‘Dit huis fascineerde me al als kind’: kijk binnen in de modernistische parel van modeconsulent Raïssa Verhaege
Slechts heel even aarzelde modeconsulent Raïssa Verhaeghe toen ze het huis kon kopen dat haar als kind al fascineerde. Tegen alle verwachtingen in overtuigde de modernistische parel in Vilvoorde haar om terug te verhuizen naar de buurt waar ze opgroeide. ‘Zodra ik de deur openduwde, was ik verkocht.’
Van kleins af aan voelde Raïssa Verhaeghe zich aangetrokken tot een bijzondere woning in haar buurt in Vilvoorde. Vanuit haar ouderlijke huis keek ze uit op nummer 32, een opvallend pand met een ogenschijnlijk sobere, maar perfect uitgelijnde gevel. Het was alsof de woning haar riep, zo sterk voelde de connectie. Dankzij het huis ontwikkelde ze een grote liefde voor modernistische architectuur. Toch hoopte ze allerminst om er ooit te wonen. Ze trok naar Parijs om er rechten te studeren en bouwde een carrière op in de Antwerpse modewereld. Totdat het lot haar tegen alle verwachtingen in naar haar geboorteplaats terugbracht.
In 2007 overleed immers de bewoner van het huis op nummer 32. De oorspronkelijke bouwheren – de familie Spruyt – hadden het huis nog niet officieel te koop gezet, maar Raïssa’s broer wist het zeker: dit huis was voorbestemd voor zijn zus.
Gek verklaard
‘Mijn eerste reactie was: nee, gek! Ik ga echt niet terug naar Vilvoorde, tegenover mijn ouders wonen’, lacht ze. Maar zodra ze de deur openduwde, was ze verkocht. ‘Ik bezocht het huis samen met mijn jeugdvriendin Veronique Branquinho, voor wie ik op dat moment ook werkte, als algemeen directeur van haar merk. Ik was meteen verrast door het licht en de openheid van de woning. Veronique liep voor mij de trap op, draaide zich om en zei: “Dit moet je gewoon doen, Raïssa.” Diep vanbinnen wist ik dat ze gelijk had. Deze woning had alles wat ik mooi vond. Zo simpel was het.’
Oog voor detail
De woning, beter bekend als Woning Spruyt, is een ontwerp uit 1954 van de architecten Roger De Winter (1923-2001) en Lucien Engels (1928-2015). Samen drukten zij na de Tweede Wereldoorlog een modernistische stempel op Vilvoorde en omgeving. Hun signatuur? Eigentijdse materialen, functionele plattegronden, sobere, bijna abstracte gevels en veel lichtinval dankzij glaspartijen en overhangende daken. Later scheidden de wegen van het duo, en hoewel hun beide namen verbonden zijn aan de plannen van het huis, lijkt het alsof vooral De Winter er zijn stempel op drukte.
‘De Winter was een perfectionist’, vertelt Raïssa. ‘Dat zie je in de details. Alles is tot in de puntjes doordacht.’ Dat perfectionisme inspireerde haar om het originele karakter van de woning zo veel mogelijk te behouden.
Respectvolle renovatie
Met hulp van bevriende architecten optimaliseerde ze de indeling, zonder af te wijken van de oorspronkelijke visie. De drie open niveaus komen harmonieus uit op een elegante trap met zwevende treden. Alleen de keuken, badkamer en wasruimte kregen een update.
Raïssa pakte de renovatie grondig aan, met respect voor de authentieke materialen. De vloer op de eerste verdieping, met de typische Winckelmans-tegels, bleef intact. Op de bovenverdieping koos ze voor een nieuw linoleum, maar wel in het zwart in plaats van het originele blauw. Deze subtiele wijziging versterkt de strakke lijnen van het interieur. De garagepoort kreeg een opvallende gele kleur, geïnspireerd op het kleurenpalet van Le Corbusier. Raïssa kent haar klassiekers.
Niets veranderd
‘Ik wilde niets veranderen aan de essentie van het huis’, benadrukt ze. Daarom besloot ze ook een groot deel van het originele meubilair terug te kopen. Het bankje aan de vestibule, de sofa ontworpen door De Winter en geproduceerd door Batenburg, de zetel en de lamp bij de haard in Diegemse steen, de boekenkast in Scandinavische stijl. Deze stukken combineert ze moeiteloos met nieuwe meubelen, waaronder de Barcelona-bank van Mies van der Rohe en functionele, modulaire USM-meubelen. Ze lijken er altijd al te zijn geweest.
‘Het is niet mijn bedoeling om in een tot in de puntjes gecureerd interieur te wonen. Mijn huis vertelt in de eerste plaats mijn verhaal’, zegt Raïssa. ‘Het omvat alle hoofdstukken van mijn leven.’ De harp van haar oudste zoon Louis staat naast de open haard. De zilverkleurige ballonnen die ze opblies voor de verjaardag van haar jongste zoon Charlie zijn nog niet opgeborgen.
Natuurlijke habitat
Aan de muur hangen kunstwerken van haar vader, een gerenommeerd schilder en voormalig directeur van de Academie voor Schone Kunsten in Vilvoorde. Ze schitteren naast tekeningen van haar kinderen en werken van bevriende kunstenaars van de Academie. ‘Dankzij die schilderijen voel ik mij in mijn natuurlijk habitat’, lacht ze. Ze kijkt met een liefdevolle blik om zich heen naar de wereld die ze tussen deze vier muren heeft gecreëerd. ‘Dit huis heeft geen decoratie nodig’, besluit Raïssa. ‘Het is op zichzelf al een kunstwerk. Elke dag opnieuw verwondert het me. Vaak hoor ik mezelf fluisteren: “Mijn god, wat is het hier prachtig.”’
Lees ook : Modernisme met een vleugje brutalisme: kijk binnen in het prachtige Volckrick-huis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier