Geschiedenis
De Donau-vallei is al heel lang bewoond. De Kelten hadden een nederzetting op de plaats waar nu het paleis Belvedère ligt tot de Romeinen in de eerste eeuw na Christus hun gebied binnenvielen. De Romeinen richtten er een versterkte basis op die de naam Vindobona kreeg. Zo wilden zij de noordelijke grens van het Romeinse Rijk beschermen. Resten van deze nederzetting vind je nu nog op het plein Am Hof.
In de 5de eeuw trokken de Romeinen zich terug maar de versterkte burcht bleef. Er ontstonden zelfs dorpjes binnen de wallen, die langzaam versmolten tot één dorp. Hohe Markt ( nog altijd een plein in het huidige Wenen) vormde het middelpunt.
In de negende eeuw heerste hier Karel de Grote, dan de Magyaren en koning Otto I van Duitsland. De naam Wien was toen al ingeburgerd en kwam er in de 9de eeuw.
De Babenbergse hertogen kregen Oostenrijk in handen en zij riepen Wenen uit tot hun hoofdstad. Na de laatste Banberger brak er een turbulente periode voor de stad uit die pas eindige in 1282 toen Rudolf aan de macht kwam, lid van de Habsburgers.
De Habsburgers bleven tot aan het einde van de Eerste Wereldoorlog aan de macht en bezorgden Wenen een enorme culturele uitstraling. Zij verdedigden de stad twee keer met succes tegen de Turken. Maria Theresia en haar zoon Joseph II zetten in Wenen prachtige paleizen neer als Schönbrunn en Belvedère. Mozart, Beethoven, Schubert en Haydn beschouwden de stad als hun eigen tuin.
Hun hegemonie werd grondig verstoord door Napoleon die Wenen begin 19de eeuw binnenviel. Hij liet er alleen een spookstad van over. Maar na Napoleons ondergang herverdeelde het Congres van Wenen Europa. Wenen kon weer ademhalen.
Een echte bloeiperiode kende de stad onder keizer Franz-Joseph I die trouwde met Elisabeth (Sissi). Hij kreeg het Hongaarse Rijk in zijn bezit en werd dus keizer van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie. Franz-Joseph liet de Ringstraße heraanleggen, het Kunsthistorisches en Naturhistorisches Museum bouwen, onder hem kwam er de Staatsoper, het Burgtheater, … De Jugendstil nestelde zich hier.
In 1914 werd Franz-Ferdinand, de erfgenaam van keizer Franz-Joseph, vermoord in Sarajevo. Daarop ontstond Wereldoorlog I. Oostenrijk verloor die en zo kwam er een einde aan de macht van de Habsburgers en spatte het Habsburgse Keizerrijk uiteen.
Oostenrijk werd een bondsrepubliek met Wenen als één van de deelstaten. De stad verloor zijn aanzien van weleer. De socialisten hadden het er voor het zeggen – vandaar de naam Rotes Wien – terwijl in de rest van het land de conservatieven aan de macht bleven. Uit de conservatieve ideeën groeide een nationaal-socialistische doctrine die zich in de jaren dertig ontwikkelde. In 1934 kwam het tot een burgeroorlog, waarbij de sociaal-democraten vochten tegen de austrofascisten en de conservatieven.
De sociaal-democraten werden verslagen, Dolfuss greep de macht en richtte een fascistische staat op. Hij werd vermoord maar Oostenrijk werd in 1938 door de Anschluss deel van het Derde Rijk.
Voor Wenen brak een zeer zwarte periode aan. In totaal vermoordden de nazi’s 180.000 Weense Joden. Een hele reeks monumenten werd door bombardementen van de geallieerden vernietigd.
Na de oorlog werd Wenen opgedeeld in 4 bezettingszones: Frankrijk, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Rusland kregen elk hun deel. Het bestuur over de binnenstad (1. Bezirk) werd iedere maand afgewisseld.
In 1955 werd de bezetting opgeheven en kreeg Oostenrijk zijn onafhankelijkheid terug. In datzelfde jaar werd Oostenrijk lid van de Verenigde Naties.
Wenen vormt nu een bloeiende stad die sinds de val van de Muur in 1989, dé toegangspoort vormt voor de voormalige Oostbloklanden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier