ZEVEN EN AL AAN DE YOGA

© Illustratie Pieter Van Eenoge

Steeds meer ouders blijken krampachtig op zoek naar mentale rust voor hun kinderen. Bieden yogasessies, mindfulnesstraining en filosofieles op kindermaat de oplossing?

En? Staan ze al op de lijst? ” Het is iets na acht uur ’s morgens. Ik ben druk bezig met het stallen van de fiets voor de schoolpoort als een duidelijk gehaaste moeder me aanspreekt. Ik val uit de lucht. De lijst? Moest ik mijn twee jongens inschrijven? En zo ja, waarvoor dan? “Vanaf volgende maand kunnen ze op yoga”, kijkt ze me aan. Ik bespeur opluchting in haar blik. “Oscar kan dat wel gebruiken. Ik krijg hem thuis maar niet rustig. En ook Ella loopt de laatste tijd als een tijdbommetje rond. Fijn dat een moeder van de school enkele yogasessies na de schooluren aanbiedt. Maar je moet snel zijn. Er is nogal wat interesse.” Waarop ze met stevige tred de school binnenstapt. Richting lijst op het grote communicatiebord, daarover is geen twijfel mogelijk. Ik neem mijn jongens bij de hand en kan mijn nieuwsgierigheid niet onderdrukken. En inderdaad. Een lange rij moeders én vaders staat met de pen in de aanslag, klaar om zoon of dochter te trakteren op hun allereerste yoga-ervaring. Ik kijk mijn oudste zoon van zeven in de ogen. “Wil je dat ook, op yoga?”, vraag ik hem. “Ik weet niet eens wat dat is, mama”, reageert hij. Waarna hij de speelplaats oprent, op zoek naar zijn vrienden. Even later fiets ik terug naar huis. Zonder de namen van mijn jongens op de lijst. Ik beken: heel even overvalt me een onbehaaglijk gevoel. Vanwaar die grote interesse? En doe ik mijn zonen tekort nu ik heb besloten om niet op het yoga-aanbod in te gaan?

Ik laat het rusten. Tot enkele dagen later de dochter van een vriendin komt logeren. Ook zij is zeven. Zo’n vijf minuten nadat ik mijn oudste zoon en zijn logeetje naar bed heb gebracht, ga ik stiekem nog even kijken. Mijn zoon slaapt. Zalig rustig. Het logeetje ligt stokstijf op haar bed. De ogen stevig dichtgeknepen maar duidelijk nog wakker. “Ik kan niet slapen”, bekent ze als ze me opmerkt. “De spaghettihouding maakt me rustig.” Een pakje ongekookte spaghetti doet ze na. Ze ademt in en spant haar lichaampje helemaal op. Van haar vingertjes tot haar tenen. Om dan langzaam weer uit te ademen. “En nu ben ik slappe gekookte spaghetti”, zegt ze. “Geleerd op de yoga.” Even later sta ik weer op de gang, mezelf afvragend wat er aan de hand is. Een vraag die de volgende ochtend alleen maar groter wordt. Mijn vriendin komt haar dochter ophalen. Gehaast. Vol stress. “Ik ga met Elias knuffelturnen“, vertelt ze me. “Maar ik ben al te laat.” Waarop ze haar dochter gebiedt om snel jas aan, sjaal om en muts op te doen. Knuffelturnen? Ik heb er nog nooit van gehoord. Knuffelen, ja. Dat doe ik dagelijks met mijn jongens. Op de bank. Of in het grote bed van mama en papa. En turnen? Oké. Ze turnen twee keer per week op school. Maar de combinatie is totaal nieuw voor mij. “Me-time voor mezelf. En voor mijn zoon”, gaat ze door. Geplande kwaliteitstijd. Omdat ze er thuis niet altijd de tijd voor vinden. En knuffelen blijkbaar gemakkelijker gaat als er een datum en uur op geplakt wordt. Ik schenk mezelf nog een koffie in en neem de krant. Vastberaden om tot de middag in kamerjas te blijven. Dat zijn mijn jongens duidelijk ook. Puzzelstukjes op tafel. Lego overal. Een zondag pur sang. Heerlijk.

MINDER HARD TRAPPEN

Een rondje googelen drukt me al snel met de neus op de feiten. Het aanbod aan initiatieven die onze kinderen mentale rust moeten brengen, is groter dan ooit. Kinderyoga, knuffelturnen, mindfulness for kids, filosofieles voor de allerkleinsten. Er zijn zelfs crèches die klantjes proberen te lokken met het aanbieden van baby-yoga. Vanwaar die booming business? “Ouders willen nu meer dan ooit het beste voor hun kind”, stelt kinder- en jongerenpsychologe Mireille Helderweirdt. “Ze zien met eigen ogen hoeveel prikkels hun kinderen dagelijks binnenkrijgen. Prikkels die een pak intenser zijn dan vroeger.” Dat is logisch: de wereld van onze kinderen is zoveel groter. Voortdurend in contact kunnen staan met elkaar en met de rest van de wereld, zij hebben het nooit anders gekend. Sociale media, computergames, 24 uur op 24 televisie. Omdat hun verwerkingssysteem de grote hoeveelheid niet kan verwerken, verdrinken ze in die overload aan prikkels. En gaan we als ouder krampachtig op zoek naar de juiste tools om hen die prikkels te leren absorberen en verwerken. “Er zijn heel wat wegen die dan naar Rome leiden”, aldus de psychologe. “Nog niet zo heel erg lang geleden moesten onze kinderen en masse naar de muziekschool. Muziek helpt om prikkels en emoties te verwerken. Het was een vaardigheid waarvan ouders hun kinderen wilden laten proeven. Net als turnen. Of voetbal. Het draaide toen al om de vraag: aan welke tool heeft mijn kind iets? Omdat mindfulness en yoga nieuwe tools zijn, krijgen ze nu veel aandacht. Naast die overdosis aan prikkels ligt de lat voor onze kinderen een stuk hoger. Ook op dat vlak is de maatschappij veranderd. We zijn in een stroom terechtgekomen waarin we de neiging hebben om steeds harder te trappen.”

De manier om dat op te lossen is simpel: laten we met zijn allen een beetje minder hard trappen. Maar dat gebeurt niet. Vergelijk het met drieduizend bezoekers op een muziekfestival die allemaal naar oordopjes grijpen. Hoe kunnen we dat oplossen? Zet het geluid gewoon wat zachter. Maar ook dat gebeurt niet. Dus ondernemen we allemaal iets als individu. “We zijn voortdurend bezig met schipperen tussen onze eigen weg vinden en toch aansluiting behouden met de maatschappij”, zegt Helderweirdt. “Een constante tweestrijd, ook wat onze kinderen betreft. Gedaan met die sociale media, zouden we ze kunnen opleggen. Het aantal prikkels zal gegarandeerd dalen. Toch is dat geen oplossing. Omdat onze kinderen nu eenmaal opgroeien in een maatschappij waarin die connectie met vriendjes en de wereld zo ongelofelijk belangrijk is. We kunnen die prikkels proberen te beperken. Maar ze vermijden zal ons nooit meer lukken. Als ouder blijf je kampen met twee vragen: ‘wat is goed voor mijn kind?’ en ‘hoe kan ik de weerbaarheid van mijn kind groot genoeg maken om te kunnen functioneren in deze maatschappij?’. Dus gaan we op zoek naar manieren om dat comfortabele functioneren van zoon of dochter te vergroten. Dan zijn initiatieven als yogales of mindfulnesstraining op kindermaat voor heel wat ouders nu even de hoop in donkere dagen. Ik ben ervan overtuigd dat sommige kinderen daar echt iets aan kunnen hebben. Maar zeker niet allemaal.”

NAAST DE KWESTIE

Wat is goed voor mijn kinderen? Die vraag stel ik mij ook. Ontzeg ik mijn zonen dan toch iets als ik ze de kans niet geef om wekelijks hun yogamatje uit te rollen of bij de mindfulnesstrainer langs te gaan? “Een begrijpelijke vraag”, knikt Filip Raes, hoogleraar psychologie aan de KU Leuven. “Maar ook wel jammer dat je ze als moeder stelt. Niets zo vervelend als anderen die jouw handel en wandel willen sturen. Maar ook dat ligt ongetwijfeld aan de tijdgeest waarin we om de haverklap te horen krijgen wat we wel en niet moeten doen. We mogen hier gerust spreken van een hype. Net zoals tennis destijds plots heel hip was. Of hockey. Nu is het alsof iedereen aan de mindfulness of yoga moet om te kunnen meedraaien in deze wereld.”

Zo ook onze kinderen. De hype begon een aantal jaren geleden, toen uit studies bleek dat mensen die een depressie achter de rug hebben beter beschermd zouden zijn tegen een nieuwe depressie als ze mindfulness volgen. De brede samenleving pikte dat nieuws heel snel op. Steeds meer trainers en hulpverleners maakten daar gebruik van. Ja, ook de minder betrouwbare exemplaren. Er kwam een wildgroei van alle mogelijke varianten. Je kunt het zo gek niet bedenken. Mindful eten, mindful rijden, mindful sms’en. Tot mindfulness voor katten en honden. De boeken over mindfulness waren plots niet meer te tellen. Terwijl je echt wel genoeg hebt aan één boek over mindfulness om de levenswijze door te trekken naar andere domeinen in je leven.

“Ook ik blijf als wetenschapper met een dubbel gevoel zitten als het om de mindfulnesshype gaat”, vervolgt Raes. “Onderzoek toonde aan dat mindfulness voor sommige mensen waardevol kan zijn. Mensen die met stress, angst en depressie kampen bijvoorbeeld. Mensen die te vaak en te veel piekeren. Mindfulness kan dat piekeren intomen en kan bepaalde mensen zeker ten goede komen. Maar om nu te zeggen dat iedereen aan de mindfulness moet. Nee. Mindfulness is geen kuur voor alles. Bovendien zorgen dergelijke hypes ook voor uitwassen die we liever niet zien. Mensen die mindfulness aanbieden, maar niet op een correcte of integere manier. Mensen die de mindfulnessreputatie schaden. Het gevaar bestaat dat we mindfulness op den duur gelijkstellen met allerlei alternatieve en niet-wetenschappelijk onderbouwde praktijken. Dat kan en mag de bedoeling niet zijn. Mindfulness is geen must voor iedereen. Net zoals ook yoga dat niet is.”

Dus voel je niet slecht als je je kind niet naar de yogales stuurt of voor de mindfulness-les inschrijft. Zeker voor de allerkleinsten op de lagere school is het ook ontwikkelingspsychologisch te vroeg om met zoiets als mindfulness te beginnen. Omdat ze dan nog niet in staat zijn om de eigen piekerende gedachtegang te observeren. En net dat is de voorwaarde om op de juiste manier te ‘mindfulnessen’. Ze kunnen het misschien wel leuk vinden maar het loopt zijn doel mis. “Ik ben ervan overtuigd dat de mindfulnesswind wel weer zal gaan liggen. Hopelijk wordt het dan iets waardevols voor de mensen die het écht nodig hebben”, aldus de professor. “Voor adolescenten die met een depressie kampen bijvoorbeeld. Of voor personen die steeds weer in dat piekerstraatje terechtkomen. Maar voor kleinere kinderen hebben we momenteel nog geen overtuigende aanwijzingen dat het hun veel oplevert. Wat yoga betreft, zijn er eerste voorzichtige aanwijzingen dat het voor sommigen een positieve invloed heeft op hoe ze zich voelen. Maar dat onderzoek staat nog veel meer in zijn kinderschoenen dan het onderzoek naar mindfulness. Dus nee, niet iedereen moét aan de yoga. En ook de hype rond yoga en dan kinder-yoga in het bijzonder zal niet blijven duren. Geef het gewoon nog even tijd.”

EEN EXTRA MOETJE

Een geruststelling voor moeders als ik, die uiteraard alleen maar het allerbeste voor hun kinderen willen maar toch wel eens twijfelen aan wat dat allerbeste dan precies betekent. Ik kan me niet herinneren dat ik mijn moeder ooit heb zien twijfelen op dat vlak. Ze had er ook de tijd niet voor, met zes kinderen in huis. Alles leek toen eenvoudiger. En dat was het ook, zegt ze me soms zelf. Vader uit werken, zij thuis, de kinderen naar school. Om na de laatste bel meteen naar huis te vertrekken en de rest van de tijd samen met broers, zussen en mama door te brengen. We speelden wekelijks gezelschapsspelletjes terwijl ikzelf de neiging heb om mijn zonen op andere gedachten te brengen als ze voor de zoveelste keer met de monopoly-doos of het vier-op-een-rij-bord naast mijn bureau staan. Of ik ging buiten spelen. Met vriendinnen in de straat. Of op de fiets richting park. ‘Voor donker thuis’ was de enige afspraak. Alsof alles ook veel duidelijker was. Voor mezelf als kind. Maar zeker voor mijn moeder. “Dat was het ook”, beaamt pedagoog Pedro De Bruyckere. “Omdat we het als ouder vandaag de dag ook vaak niet meer zo goed weten. De opvoedingsonzekerheid lijkt groter dan ooit. Misschien omdat we minder kinderen hebben en het daarom net heel goed willen doen? Dus willen we hun ook van alles aanbieden. Naar de jeugdbeweging voor de sociale vaardigheden. Naar de sportclub om het lichaam fit te houden. Naar de muziekschool omdat ook cultuur niet in het aanbod mag ontbreken. En langzaamaan slibt de agenda van zoon of dochter helemaal dicht. Een op de drie kinderen tussen tien en veertien jaar kampt met stress. En dan gaan we met zijn allen op zoek naar manieren om die stress op te vangen en te verwerken. We grijpen naar mindfulness, meditatie of yoga. Alweer een extra ‘moetje’ in de agenda. Sommige ouders zijn ervan overtuigd dat een goede ouder zijn kind alle kansen geeft en zijn agenda moet volproppen. Van dat idee moeten we dringend afstappen.”

“Vorige generaties kenden minder dergelijke georganiseerde activiteiten op vaste tijdstippen”, gaat De Bruyckere verder. “Zo hadden kinderen veel meer vrije ruimte. De ruimte om dingen te ondernemen los van de ouders. Ik hoorde ooit de volgende boutade: ‘Honderd jaar geleden kon je als kind zeven kilometer uit de buurt van je ouders zijn. In de jaren zestig was dat nog zevenhonderd meter. Nu is dat zeven meter.’ Een spijtige evolutie, die alleen maar in de hand wordt gewerkt door initiatieven als mindfulness, yoga en filosofie voor kinderen. Nogmaals, ik ben daar niet tegen. Maar gunnen we onze kinderen niet beter wat rust in plaats van hen rust aan te leren door middel van dergelijke zenactiviteiten?”

Tekst Barbara Claeys & Illustratie Pieter Van Eenoge

Ze ademt in en spant haar lichaampje op van haar vingertjes tot haar tenen. Om dan langzaam weer uit te ademen. “Nu ben ik slappe gekookte spaghetti”, zegt ze

Er kwam een wildgroei van alle mogelijke varianten: mindful eten, mindful rijden, mindful sms’en. Tot mindfulness voor katten en honden

“De opvoedingsonzekerheid lijkt vandaag groter dan ooit. Misschien omdat we minder kinderen hebben en het daarom net heel goed willen doen?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content