Mag het iets stiller? Deze plekken zijn ontworpen om volledig tot rust te komen
Kapellen, tempels, bibliotheken, musea en kerkhoven, we hebben altijd al plekken ontworpen om tot rust te komen, stil te zijn en te staan, van schoonheid te genieten, te rouwen, studeren of contempleren. Ook designers en architecten maken het graag stil.
Er staat een slak in de tuin van Roularta. Of liever, een Ghongha, een stiltecocon in de vorm van een reusachtige slakkenschelp. Het initiatief komt van Trends Business Information-collega Tommy Browaeys, die na een burn-out droomde van een soort cocon in zijn tuin om zich in terug te trekken als het nodig is. ‘Ik dacht meteen: zo’n plek kunnen andere mensen ook gebruiken. Een plek om stil te zijn en stil te staan, alleen of met anderen. Met je voeten op de grond. Mijn vrouw boetseerde een klein slakkenhuisje in klei, via een vriend kwam ik bij een bedrijf voor composiettoepassingen terecht en de eerste Ghonga kwam in het Prinsenpark in Retie terecht.’ Maar het hoeft niet altijd stil te zijn om stil te kunnen staan. Muzikante Patricia Vanneste, ex-Balthazar, trok naar Scandinavië voor haar soloplaat Coral Dusk en ontwierp samen met architect Sam De Bock de Sohnarr Sjel, een kubus waar je al luisterend naar het album de solitude en stilte kunt ervaren die Vannestes muziek inspireerden. De spiegelende kubus lijkt op te gaan in de natuur en stond de afgelopen jaren op verschillende plekken in Vlaanderen. Een schuilplaats, een plek om te verdwijnen, en het onzichtbare zichtbaar te maken, zo zien de bedenkers hun Sjel. Tot 15 mei vind je de kubus nog in het Mechels Broek.
Net zoals er speeltuinen kwamen toen buitenspelen niet meer vanzelfsprekend was, zien we nu overal plekken ontstaan waar we luwte vinden.
Architect Geert Peymen
Het is weer stil in Leuven
Plekken om stil te zijn en stil te staan, veel mensen zijn er op veel niveaus mee bezig zijn. Van individuele burgers met zin voor initiatief tot een stiltebeweging als Waerbeke, die rust en stilte wil koesteren en steunen, met activiteiten, projecten en een jaarlijkse stilteconferentie in oktober. Ook beleidsmakers en mensen die onze wereld vormgeven beseffen dat stilte en rust essentieel zijn. Zo werkten de vierdejaarsstudenten architectuur van Sint-Lucas dit jaar aan een project rond stilteplekken, onder begeleiding van Arnout Van Vaerenbergh en Pieterjan Gijs. ‘De vraag die wij stellen is: wat is de impact van een werk op een bezoeker? Direct, in gebruik, maar ook in mentale zin’, legt Van Vaerenbergh uit. Ze kozen voor stilteplekken, ook omdat de stad Leuven vragende partij was. ‘Stilte, rust, rouw; de coronacrisis speelde zeker mee. Maar het gaat ook verder. Steden zijn luid, lawaai is slecht voor onze gezondheid en volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een belangrijk werkpunt voor de toekomst. Zo blijkt bijvoorbeeld dat kinderen slechtere schoolresultaten halen als er te veel omgevingslawaai is. Daarom wilden we ook onderzoek doen. Welke stille plekken in de stad zijn er al en hoe kun je die beschermen, intensifiëren en ontsluiten voor iedereen? Hoe kun je op luide plekken stilte inbouwen? Maar ook: wat is stilte eigenlijk? Want het geluid van auto’s kan evenveel decibels hebben als dat van een grote waterval, maar het ene is alarmerend en het andere geeft rust en kalmte.’ Om die vragen te onderzoeken tekenden de studenten in het najaar ontwerpen voor microbossen en zen-tuinen op ongebruikte binnenkoeren, een omsloten tuin midden op een grote rotonde of een stiltepaviljoen op een druk plein, een houten panoramawandelweg rond het Mariabeeld op de Keizersberg en een kronkelende gang waar je bij het doorwandelen heel even absolute stilte ervaart, om je bewust te maken van hoe luid de omgeving eigenlijk is. Dat laatste project wordt nu uitgewerkt en Van Vaerenbergh hoopt dat de stad nog een paar ideeën uit het project oppikt. ‘Publieke ruimtes werden vroeger gezien als plekken voor uitwisseling, vandaag groeit het bewustzijn dat het ook gaat over delen en ontmoeten. Stilte en rust kunnen daar een element van zijn.’
Uit de wind
Wat stilte precies is, is op zich geen nieuwe vraag, vertelt architect Geert Peymen. ‘Nietzsche klaagde in de negentiende eeuw al over een te luide wereld. Stilte is een moeilijk woord, ook omdat rust niet alleen een kwestie van akoestiek is.’ Peymen schreef samen met Pleuntje Jellema De Luwteplek. Een ruimtelijk onderzoek naar stilte, rust en verstilling in de stad. ‘We kwamen uiteindelijk uit bij luwte. Een luwte is een plek waar je uit de wind zit, of een stuk van een snelstromende rivier achter een grote steen, zonder veel stroming. Het is een woord dat rust suggereert in een dynamische omgeving.’
Dat we vandaag naar luwte snakken ligt niet alleen aan het feit dat de wereld dynamischer, drukker en luider geworden is, denkt Peymen. ‘Het heeft ook met structuur te maken. Vroeger, toen de telefoon nog aan een draad hing, belde niemand je op na tien uur ’s avonds, nu ben je altijd met de wereld verbonden. Vroeger ging je op zondag naar de kerk, of naar opa en oma, nu kun je gaan winkelen of andere activiteiten doen. De vanzelfsprekende luwtemomenten en -plekken zijn weggevallen, maar we hebben ze nog wel nodig. Net zoals er speeltuinen kwamen toen buitenspelen niet meer vanzelfsprekend was, of start to run-programma’s toen mensen niet meer gewoon gingen sporten, zien we nu overal plekken ontstaan waar we luwte vinden. Die plekken geven een boodschap: ga even zitten, neem rust.’ En nee, thuisblijven is niet altijd een optie, vindt Peymen. ‘Thuis is hopelijk wel een veilige, maar niet noodzakelijk rustige plek, zeker nu we vaak open woonruimtes hebben. En soms wil je ook gewoon even weg uit je eigen omgeving, naar ergens waar je andere mensen kunt tegenkomen.’
Luwteplekken ontwerpen is absoluut een goed idee, maar geen garantie, stelt Peymen. ‘Er is stilte, dat is een kwestie van akoestiek. Dan is er rust, het feit dat je lichaam niets ‘doet’. Dan kan er verstilling komen, wat wel degelijk een werkwoord is. Er gebeurt iets in jou, dankzij de stilte en de rust. Maar er is geen garantie. De eerste twee dingen kun je ontwerpen, maar verstilling is geen zekere zaak. Het blijft een mogelijkheid, je kunt er niemand toe verplichten.’
Een plekje troost
Tijd en ruimte voor reflectie, een plek om even in je hoofd te kruipen, en verstilling, het is vaak ook wat we nodig hebben op moeilijke momenten. ‘Bij het begin van de pandemie was er zo veel verlies en verdriet, dat wilden we niet laten passeren’, vertelt Uus Knops, de psychiater die samen met Barbara Raes het initiatief voor de Onumenten nam. ‘We hebben symbolen en rituelen nodig, mensen zijn duidelijk op zoek naar plekken en manieren om stil te staan en te herinneren. Misschien moest er een plek komen om de covidslachtoffers te herdenken? Een plek voor rituelen van afscheid en rouwen waar we verbinding, samenhorigheid en troost konden vinden. Beelden van een prachtig schelpachtig gebouw in het Teshima Art Museum in Japan, en van het ontroerende monument dat Bas Smets in het Zoniënwoud ontwierp voor de slachtoffers van de aanslagen in 2016, inspireerden ons.’ Bas Smets vond het een mooi idee en ontwierp een niet helemaal gesloten cirkelvormige bank die op bijzondere plekken in de natuur komt te staan. Het was bijna een evidentie, die cirkel, vindt Knops. ‘Mensen die in groep samenkomen, gaan vaak spontaan in een cirkel staan. Er zijn al twee Onumenten, in Kortrijk en Gent, en er zijn ook plannen voor Aarschot, Brussel, Leuven en Lommel. Ik had gehoopt dat het niet bij één Onument zou blijven, maar dit had ik nooit durven te dromen. Dat de natuur een helende kracht heeft is duidelijk, maar een Onument kan eventueel ook in een stad, al is die vraag er nog niet gekomen. En corona was de aanleiding, maar de Onumenten zijn er voor iedereen die een verlieservaring heeft gehad.’
Dat die nood er is, weet ook Ferm, de voormalige Boerinnenbond. Zij hebben sinds het begin van de coronacrisis de inrichting van meer dan driehonderd troostplekken mogelijk gemaakt. ‘Een groen plekje waar iedereen terechtkan, met een inspirerende tekst en soms een kunstwerk, en waar mensen in het najaar samen bloembollen planten als symbool voor hoe het leven zich hernieuwt’, vertelt Caroline Audoor van Ferm. ‘De vraag kwam van onze leden, die op het moment dat we afstand moesten houden toch plekken zochten om samen troost te vinden. Zij nemen ook zelf het initiatief voor de inrichting. Het succes van dit idee heeft ook ons verrast en we hebben sinds vorig jaar ook een Vlaamse Troostplek in Deinze, met een sculptuur van Luk Wets, omringd door vierduizend bloembollen.’
Nulruimte
Plekken die ook andere plekken willen zijn, zijn genereus, vindt interierarchitect Tom Callebaut, die over dit onderwerp een doctoraat schreef. ‘Het is van alle tijden en alle culturen, plekken waar we ons even kunnen terugtrekken uit ons dagelijkse leven, waar een andere code heerst zodat je je anders kunt gedragen of andere dingen kunt voelen, en waar je kunt stilstaan bij wat ons verbindt. Je kunt er ook dingen in vraag stellen. Is dit een tafel of is het een altaar?’ Op Callebauts website zie je stille tuinen, huiskapellen en passantenpaviljoenen. ‘Onze maatschappij is de laatste decennia stevig veranderd, maar onze spirituele noden zijn nog min of meer hetzelfde. Door de secularisatie gaan we niet meer naar de kerk, maar we raakten niet alleen de ruimtes maar ook de rituelen en de taal die erbij hoort kwijt. Die moeten we vandaag anders invullen. Theater en kunst, maar ook design en architectuur kunnen een rol spelen. Ontwerpers zijn een soort reisbegeleiders in het leven, ons werk gaat niet alleen over functie, het kan mensen ook echt raken. Een mooi voorbeeld is de Kapel Van Ontluiking in Groot-Bijgaarden. De klassieke kapel kreeg een witte, vilten binnenkant, waardoor het een soort nulruimte werd. Je kunt indien nodig de vilten deuren openmaken en weer fragmenten van de oude kapel tonen, maar de plek wil vooral een nieuwe start maken. Het programma van de ruimte is niet vastgelegd, wel de intentie. De opdrachtgever zei: ‘Er gebeuren fantastische dingen als mensen samenkomen.’ Die kapel wil dat makkelijker maken.’
Bij stilteplekken denken we vooral aan verdriet of stress, maar wat met enthousiasme, dankbaarheid of vreugde, vraagt Callebaut zich af. ‘We hebben ook plekken nodig om die gevoelens uit te drukken, anders missen we een deel van onze spiritualiteit. In bijvoorbeeld de Indiase cultuur zit blijdschap verweven in het spirituele en het dagelijks leven. Bij ons zijn concert- en theaterzalen plekken waar rituelen op een uitbundige manier kunnen plaatsvinden. Ik heb mijn eigen huis ingericht als genereuze ruimte, mensen mogen het gebruiken en we zien vaak verbindende activiteiten en bedankrituelen. Daar hebben we dus ook plaats voor nodig. Het Arenaproject is dan weer een verplaatsbare ruimte waar mensen kunnen samenkomen om kennis en wijsheid uit te wisselen. Inspirerend naar binnen, activerend naar buiten. Als ontwerper wil ik voor mensen goede plekken creëren op deze aardbol en die noem ik genereuze ruimtes. Mijn fascinatie daarvoor begon met een interesse voor leegstaande plekken zoals religieus erfgoed, en het besef dat het geen goed idee was om sommige plekken te ontheiligen, maar wel om net alles als heilig te zien.’
Fluitende vogels
Een plek in het groen, een ruimte met weinig prikkels, er zijn duidelijke rode draden als het over luwteplekken gaat. Dat merkte Geert Peymen ook. Zijn onderzoek is nog niet afgesloten, maar hij ontdekte al een aantal belangrijke elementen. Luwteplekken zijn bij voorkeur op de een of andere manier omsloten, want dat geeft geborgenheid, maar ook poreus, zodat er nog iets van de buitenwereld aanwezig is. Dat laatste helpt om het contrast tussen het alledaagse en de luwte te benadrukken. Een luwteplek is ook een niet-toegeëigende plek, die open is voor iedereen en waar je bijvoorbeeld niet per se iets hoeft te drinken. Liefst is er ook interactie mogelijk, als je dat wilt. ‘Het soort plek waar je goeiedag knikt als je er komt en er is al iemand’, vertelt Peymen. Het is ook een plek met betekenis, en ze is liefst contrastrijk, omdat dat onze zintuigen prikkelt.
Onumenten in Vlaamse velden, bankjes omgeven door bloembollen, beboste binnenplaatsen en de natuur spiegelende kubussen, groen is het eerste waar veel mensen aan denken als het over stilte, troost en luwte gaat. In de natuur, in de stad of gewoon in een kamer. ‘In de natuur voelen we ons verbonden met het hele universum en dat gevoel van connectie kan veel effect hebben. Het is een manier om naar binnen te gaan, een weg naar verstilling.’ Dat is de homo sapiens in ons, lacht Van Vaerenbergh. ‘Als we vogels horen fluiten voelen we ons veilig, want dan is er geen gevaar. Het gaat er dus om ruimtes te hebben waar je stil kunt zijn, maar niet noodzakelijk ruimtes waar het ook effectief stil is. Kale, doodse plekken waar alle geluid uit geïsoleerd is, daar loop je na vijf minuten uit weg, toch? Misschien is natuur die op een eenvoudige manier aanwezig is wel dé sleutel tot stilte en rust.’ We staan er niet vaak bij stil, maar we zijn als diersoort natuurlijk gewoon deel van de natuur. Daarom misschien dat groen zo vaak als een soort thuiskomen voelt.
Op zoek naar een plek om stil te staan? Op weekend.knack.be/luwteplekken verzamelden we de mooiste.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier