5 jaar na de ramp in Rana Plaza: is er iets veranderd in de mode-industrie?

Lieve Blancquaert trok samen met Jef Van Hecken van Wereldsolidariteit naar Bangladesh om er de huidige toestand op te meten © Lieve Blancquaert

Een gesprek met fotograaf Lieve Blancquaert, Jef Van Hecken van Wereldsolidariteit en Ben Vanpeperstraete van de Schone Kleren Campagne over de situatie in Bangladesh vijf jaar na de ramp van Rana Plaza.

Flanders DC polste bij Lieve Blancquaert , Jef Van Hecken en Ben Vanpeperstraete naar de omstandigheden in de textielsector in Bangladesh. Onderstaand artikel verscheen eerder in volledige versie op flandersdc.be. Lees het gesprek integraal op hun website.

The Accord on Fire and Building Safety‘ of kortweg het Akkoord werd in mei 2013 ondertekend meteen na de instorting van een kledingfabriek in Rana Plaza in Bangladesh en loopt volgende maand ten einde. Wat zijn de vaststellingen? Zijn er nieuwe doelstellingen onderweg? Heeft het Akkoord een toekomst?

In januari reisden fotograaf Lieve Blancquaert en Jef Van Hecken van Wereldsolidariteit naar Bangladesh om er de huidige toestand op te meten. Wij hadden een gesprek met hen, samen met Ben Vanpeperstraete van de Schone Kleren Campagne.

In juni 2017 zetten vakbonden en kledingbedrijven hun handtekening onder een verlenging van het Akkoord. Het doel van de verlenging is om de vooruitgang onder het eerste Akkoord te behouden en om bijkomende fabrieken te inspecteren en renoveren. Intussen hebben 140 kledingmerken en -ketens het nieuwe Akkoord ondertekend. Anderen kijken de kat uit de boom.

De Schone Kleren Campagne, een coalitie van ngo’s, vakbonden en consumentenorganisaties, roept de Belgische kledingbedrijven met productie in Bangladesh op om hun verantwoordelijkheid te nemen en nieuwe rampen zoals die van Rana Plaza te voorkomen. In oktober en maart kregen de bewuste bedrijven al een brief en op 24 april publiceert de Schone Kleren Campagne de lijst van bedrijven die het Akkoord hebben ondertekend en van diegene die dat niet hebben gedaan.

Lieve, je schoot in Bangladesh een aantal beelden. Hoe was die ervaring?

Lieve: ‘De ingestorte fabriek is opgeruimd, maar het trauma blijft. Het was een aanslag op hun veiligheid. Het hakt er echt in als je met de personen zelf te maken krijgt.

De ingestorte fabriek is opgeruimd, maar het trauma blijft.

Er heerst een enorm contrast tussen wij die in mooie winkels onze kledij kopen en de mensen die ze voor ons maken. Wij hebben daar vaak geen idee van. Er is natuurlijk al veel veranderd, maar die lonen moeten echt omhoog, want dat is wat het hele systeem in stand houdt.’

Jef, jij was op het moment van de ramp aanwezig in Bangladesh. Wat heb je zien veranderen in die vijf jaar tijd?

Jef: ‘De verandering zit hem vooral in de stenen en minder in de mensen. Dankzij het Bangladesh-akkoord zijn de werkomstandigheden van de mensen verbeterd, maar niet zozeer hun levensomstandigheden.

Het unieke zit hem daarnaast in het samenbrengen van al die kledingmerken: mensen zijn gaan beseffen wat veiligheid is.’

Wat zijn de belangrijkste positieve evoluties die jullie ondervonden?

Ben: ‘Er zijn minder incidenten en als ze dan toch plaatsvinden, zijn er minder doden. Vandaag heb je bovendien een discussie op sectorniveau en niet meer eentje die merk per merk wordt gevoerd, dat was vijf jaar geleden ondenkbaar.

Mensen hebben wel degelijk een stem, hun handtekening telt

In die discussies gaan we ook naar afspraken die bindend zijn. Er zijn veel merken opgestaan met het idee “Er moet iets veranderen!” en daar is transparantie belangrijk bij. Buiten Bangladesh zijn er schokgolven doorheen de hele industrie geweest.

Zo moeten merken als Primark nu ook buigen, net omwille van de consumentendruk. Het zijn deze verhalen die we in de schijnwerpers moeten zetten, mensen hebben wel degelijk een stem, hun handtekening telt!’

Hebben jullie ook negatieve evoluties ondervonden?

Jef: ‘Van de meeste negatieve evoluties waren we op de hoogte, zoals bijvoorbeeld de lage lonen, een pijnpunt dat blijft. Het enige dat nu grotendeels onder controle is, zijn de gebouwen, maar er is nog steeds een heel zwaar monitorsysteem wat mensen betreft. De kloof tussen hun werk- en leefomgeving wordt alleen maar groter, ze werken heel de dag in een cleane omgeving en dan moeten ze naar huis, naar hun sloppenwijken. Ook het werkritme is toegenomen.

De Europese Unie blijft nog steeds de grootste handelspartner van Bangladesh, maar zij grijpen niet in.

Daarnaast was na de ramp de vrijheid van werknemers om zich aan te sluiten bij een vakbond vergroot. De Europese Unie ging dat in partnerschap met de regering van Bangladesh oplossen, de wet zou worden aangepast en er zouden meer arbeidsinspecteurs aangenomen worden. Maar al die deadlines zijn niet gehaald.. Het management van de fabrieken maakt de vakbond nog steeds monddood.

De Europese Unie stond erbij en keek ernaar, waardoor de overheid van Bangladesh heeft geredeneerd dat ze het hun konden permitteren. De Europese Unie blijft nog steeds de grootste handelspartner van Bangladesh, maar zij grijpen niet in. Zij blijven geloven in een dialoog met Bangladesh, maar die doen wat ze willen en in ruil krijgt de EU goede handelsvoorwaarden en importkosten.’

Hoe zien jullie de komende jaren?

Ben: ‘Hopelijk zijn de komende drie jaar een echte verderzetting van het huidige akkoord enerzijds, anderzijds hopen we de inspectiefunctie voor een deel terug te geven aan Bangladesh, want dat is eigenlijk niet onze taak.

Daarnaast willen we orde op zaken stellen wat betreft de wetgeving naar bedrijven toe bij ons, het is hun verantwoordelijkheid om eerlijk te produceren.’

Lieve, was je voor de ramp in Bangladesh al op de hoogte van de werkomstandigheden binnen de kledingindustrie? En heeft zich dat ondertussen al vertaald naar je eigen kleerkast?

Lieve: ‘Ja, ik was op de hoogte van de toestand in Bangladesh, maar natuurlijk niet zo grondig als dat nu het geval is. Ik probeer dan ook alleen maar duurzame kledij te kopen, al is dat niet makkelijk door de weinige transparantie.

Er is bij ons een omkering in onze psychologie nodig: meer is niet beter. Ik vraag me toch nog altijd af waarom we zoveel moeten hebben. We moeten gaan voor kwaliteit en geen kwantiteit.’

Duurzaamheid mag niet gezien worden als een beperking.

Zijn jullie bang voor duurzaamheid als een hype of modeverschijnsel?

Ben: ‘We moeten die hype gebruiken om de sociale dimensie binnen te brengen. Het is een opportuniteit: de front runners moeten we gebruiken om de algemene standaard te verbeteren. Mensen willen met een gerust gemoed kunnen consumeren. Het zijn de bedrijven met middelen die dat minutieus moeten pakken. Duurzaamheid mag niet gezien worden als een beperking.’

Caro Haijen, Flanders DC

Dit is een ingekorte versie van het originele artikel van Flanders DC. Lees het volledige gesprek op flandersdc.be.

Lieve Blancquaert is een van de sprekers op het Fair Fashion Fest op 29 april in Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content