Kunstenaar Jacopo Foggini keert terug naar zijn ouderlijk huis in Moncalieri, in de heuvels van Turijn, als een ontdekkingsreiziger die thuiskomt na een lange expeditie. Hij brengt mee: een wonderlijke verzameling eigen ontwerpen.
Stel, je ontdekt als kind een glasachtige substantie die schittert in het licht, soepel is wanneer ze wordt opgewarmd en haast onverwoestbaar is zodra ze stolt. Jacopo Foggini leert het magische methacrylaat kennen via zijn vader Massimo die op dat moment een familiebedrijf in de automobielindustrie runt. Zoonlief raakt meteen gefascineerd door het goedje, maar zijn interesse in de autosector blijft uit, tot grote frustratie van zijn vader. In het geheim, met de hulp van een bevriend ingenieur, ontwikkelt Foggini een machine die het methacrylaat kan ‘spinnen’. Daarmee kan hij materiaal vrij vormen en opent zich een eindeloze ruimte voor experiment.

‘Methacrylaat was niet nieuw,’ vertelt Foggini, ‘maar ik besefte toen dat ik er dingen mee kon doen die niemand ooit had geprobeerd.’ Hij ruilt Turijn in voor Milaan dat in de jaren negentig bruist van de artistieke energie. Daar ontmoet hij modeontwerper Romeo Gigli, een boegbeeld van de Italiaanse avant-garde bij wie een jonge Alexander McQueen ooit stageliep. ‘Gigli stelde voor om decorelementen te maken voor een van zijn modeshows. Kort daarna kreeg ik mijn eerste solotentoonstelling in zijn showroom.’
Rebel slaat terug
Het atelier van Foggini lag in die tijd op de plek waar vandaag het Haunted House van de Fondazione Prada staat. ‘Het was een oude suikeropslagplaats. Monumentaal, donker en gewoonweg prachtig’, herinnert hij zich.

‘Ik had mijn familie teleurgesteld. Ze zagen me als een rebel, ik werd uitgesloten. Toch wist ik bankdirecteurs te overtuigen dat ik twintig meter hoge, lichtgevende kwallen moest maken voor in dat pakhuis. Ik was zo overtuigd van mezelf dat ze niet anders konden dan mij ook te geloven’, lacht hij.

De kwallen werden een succes. Daarna volgden vissen, bloemen, vliegende harten en talloze fantasierijke objecten van licht en kleur. Voor de Olympische Spelen van 2006 in Turijn creëerde hij een immense kroonluchter waaronder operazanger Luciano Pavarotti zijn laatste publieke optreden gaf. Installaties op Milan Design Week bezorgden hem internationale erkenning en leiden tot talloze projecten wereldwijd.

Wanneer hij in 2009 met meubelmerk Edra in zee gaat, wordt zijn werk in methacrylaat ook aanzien als design. Zijn eerste project, de tafel Capriccio, wordt gevolgd door een reeks eigenzinnige zitobjecten. ‘Edra is het enige bedrijf waarmee ik wilde werken. Ik krijg er volledige vrijheid, ze geloven meer in intuïtie dan in ratio’, zegt Foggini.

De samenwerking loopt nog steeds. Zo presenteerde hij recent nog A’Mare, een woordspel tussen ‘mare’ (zee) en ‘amare’ (liefhebben). De reeks buitenmeubelen in turquoise methacrylaat weerspiegelt Foggini’s liefde voor water.
Futurisme in het klooster
Vandaag staan de A’Mare-stukken opgesteld in de tuin van zijn familiehuis dat omringd is door een eeuwenoud park. ‘Ik wilde dat al lang, mijn werk naar huis brengen’, bekent hij. ‘In mijn ouderlijk huis stond geen enkel meubel of object van na 1700. Alles wat modern was, werd hier met wantrouwen bekeken. En kijk: toch past mijn werk hier perfect. Alsof de stukken er altijd al hebben gestaan.’

Zijn kleurrijke creaties zien staan in het oude, zeventiende-eeuwse kloostergebouw voelt aan alsof twee werelden ter plekke samensmelten. Door de lichtinval gloeit een goudgele Margherita-stoel tussen de marmeren open haard en de antieke zeevaartkaarten. Aan het houten cassetteplafond van de eetkamer hangt Brilli, een van zijn sculpturale kroonluchters. Tafel Egeo is omringd door oude Perzische tapijten en olieverfschilderijen. In de woonkamer, naast een verzameling apothekersvazen, verspreidt een Disco Millefili een olijf- en citroengele gloed boven de haard. En in de slaapkamer brengt de wandsculptuur Tondo, een labyrint van verlichte turquoise draden, een futuristische toets.

Van zijn jeugd in dit huis herinnert Jacopo zich vooral het buitenleven: het vissen, het bouwen van hutten in het bos. ‘Ik dank mijn handigheid aan de omliggende natuur. Wat een geluk dat ik hier in het groen kon opgroeien.’
Verzoening
Creativiteit zit duidelijk in de familie. ‘Er zijn schrijvers, dichters, beeldhouwers en zelfs zeelui in onze familie. Mijn moeder was zelf beeldhouwer. Toen mijn vader begreep dat ik zijn pad in de auto-industrie nooit zou volgen, verkocht hij het bedrijf en trok hij naar de Sahara. Dat bleek zijn grote passie. Hij werd zelfs nog archeoloog.’

Toen Jacopo als kunstenaar geloofwaardig en succesvol bleek, verzoenden vader en zoon zich. Tijdens een reis door de Great Sand Sea, de woestijn tussen Egypte en Libië waar het grondgebied van Frankrijk twee keer in past, ontdekten ze samen een grot met duizenden twaalfduizend jaar oude prehistorische rotstekeningen. Het werd later omschreven als de Sixtijnse Kapel van het prehistorische Egypte.

‘Dat was een moment van afsluiting tussen mijn vader en mij’, vertelt Foggini. ‘Door van huis weg te lopen om mijn passie te volgen, gaf ik mijn vader onbewust de vrijheid om hetzelfde te doen. Als ik in het familiebedrijf was gebleven, was ik ongelukkig geworden. En had hij twintig jaar aan avontuur in zijn leven moeten missen.’
Soms heeft een breuk onverwachte gevolgen. Bovendien, als een kunstenaar geen regels durft te breken – wie dan wel?