klein, maar met een omvang van ongeveer dertig bij vijf kilometer ook niet al te groot. Behalve de dorpjes met hun witte en pastelkleurige huizen, vind je er een paar schone zandstranden en in het binnenland fraaie wijngaarden en weilanden. Ook leuk om te bezoeken zijn de oesterkwekerijen of zoutwinningsgebieden.
Sinds 1987 is Île de Ré gemakkelijk te bereiken via een 3840 meter lange brug vanuit La Rochelle. Daarover heenrijden is al een belevenis op zich.
Het drie vierkante kilometer grote Saint Honorat ligt vlakbij de Zuid-Franse stad Cannes, maar de sfeer is in niets te vergelijken met de drukte in de stad. Het levensrimte op het eiland wordt bepaald door de monniken die wonen in het Lérins klooster.
De monniken wonen al sinds de vierde eeuw op Saint Honorat. Degenen die er nu wonen, heten je van harte welkom in hun klooster. Ze laten je met plezier zien hoe ze er wijnen en likeuren maken en vertellen je over de lange geschiedenis over hun eiland en het klooster.
Je kan ook een wandeling van zo’n twee uur over Saint Honorat maken en onderweg een duik in het water nemen, snorkelen of picknicken.
Het Normandische eiland Tatihou ligt zo dichtbij de kust dat je er bij eb vanuit het plaatsje Saint-Vaast-la-Hougue heen kan wandelen. Omdat het een heel belangrijk gebied is voor trekvogels, worden er maximaal driehonderd bezoekers per dag toegelaten.
Op Tatihou vind je een maritiem museum, botanische tuinen, een fort, de Vauban toren en een mooi vogelreservaat.
Aan het einde van de zomer wordt er ieder jaar een bijzonder festival op Tatihou georganiseerd: Traversées Tatihou met een mix van muziek, dans, film, fotografie en natuur.
Île d’Yeu ligt in de regio Vendée aan de ‘Côte Sauvage’ en is ruim 23 vierkante kilometer groot. Het eiland is bekend geworden door de gevangenis waarin maarschalk Philippe Pétain tussen 1945 en zijn dood in 1952 zijn levenslange straf doorbracht. Hij was tijdens de Tweede Wereldoorlog het hoofd van het met de Duitsers collaborerende Vichy-bewind.
Maar Île d’Yeu heeft ook veel moois te bieden: tussen rotsen gelegen zandstranden, uitgestrekte duinen, moerassen en bossen met eiken en dennen.
Enkele bezienswaardigheden op Île d’Yeu: het aan het water gelegen Vieux-château de l’Île d’Yeu, Port-Joinville (het grootste stadje op het eiland), het kleine vissersdorpje Port de la Meule, de Notre Dame de Bonne Nouvelle kapel en het Pierre Levée fort.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier