Katoenen draagtasjes: zege voor het milieu of ecologische ramp?

Totebags: zijn ze goed voor het milieu? © Getty
Lotte Philipsen
Lotte Philipsen Journalist KnackWeekend.be

Katoen, we dragen en gebruiken het bijna iedere dag in de vorm van ondergoed, T-shirts, denim en… totebags. Wat startte als duurzaam alternatief voor plastic zakken barstte al snel uit z’n voegen: bijna iedereen heeft een kast vol katoenen schoudertasjes. Is dat wel zo’n goed nieuws voor het milieu?

Katoenen totebags, waren ze eetbaar, je zou er een leger mee kunnen voeden. Je krijgt ze cadeau, schaft ze aan als boodschappentas of koopt ze op concerten. Hoewel de zakken een alternatief zijn voor wegwerp plastic tasjes, zijn ze ook niet volledig onschuldig. ‘Een katoenen tas moet maar liefst 131 keer gebruikt worden vooraleer die milieuvriendelijker is dan een single-use plastic zak. Dat blijkt uit een studie van de Britse Environmental Agency’, vertelt Niki de Schryver, oprichter van het duurzame modeplatform COSH!.

‘Veel mensen hebben verschillende katoenen zakken in huis liggen, die niet meer gebruikt worden en dat is zonde. Het is dus zeker slim om twee keer na te denken vooraleer je de volgende keer een gratis katoenen zak aanneemt.’ Als jij toevallig een plastieken herbruikbare winkelzak hebt liggen, hoef je die niet aan de haak te hangen en een katoenen exemplaar te kopen. Gebruik wat je al hebt rondslingeren.

Omdat katoen het meest wijdverspreide niet-eetbare gewas is en iedereen het in z’n kast heeft hangen, pluisden wij uit waar die milieuvervuilende naam vandaan komt.

– Ongeveer de helft van alle textiel is gemaakt van katoen.

– Op een halve eeuw tijd is de wereldproductie en -consumptie van katoen meer dan verdubbeld, tot ongeveer 25 miljoen ton.

– Katoenproductie vindt plaats in ongeveer tachtig landen. De grootste katoenproducerende landen zijn India, China, de Verenigde Staten, Brazilië en Pakistan.

– Katoen zorgt voor een inkomen voor meer dan 250 miljoen mensen wereldwijd.

– Van alle huishoudens die direct gelinkt zijn aan katoenproductie bevindt 90 procent zich in ontwikkelingslanden.

– De prijs die boeren krijgen voor hun katoen is volatiel en neemt structureel af sinds de jaren ‘80. Wat consumenten betalen voor katoen reflecteert dus vaak niet de échte prijs van zaadje tot draadje. Ook wanneer de prijs voor katoen stijgt – wat onder invloed van slechte weersomstandigheden, oorlogen en boycots recent is gebeurd – wil dit niet zeggen dat de boeren er meer geld aan overhouden.

– Er wordt geschat dat dwangarbeid en/of kinderarbeid in ongeveer 25 procent van de 75 katoenproducerende landen voorkomt. Het gaat zover dat een op vijf kledingstukken gemaakt van katoen gelinkt kan worden aan dwangarbeid. Een voorbeeld van deze praktijken is te vinden in de Chinese regio Xinjiang, waar systematische schendingen van de mensenrechten plaatsvinden tegen Oeigoeren, een moslimminderheid met Turkse achtergrond, en andere moslimminderheden. Ze worden gedwongen tewerkgesteld op de katoenvelden.

*bronnen: Clean Clothes Campaign, ILO, COSH.eco & Fairtrade International

Om op een positieve noot te starten: katoen bezit ook heel wat goede eigenschappen. Het is stevig, natuurlijk, veganistisch en biologisch afbreekbaar. Ook voelt het aangenaam op de huid. Toch heeft de pluizige plant ook een minder fraaie kant, die we in dit artikel toelichten.

Schadelijke stoffen

Wie zich een katoenveld voor de geest haalt, ziet heel veel witte bolletjes, deinend in de wind. Het ziet er misschien idyllisch uit, maar die zee van katoenbollen wijst op monocultuur. Dat wil zeggen dat er op hetzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas verbouwd wordt. Deze aanpak is niet goed voor de biodiversiteit en maakt de katoenplant ziektegevoelig. Katoenboeren hebben dus lapmiddeltjes nodig om de plant gezond te houden. Precieze data over hoeveel pesticiden, insecticiden en schimmelbestrijders nodig zijn voor de katoenteelt zijn heel moeilijk te berekenen, maar zeker is dat de katoensector een van de topverbruikers van chemische bestrijdingsmiddelen in de agrarische sector is.

Katoenteelt in China © Getty

‘Katoen is een heel grote afnemer van kunstmeststoffen, pesticiden en insecticiden, terwijl slechts 2.5 procent van de landbouwgrond gebruikt wordt voor katoen. De verhoudingen zitten dus scheef. Dit is zeer slecht nieuws voor de kwaliteit van de bodem en het water van rivieren, meren en de zee’, vertelt Bruno Van Steenberghe, oprichter van huishoudlinnenmerk Kalani en katoenexpert. ‘Het gebruik van kunstmeststoffen draagt bovendien ook bij aan klimaatverandering.’

95 procent van het katoen wordt geteeld op plaatsen waar de katoenboeren geen opleiding genoten hebben, waardoor ze vaak niet de juiste producten gebruiken en ook geen bescherming dragen

‘Voor de boeren en hun families zijn schadelijke stoffen uiteraard ook gevaarlijk. 95 procent van het katoen wordt geteeld op plaatsen waar de katoenboeren geen opleiding genoten hebben, waardoor ze vaak niet de juiste producten gebruiken en ook geen bescherming dragen’, legt Bruno Van Steenberghe uit. ‘Wanneer het water geïnfecteerd geraakt, kan dit heel ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken. Niet alleen voor de boeren, maar ook voor de gemeenschap. En als dit een ver-van-mijn-bed-show lijkt: deze gewassen worden ook geëxporteerd. Zo komen er giftige stoffen in onze kleding- en voedselstromen terecht.’

Soupeert katoen al ons water op?

Er wordt weleens met de vinger gewezen naar katoenboeren wanneer waterschaarste ter sprake komt. Voor een jeansbroek is immers gemiddeld 7000 liter water nodig. Voor een T-shirt tel je al snel 2700 liter. De hoofdmoot daarvan is nodig tijdens het teelproces van katoen. Deze getallen geven katoen de naam een enorm dorstige plant te zijn, maar daar moeten we een kanttekening bij plaatsen. De katoenplant is in theorie een gewas dat van droogte houdt en dat zich heeft aangepast aan moeilijke omstandigheden. Eigenlijk heeft een katoenplant om te overleven dus niet noodzakelijk veel water nodig, maar een grote teelt – en dus financiële opbrengst – vereist wel veel vocht. Hoe groter je de katoenbollen wilt, hoe meer water de plant nodig heeft.

De gemiddelde watervoetafdruk van katoen bedraagt wereldwijd 3.644 kubieke meter per ton – het equivalent van bijna 1,5 olympische zwembaden – maar de verschillen in waterverbruik tussen landen en regio’s zijn enorm. Zo kan katoen in de ene streek 4000 liter water per kilogram kosten, maar in een andere tot wel 22.000 liter per kilogram. Dat komt door de verschillende weersomstandigheden, de staat van de bodem en irrigatietechnieken.

‘Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen regenwater, wat we ‘groen water’ noemen, en water dat uit de bodem, meren of waterlopen onttrokken wordt, dit heet ‘blauw water’,’ aldus Niki de Schryver van COSH!. Landen met veel droogte hebben logischerwijs meer blauw water nodig om gewassen te telen dan landen waar de regen (groen water) regelmatig uit de lucht valt.

Bij slecht beheer kan katoen bijdragen aan overconsumptie van water, afhankelijk van waar en hoe het wordt geteeld.

De conclusie? Bij slecht beheer kan katoen bijdragen aan overconsumptie van water, afhankelijk van waar en hoe het wordt geteeld. Experts stellen dat merken en overheden hun verantwoordelijkheid moeten opnemen en boeren en lokale gemeenschappen moeten ondersteunen. Ook acties om klimaatverandering tegen te gaan zijn heel belangrijk in het vraagstuk hoe we waterschaarste kunnen voorkomen. De schuld bij de katoenboeren leggen, is dus te gemakzuchtig.

Satellietbeelden van het krimpen van het Aralmeer tussen 2000 en 2013 © Getty

Een frappant voorbeeld van hoe katoen voor droogte kan zorgen is het Aralmeer. Het meer, dat zich op het grensgebied van Kazachstan en Oezbekistan bevindt, was ooit het op drie na grootste zoetwatermeer ter wereld. Begin twintigste eeuw strekte het zich nog over 450 kilometer uit van zuidwest naar noordoost, met een breedte van 290 kilometer. Het landbouwbeleid van de jaren vijftig zorgde echter voor problemen. Het water van de Amu Darja en de Syr Darja, de twee rivieren die uitmondden in het Aralmeer, werd omgeleid en gebruikt voor de katoenteelt.

 Het gevolg? Het meer is geslonken tot slechts 25 procent van z’n originele grootte en de bodemkwaliteit is sterk achteruitgegaan. Het gebied waar vroeger zoet water met hopen voorhanden was, is verworden tot een zoutwoestijn. De ooit overvloedig aanwezige zoetwatervissen begonnen uit te sterven, waardoor de plaatselijke bevolking z’n broodwinning verloor.

 Het noordelijke Aralmeer in Kazachstan heeft intussen, dankzij werkzaamheden die zo’n zeventig miljoen dollar hebben gekost, terug genoeg zoetwatervis om te vangen en verhandelen. Het meer zal wellicht nooit meer z’n oorspronkelijke omvang krijgen, maar dankzij véél geld en moeite is het noordelijke Aralmeer dus niet meer volledig dood.

Beter bio?

Nog geen één procent van het wereldwijd geteelde katoen is biologisch. Volgens Bruno Van Steenberghe is biokatoen op vlak van milieu nochtans de beste keuze. ‘Biologisch katoen wordt gekweekt zonder genetische modificatie en er komen geen giftige pesticiden en insecticiden aan te pas. Wie biologisch katoen wil telen, mag enkel natuurlijke bestrijdingsmiddelen gebruiken. Ook op het watergebruik staan er limieten.’

Katoenveld in India © Getty

‘Omdat synthetische bestrijdingsmiddelen verboden zijn bij de productie van biokatoen, is de voedingsbodem gezonder en neemt die meer CO2 op uit de lucht,’ legt het COSH-team uit. ‘Vergelijk je het productieproces van conventioneel katoen met biologisch katoen, zie je dat het volledige proces van biologisch katoen de helft minder CO2 oplevert.’

De woorden biologisch en organisch betekenen in het Nederlands niet hetzelfde. Dit is wat men noemt een ‘false friend’ uit het Engels. Organic cotton wordt in het Nederlands vertaald als ‘biologisch katoen’. Aangezien organisch materiaal in onze taal betekent dat het van levende oorsprong is, zijn alle soorten katoen organisch, maar niet biologisch. Toch gebruiken sommige merken het woord ‘organisch’ wanneer ze biologisch bedoelen. Dit is zeker niet altijd vanuit kwade wil, maar check of ze een certificaat hebben zoals GOTS om zeker te zijn.

‘Merken die producten aanbieden van “biologisch katoen” zonder certificaat, verkopen meer dan eens een kat in een zak,’ legt Bruno Van Steenberghe uit. ‘Het klopt dat een certificeringsproces heel wat geld kost voor een ondernemer, maar als een merk zeker wil zijn dat het katoen biologisch is, zit er niets anders op dan die kost te betalen.’

Twaalf tot twintig procent van de landbouwgrond waar katoen geteeld kan worden is geschikt voor biologische landbouw.

Biologisch telen is niet evident voor katoenboeren. De opstart vraagt financiële middelen en de juiste kennis. Als boeren moeten starten met een uitgeputte grond, kan de opbrengst in het begin ook sterk tegenvallen. Goede ondersteuning is dus belangrijk om geen financiële aderlating te veroorzaken bij de omschakeling. Het kan tussen drie en zeven jaar duren vooraleer een boer de omschakeling volledig heeft gemaakt.

Bruno Van Steenberghe weet ons te vertellen dat er voor de biologische katoensector nog groeimarge is, maar dat honderd procent overschakelen helaas niet haalbaar is. ‘Twaalf tot twintig procent van de landbouwgrond waar katoen geteeld kan worden is geschikt voor biologische landbouw. Op de andere plaatsen ter wereld zijn de weersomstandigheden te slecht of zijn er te veel insecten aanwezig.’

Er is een grote ‘maar’ in dit verhaal: er wordt namelijk ook traditioneel katoen verkocht onder de noemer ‘biokatoen’. Dat weten we omdat er meer biokatoen verkocht wordt dan dat er wordt geteeld. Ten eerste zijn er merken die beweren producten van biokatoen te verkopen zonder dat ze gecertificeerd zijn. Ten tweede zijn er valse papieren in omloop. Waakhonden en journalisten, zoals Simon Ferrigno van Ecotextile News en een team van The New York Times, brachten dit schandaal aan het licht. Volgens hen is dit al gaande van 2008, maar kwam het pas recent aan de oppervlakte. Waarom deze fraude plaatsvindt? Heel wat modemerken willen uitpakken met biologisch katoen, maar er niet meer voor betalen. Ze zetten teveel druk op de keten, wat frauduleuze praktijken aanwakkert. Een overkoepelende digitale databank die informatie verzamelt over alle vormen van gecertificeerd biokatoen bestaat nog niet. De papieren documenten die moeten bewijzen dat het katoen biologisch is, kunnen te gemakkelijk worden vervalst en controles vinden te weinig plaats. In 2020 stelde ook de Global Organic Textile Standard (GOTS) dat ze fraude hadden ontdekt in hun keten. Laat dit echter geen reden zijn om certificaten links te laten liggen, maar om een beter en eerlijker systeem te eisen. Zo laten we de katoenboeren niet in de kou staan. Hieronder meer over welke certificaten je kunt vertrouwen.

Waar let je best op?

Alle experts zijn het erover eens dat officiële certificaten – ondanks hun tekortkomingen –  de beste leidraad zijn. En om het extra gemakkelijk te maken: zoek naar het GOTS-label als je biokatoen wil. ‘De parameters om dit certificaat te mogen gebruiken zijn streng. GOTS staat voor traceerbaarheid van de katoenvelden tot aan de eindklant,’ aldus Bruno Van Steenberghe. Met het GOTS-certificaat weet je meteen ook dat al het garen of textiel milieuvriendelijk geverfd wordt.’

OCS (Organic Cotton Standard), het andere bekende label voor biokatoen, biedt volgens Bruno Van Steenberghe en Niki de Schryver minder de garantie dat een katoenen product over heel de lijn duurzaam is dan GOTS.

Waar kijk je best naar als je inzit met je gezondheid? Zowel het GOTS-label als certificaten van REACH en Oeko-Tex garanderen dat het eindproduct geen resten van pesticiden of zware metalen zoals lood of cadmium bevatten. Geen schadelijke stoffen in je kleding is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor je huid.

Kies voor gerecycleerd katoen of GOTS-gecertficeerd biologisch katoen met het Fairtrade label als je op zoek bent naar een katoenen item met een minimale ecologische impact

‘Ben je op zoek naar een katoenen item met een minimale ecologische impact? Dan is onze tip om te kiezen voor gerecycleerd* katoen of GOTS-gecertficeerd biologisch katoen met het Fairtrade label’, aldus Niki de Schryver van COSH!. Het Fairtrade label zet zich in om stapsgewijs de rechten van boeren te garanderen. Dit doen ze met behulp van de Fairtrade minimumprijs en premie, die ervoor zorgen dat de gezondheid en de veiligheid van de gezinnen van de katoenboeren- en boerinnen wordt gegarandeerd. Daarnaast staat Fairtrade ook voor strenge milieunormen om de natuur te beschermen.’

© Getty

‘De uitdagingen voor de katoensector zijn niet enkel economisch en ecologisch, maar zeker ook sociaal’, klinkt het bij Koen Van Troos van Fairtrade Belgium. ‘Het aandeel Fairtrade-katoen dat verkocht wordt in België is momenteel niet zo groot, maar daar willen we absoluut verandering in brengen in de nabije toekomst.’

*Gerecycleerd katoen is milieuvriendelijker dan nieuw katoen. Wat als we die bergen katoenen totebags laten recycleren? Dat blijkt helaas niet zo simpel. Vooral prints gooien roet in het eten. Zelfs als een draagtasje in een verwerkingsbedrijf terechtkomt, zijn de meeste kleurstoffen die worden gebruikt om er logo’s op te drukken op PVC-basis en dus moeilijk of niet recycleerbaar. De gedrukte patronen moeten eerst uit de stof worden gesneden voor de rest van de tas gerecycleerd kan worden. Zo wordt er dus gemiddeld gezien tot vijftien procent van het katoen verspild en het recyclageproces bemoeilijkt. Bovendien is het niet mogelijk om producten te maken van honderd procent gerecycleerd katoen, omdat de kwaliteit daarvoor niet goed genoeg is.

Meer lezen over katoen of duurzame mode? Surf dan naar Cosh.eco en ontdek de blogs over modematerialen en de handige tool om een duurzame shoppingroute in jouw buurt te maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content