Wie wearables zegt, denkt doorgaans aan knotsen van smartwatches of Oscarjurken die interageren met Twitter. Niets modieus aan zou je denken, maar toch kan er een lans gebroken worden voor een betere samenwerking tussen de functionaliteit van tech en de esthetiek van fashion.
‘Wearables‘ is een woord dat je doorgaans enkel pijnlijk hippe suits hoort bezigen. Ik zweer dat ik ooit eens een PR een koptelefoon een wearableheb horen noemen. Hoewel ontzettend sip – technisch gezien was dat statement er niet naast. Marketinggewijs ook niet. Wearables zijn hip. Ze zijn de toekomst. Maar de meeste wearables zijn bovenal nog steeds niet bijzonder wearable.
Dat mocht ik aan den lijve ondervinden toen ik kennis maakte met de nieuwste worp van Fitbit: de Fitbit Ionic. Het komt niet vaak voor dat een lifestylejournaliste een smartwatch test. Zeker niet wanneer die lifestylejournaliste met moeite de klok van haar microgolfoven ingesteld krijgt. In een democratische maatschappij is het echter belangrijk dat ook technologische onbenullen meekunnen met de nieuwste gadgets, en dus gespte ik enkele weken lang de nieuwste worp van Fitbit aan.
Ik kende Fitbit al van de fitnesstrackers die het merk succesvol voortbrengt. Weinig een bewegelijk iemand in mijn kennissenkring die geen Alta HR -al dan niet in trendy koperkleurige uitvoering- rond de pols heeft. He kleinood houdt stappen en hartslag bij en als je de moed hebt het ook in bed te dragen geeft het je slaappatroon weer. De Fitbit Ionic, de smartwatch van het Amerikaanse bedrijf, heeft al die functies en meer in een smartwatch gestoken waarmee het duidelijk de concurrentie met Apple en Samsung wil aangaan.
Eigen besturingssysteem en betaalmiddel
Met de Ionic pakt Fitbit uit met enkele interessante nieuwigheden, zoals een eigen besturingssysteem genaamd Fitbit OS en een bijhorende app gallery. Er is opslag voor 2,5 gig aan muziek en via de Fitbit Wallet kan je ook betalingen doen met je horloge – handig als je tijdens het lopen plots dorst krijgt maar geen geld bij hebt. (Fitbit moet voor België nog bekend maken met welke banken het in zee zal gaan). De GPS tracker en hartslagmeter werden geoptimaliseerd en er is een nieuwe feature die het zuurstof in mijn bloed zou moeten meten (vooralsnog niet operationeel, maar ongetwijfeld handig wannèèr het effectief werkt) en zoals het een smartwatch betaamt worden berichten en oproepen op je pols weergegeven. Gezien dat eigen besturingssysteem kan je niet reageren op die berichten en oproepen, maar het is fijn om op de hoogte te zijn? Denk ik?
Een tijdje was ik verslaafd aan het ding. Ik hield in allerlei mogelijke situaties mijn hartslag bij en ging als een bezetene op zoek naar manieren waarop ik mijn slaappatroon kon verbeteren. Dat zijn geen toepassingen die nieuw zijn voor Fitbit, maar voor een groentje als ik was het een wereld die open ging. Toch kan ik u op dit moment niet mededelen aan welke hartslag ik mijn vingers over het klavier jaag. De aap kwam uit de mouw toen ik mijn arm in mijn lievelingsblazer wurmde en het grijze rubber clashte met de donkerblauwe wol. Niet meteen wat Martin Margiela voor ogen had, en dus belandde de Fitbit op mijn nachtkastje. Om daar vervolgens braaf te wachten tot ik me nog eens in een sportplunje hees.
Er bestaat in de tech-wereld allicht een bijzondere plek in de hel voor mensen die jarenlange research van tafel vegen door simpelweg form over function te kiezen, maar op zich is het niet gek dat esthetiek een steeds belangrijkere component wordt in het ontwerpproces. Wanneer je een toestel maakt dat af en toe tegen je oor zit of in je hand ligt, dan is hoe het eruit ziet wel belangrijk, maar minder essentieel dan wanneer je technologie gaat ontwerpen die letterlijk deel gaat worden van je outfit. Van hoe je jezelf aan de wereld presenteert.
‘Het ziet er nog steeds uit als een gadget’
Het is dus ook maar logisch dat grote techbedrijven rekenen op het modieuze gepeupel om hun nieuwe snufjes te omarmen. Zo nam Google mode-ontwerpster Diane Von Furstenberg onder de arm, die in september 2012 de door haar gepimpte monturen van Google Glass op de neus van haar modellen plaatste tijdens haar voorjaarsshow.
Of Apple, dat twee jaar later plots handenvol fashion insiders uitnodigde op de presentatie van de Apple Watch in de befaamde Parijse concept store Colette en freebies uitdeelde aan mensen als Dior-designer Raf Simons en Vogue-hoofdredactrice Anna Wintour. Die laatste liet zelfs toe dat Apple een twaalf pagina-lange advertentie in haar blad plaatste, al mocht dat niet baten. Apple Watch kende nooit echt een doorbraak in de modewereld. Zoals Vanessa Friedman in The New York Times schreef: ‘het maakt niet uit of de Apple Watch het mooiste design heeft van alle smartwatches en smartbands, het ziet er nog steeds uit als een gadget.’
Ook ik voelde me met de Ionic rond mijn pols niet bepaald mezelf. Ik zag eruit als een fitnessinstructeur, iemand die voor het werk nog snel een paar baantjes trekt (kan je nu ook trouwens tracken, met die nieuwe Fitbit), iemand die het vooral belangrijk vindt dat kleding en accessoires praktisch zijn. Het clashte zo met mijn persoonlijkheid, het was zo duidelijk een uitsluitend ‘nuttig’ device dat het gedoemd was om in mijn vergetelheid te belanden, zelfs al was ik verknocht aan de functionaliteit ervan. Dat is frustrerend voor developers, want hun product wérkt — het slaagt er gewoon niet in om een brede doelgroep te bereiken zoals eerdere technologische advancements dat wel sneller deden.
Grootste uitdaging
Daarin schuilt ook de grootste uitdaging voor de fusie tussen mode en technologie. De mode-industrie draait op originaliteit en zelfexpressie, op accessoires die een look volledig kunnen transformeren, terwijl Silicon Valley net op zoek gaat naar dat ene device, die ene toepassing, die ene app die zoveel mogelijk mensen tegelijk aanspreekt. Gewoon een mode-ontwerper aantikken om je functionele product vorm te geven is een te simplistische strategie. FastCo Design beschrijft deze discrepantie perfect wanneer ze de smartwatch bespreken die Intel in samenwerking met Opening Ceremony op de markt heeft gebracht in 2014.‘When designing MICA, Opening Ceremony wanted a metal bracelet that felt luxurious. Intel’s engineers knew an all-metal band would interfere with the device’s tech components. Intel initially designed a square bracelet. Opening Ceremony nudged toward the oval. It took frequent conference calls to come to a design that satisfied both sides.The result of this collaboration is a fairly good-looking product that disguises a screen. If it were more fashionable, it would be less functional. If it were more functional, it would be less fashionable. It’s an economy of tradeoffs.’
Natuurlijk zijn er de afgelopen drie jaar ook wel mooie smartwatches op de markt gebracht. Gear S3 van Samsung en Moto 360 van Motorola hebben design duidelijk op de voorgrond geplaatst. Tegelijk zijn er ook mode-ontwerpers die technologie omarmen, zoals Iris Van Herpen die tech niet gebruikt om haar kleding functioneler te maken, maar om de esthetiek te bekomen die ze met klassieke stoffen niet overgebracht krijgt.
Maar nog al te vaak lijkt het alsof modeontwerpers en techbedrijven langs elkaar heen blijven praten. En dat is omdat wearables veelal verkeerd benaderd worden. Wanneer een product evolueert, bijvoorbeeld van desktop naar laptop tot smartphone, dan is het logisch dat je als ontwikkelaar gaat nadenken hoe je de functionaliteit kan meenemen en upgraden. Je gebruikt niet dezelfde software voor andere hardware, en als we smartphones zouden moeten gebruiken als ‘kleinere laptops die in je hand passen’ dan liepen we nu allicht niet allemaal rond met een device.
Waarom blijft men dan vastgeroest op het idee dat een wearable rond je pols of hoofd moet zitten? Waarom kunnen we geen functie toewijzen aan items waarvan de form al bewezen is? Liza Kindred, oprichtster van Third Wave Fashion, liet optekenen door Telegraph: “In order for people to adopt wearable tech, the tech must disappear and the item must be beautiful.”
Toekomst ligt in het textiel
Het is in ieder geval een interessantere weg dan polsbandjes tot in den treure op te leuken met Swarovski-steentjes, en dat besef begint langzaam maar zeker door te sijpelen. Eén van de meest interessante ontwikkelingen is ongetwijfeld de Commuter Trucker Jacket met Jacquard, een textiel doorweven met microvezels met “digital sensing capabilities” waarvoor het bedrijf samenwerkt met Levi’s. Google kwam op het idee door te kijken naar de structuur van textiel, die volgens hen bijna gelijkaardig is aan de structuur van de touchscreens van onze smartphones. Waarom niet proberen om een paar draden jersey te vervangen door het materiaal dat ze in de tech sector gebruiken?
De toekomst van wearables ligt dus niet bij de klassieke accessoires, maar in het textiel zelf. Dat bevestigt ook de opkomst van bedrijven als Third Wave Fashion en Manufacture NY, die investeren in slimme stof, nanotechnologie die verweven zit in de vezels van je kleding. Wearables die wearable zijn. Een bh die je lichaamstemperatuur regelt. Een shirt dat je postuur monitort. Een onderbroek die -we schrijven maar wat- aan de hand van remsporen je uitwerpselen analyseert en je gezondheid, cortisolniveau en dieet evalueert. En al die data samen gebundeld, in één handige app. Het is een volledige integratie, een vriendelijke overname, een échte fusie.
“Any sufficiently advanced technology is indistinguishable from magic.” — Andrew C. Clarke
Laat ons dus vooral niet focussen op hoe mode en technologie van elkaar verschillen, maar kijken naar hun gelijkenissen. De bal ligt in het kamp van sectoren die gestoeld zijn op geld, lef en wilde dromen. En laat dat nu exact zijn wat de wearables markt nodig heeft.
Fitbit Ionic korte review: een slim sporthorloge maakt nog geen smartwatch p>
+ Helder en gebruiksvriendelijk scherm p>
+ Meer dan degelijke GPS-functie p>
+ Automatische bewegingstracker p>
+ Registreert een uitgebreid assortiment aan sporten, waaronder voor het eerst ook zwemmen (is dus ook waterdicht) p>
+ Batterij gaat lang mee p>
– Het design p>
– Geen interactie met berichten of inkomende telefoontjes mogelijk p>
– Eigen app platform en besturingssysteem (Fitbit OS) waardoor apps zoals Spotify (nog) niet op de Ionic te installeren zijn p>
p>
Fitbit doet waar Fitbit goed in is: een heel goed sporthorloge maken. Zeker met de verbeterde hartslagmeting en de geïntegreerde workouts van Fitstar laat dit device de competitie op fitnessvlak ver achter zich. Het ‘smart’ gedeelte van de smartwatch valt echter een beetje tegen en het valt nog af te wachten hoe compatibel het horloge zal zijn met verschillende externe apps. Voor zij die op zoek zijn naar een echte smartwatch lijkt dit niet de beste optie, voor de veelsporter is dit horloge een droom. p>
Fitbit Ionic is vanaf 299 euro verkrijgbaar. p>
Een aangepaste versie van dit stuk verscheen eerder op TandemTech p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier