Zo leef je aangenamer volgens psycholoog Steve Biddulph: ‘Wat ons leven waardevol maakt, zijn anderen’
Miljoenen boeken verkocht de Australische psycholoog Steve Biddulph al. Over meisjes en jongens opvoeden, over mannelijkheid en relaties. In Fully Human gaat hij op zoek naar hoe we brein, lichaam en emoties kunnen laten samenwerken voor een aangenamer leven.
Wat heb je nodig om gelukkig te zijn? Het is volgens de Australische psycholoog Steve Biddulph een goed idee om die vraag af en toe te stellen, want het confronteert ons met de vaststelling dat we geluk te vaak verbinden aan een doel: we zullen gelukkig zijn als we de liefde van ons leven gevonden hebben, tien kilo zijn afgevallen, de kinderen zijn afgestudeerd of als we met pensioen zijn. Dat is de schuld van het christendom en zijn uitgestelde hemel, zo schrijft hij in zijn nieuwste boek Fully Human. “Zoals ik ooit op een postkaartje uit de Himalaya las: ‘Er is geen weg naar gelukkig zijn, gelukkig zijn is de weg.'” Geitenwollensokkenalert, denk je nu. Tijdens het lezen van Biddulphs boek zijn er inderdaad momenten waarop er wat patchoeli komt aangewaaid, maar de man combineert op een interessante manier inzichten uit de psychologie en de neurologie.
‘Zelfs op intense momenten, huilend in iemands armen of luid roepend, kun je een soort toeschouwer zijn en observeren wat er aan de hand is. Dat is de sleutel tot emotionele intelligentie’
De wereld is een zootje, schrijft u. We zien onszelf als een succesvolle diersoort, maar onze geschiedenis en onze hoger-sneller-betermaatschappij zorgen voor problemen. De moderne wereld maakt ons dommer en gevoelloos en zorgt ervoor dat we ons brein niet ten volle gebruiken. Hoezo?
Biddulph: “Het dominante verhaal in onze levens is vooruitgang. Elke stap in de geschiedenis is er eentje voorwaarts, denken we, maar zo eenvoudig is het niet. Sommige ontwikkelingen zijn positief, maar een heel aantal zijn dat niet. We moeten dus stilstaan bij de vraag of iets echt een goed idee is voor ons, de mensheid en de planeet waar we op leven. En dan is er de grote mythe van de westerse beschaving; het idee dat geluk iets is om na te streven in de toekomst. Een verstandige cultuur zoekt een goed evenwicht tussen plannen voor de toekomst en in het heden leven, maar het kapitalisme draait rond het volgende doel, de volgende bezitting, de volgende ervaring. Het blijft draaien omdat we ontevreden zijn en verlangen naar meer, met immense gevolgen. Het is vandaag duidelijk: het uitsterven van de menselijke soort is geen onmogelijkheid meer. We zijn een echt contact met de natuurlijke wereld verloren, en ook een echte connectie met elkaar. Twee dingen die we doorgaans met het rechtse, eerder holistisch denkende deel van ons brein doen. Maar in onze ‘linksehersenhelftcultuur’ zijn we de helft van ons verstand verloren. Gelukkig is ons rechterbrein springlevend en probeert het onze aandacht te trekken.”
Het centrale idee voor een voller leven is een besef van wat er op verschillende niveaus van ons lichaam en bewustzijn aan de gang is. De basis is ons lichaam, schrijf je.
“De architectuur van ons brein is vandaag welbekend. We hebben doodgewone lichaamssensaties, zoals honger, vermoeidheid, opwinding, maar ook diepgaande – die noemen we intuïtie of buikgevoel. Ik noem dat supersense, ons superzintuig. Onze zintuigen registreren veel meer informatie van buitenaf dan wij beseffen, en die wordt geëvalueerd op basis van onze herinneringen, ervaringen en kennis, om in te schatten wat er aan de hand is. Ten slotte laat ons lichaam ons weten wat de conclusie van onze cortex is. In mijn boek vertel ik het verhaal van een vrouw die op een station een ongemakkelijk gevoel krijgt als ze bij het instappen in haar auto aangesproken wordt door een man. Ze rijdt weg en later blijkt die man iemand te hebben aangevallen. Een extreem voorbeeld, maar we kennen allemaal dat intuïtieve gevoel, zowel op fijne als op gevaarlijke momenten. Ons superzintuig zorgt er ook voor dat we bijzonder goed zijn in het inschatten van gezichtsuitdrukkingen bijvoorbeeld, belangrijk voor het maken van plezier, het creëren van intimiteit en het smeden van een gemeenschap.”
Dat is nog maar de gelijkvloerse verdieping van wat je het Huis met Vier Verdiepingen noemt.
“Daarbovenop zit de tweede laag, onze emoties en de derde, rationaliteit. Ten slotte is er ook onze spiritualiteit, oftewel alles waarbij je een gevoel van verbondenheid voelt. Dat kan met de natuur zijn, met andere mensen, met een gemeenschap of met een hoger wezen als je daarin gelooft. De Vier Verdiepingen zijn geen aparte systemen, er is geen scheiding tussen lichaam en geest, zenuwen en hormonen maken alles tot één groot systeem. De vier verdiepingen hebben invloed op elkaar en om te functioneren moeten we er comfortabel tussen bewegen. Dat wil zeggen dat je luistert naar je lichaam, niet in bepaalde emoties vastraakt of alles te pletter rationaliseert, en verbinding zoekt met de wereld en mensen om je heen. Als het licht op alle vier de verdiepingen brandt, ben je totaal wakker.”
Er is de laatste jaren veel geschreven over wanneer intuïtie een goede of slechte gids is. Het kan ons sturen bij beslissingen, maar het kan ook problematisch zijn, denk bijvoorbeeld aan unconscious bias.
“Ik heb ooit Vietnamveteranen behandeld die opnieuw moesten leren dat ze veilig konden zijn rond Aziatische mensen, door bijvoorbeeld Vietnamese vluchtelingen te leren kennen of naar Vietnam terug te reizen. Ik beweer niet dat ons superzintuig een onfeilbaar systeem is. Als ons lichaam ons iets vertelt, moeten we luisteren én controleren of het over de realiteit gaat of gestuurd wordt door de bagage die we meedragen. Daarom dat schakelen tussen lichaam, emoties en ratio zo belangrijk is. Maar zelfs als je buikgevoel een foute inschatting maakt, dan nog heeft het ons iets te vertellen. Het geeft bijvoorbeeld goed aan dat iets stressvol is. Die knoop in je maag, die stijve schouders, die aangename vlinders in je buik ook. Maar we hebben onze Europese cultuur tegen. Het katholicisme en calvinisme die de basis legden voor onze maatschappij zijn gebouwd op vernietigende schuldgevoelens en de repressie van plezier. Ze leerden ons om signalen van ons lichaam te negeren en daarom moet dat lijf nu soms roepen om onze aandacht te krijgen. Mijn advies is: als je wilt weten wat er aan de hand is, ga dan zitten en luister naar je lichaam. En nee, dan gaat het niet alleen over negatieve signalen, ook geluk geeft je een bepaald buikgevoel.”
De tweede verdieping zijn onze emoties. ‘Emotioneel’ is voor veel mensen geen positief idee, stel je vast.
“Nee. Terwijl er geen negatieve gevoelens zijn, want ze hebben allemaal een functie. Angst houdt ons veilig, woede zorgt ervoor dat we beschermen wat we belangrijk vinden, rouw en verdriet doen ons beseffen wat iemand voor ons betekend heeft. Emoties zijn anders dan lichaamssensaties, je kunt tegelijk honger hebben en plezier maken of bang zijn. Ze zijn een reactie in onszelf op iets wat buiten ons gebeurt, ze helpen ons om te gaan met een intense situatie – goed of slecht – en weer in balans te komen. De neurowetenschapper Antonio Damasio ontdekte dat mensen die geen toegang meer hebben tot hun gevoelens intellectueel nog wel functioneren, maar het zeer moeilijk krijgen met bijvoorbeeld beslissingen nemen.
‘Mensen zijn als smartphones, ze werken pas als ze met een netwerk verbonden zijn’
We gaan vaak op een fysieke manier met onze emoties om. Zo is huilen niet het probleem bij verdriet, maar de oplossing. Het is de fysieke manifestatie van een emotie. Nuttig, want een emotie is een proces, het gaat ergens naartoe en kan ons aanzetten tot actie. Maar het is belangrijk om te beseffen dat we er niet mee samenvallen. Zelfs op intense momenten, huilend in iemands armen of luid roepend, kun je een soort toeschouwer zijn en observeren wat er aan de hand is. Dat is volgens mij de sleutel tot emotionele intelligentie.”
Alweer wijs je met de vinger naar de Europese cultuur voor onze ongemakkelijk relatie met onze emoties.
“De 20ste eeuw was afschuwelijk. Twee wereldoorlogen, genocide, massale vluchtelingenstromen, economische crisissen en dramatische veranderingen. Onze grootouders doorstonden traumatiserende gebeurtenissen en leefden in een maatschappij waar de mannen kanonnenvoer waren en de vrouwen geconditioneerd voor saaie levens vol frustraties. Mannen leerden van jongs af aan dat ze moedig moesten zijn, vrouwen dat ze anderen boven zichzelf moesten plaatsen, en dat vroeg een soort emotionele castratie. De spreekwoordelijke stiff upper lip heeft generaties zo misvormd dat we tot vandaag denken dat dat ‘natuurlijk’ is. De jaren zestig waren op dat vlak een breekpunt. Na drie millennia conformiteit zag je de eerste scheuren in het systeem, maar het was niet genoeg om de tanker echt te keren. Daar zijn we vandaag nog altijd mee bezig.”
Ratio is koning in onze maatschappij. Klinkt goed, maar het heeft nadelen, schrijf je.
“Laat me duidelijk zijn: ons brein, en vooral onze prefrontale cortex, is geweldig, het liet ons toe om ziekenhuizen, ruimtetuigen en smartphones te ontwikkelen. Het is ook de plek waar taal woont, die we gebruiken om ons leven te begrijpen en te communiceren met anderen. Met zo veel denkkracht zou je denken dat we een gelukkige, gebalanceerde en duurzame wereld uitbouwen. Niet dus. Omdat niet alle denken juist en goed is. Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die iets verschrikkelijks had gedaan en voor zichzelf geen verhaal had bedacht om dat toch aanvaardbaar te maken. Dat is rationalisatie. Als we bootjes vol migranten terugsturen, vertellen we onszelf dat dat is om levens te redden, maar eigenlijk zeggen we: ‘Ga ergens anders sterven.’ Want er is wat we willen, er is het verhaal dat we onszelf vertellen om dat aanvaardbaar te maken, en dan is er wat echt goed is. Heel wat mensen zijn helemaal niet rationeel, ze doen wat voor hen goed voelt en gaan alleen naar hun ‘ratioverdieping’ om voor zichzelf een verklaring te bedenken voor hun gedrag. Het is belangrijk om te beseffen dat ons brein niet gemaakt is om alleen te functioneren. We zijn een sociaal dier dat floreert in liefdevolle groepen van een twintigtal mensen. We hebben mensen van andere genders en leeftijden, met andere achtergronden en andere seksuele voorkeuren nodig om voorbij onze eigen denkclichés te komen en vooral ook om de problemen die op ons afkomen aan te kunnen.”
Het penthouse van ons huis is spiritualiteit, maar je koppelt dat los van religie.
“Mensen zijn als smartphones, ze werken pas als ze met een netwerk verbonden zijn. Iets is spiritueel als het ervoor zorgt dat we loskomen van onszelf en een gevoel hebben deel uit te maken van iets groters. Dat kan de natuur zijn, maar ook een familie, het publiek van een voetbalmatch of een festival, een auditorium vol studenten… Daarom kan bijna alles wat we doen spiritueel worden. Een berg opwandelen, naakt zwemmen, een schilderij maken, in je living dansen of in een koor zingen, de liefde bedrijven of samen met andere mensen bidden. Weet je, georganiseerde religie is vandaag beladen, het werd vaak gekaapt, uitgebuit en als een cover voor machtswellustelingen en bedriegers gebruikt. Maar in de grond komt het neer op verbinding en gemeenschap, en dat hebben we allemaal nodig. We moeten onszelf waarderen en verzorgen, maar wat ons leven echt waardevol maakt, zijn volgens mij andere mensen. Een bevrijdend en energiegevend idee als je het omarmt. Je wordt een stuk moediger als je niet alles om jezelf laat draaien. Vandaar dat ik me niet druk maak over mijn eigen leven, maar wel over onze planeet.”
Dertig jaar geleden schreef je een boek over mannelijkheid en ook nu wijd je er een heel hoofdstuk aan.
“Omdat het belangrijk is. Onze competitieve, agressieve, individualistische maatschappij reflecteert ons idee van mannelijkheid. Onze grootvaders en vaders leefden nog met die stiff upper lip, maar wij beseffen dat we die gevangenis achter ons moeten laten. Niet iedereen is al mee uiteraard, maar de jongere generatie geeft me hoop. Ik heb ooit een kamer met tweehonderd vrouwen gevraagd om de perfecte man te omschrijven en hun conclusie was: iemand met een ruggengraat en een hart. Betrouwbaarheid en liefde dus. Vandaag leven te veel mannen nog met een soort masker. De tough guy, de coole gast, de komiek, de strever. Mannen moeten die maskers durven af te gooien en een heel mens te worden. Dan moeten ze wel toegeven dat ze soms verward, ongelukkig of bang zijn, maar het betekent ook dat ze een voller leven zullen leiden. Het is op dit moment pijnlijk, maar ik zie een nieuwe geboorte, een ontwikkeling naar bewustere mensen, mannen én vrouwen, die afgestemd zijn op andere mensen en op de natuur. Op wat ons uiteindelijk gelukkig maakt dus. Die sprong in ons bewustzijn is waar mijn boek en uiteindelijk mijn hele werk over gaat.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier