‘Belgen wonen veel te groot’: drie jongeren vertellen over hun huis op wielen
Terwijl de woningprijzen in België de hoogte in blijven schieten, zoeken jongeren naar alternatieve woonoplossingen. Uit noodzaak, maar ook omdat het kan. Sinan, Gergory en Harald wonen in een zelfgebouwd huis op wielen.
Sinan P. (23): ‘Ik kan mijn huis altijd verplaatsen als dat nodig is’
Vis chaque instant comme si c’était le dernier, dors dans des endroits magiques, poses toi sur le toit et regarde les étoiles, tu es chez toi. Ne regrette rien, et quand ça n’iras pas, viens, démarre moi, et ensemble nous allons vivre des choses merveilleuses …
Beber
Sinan leest voor wat er op de binnenkant van zijn keukenkastje geschreven staat. Tijdens het lezen speelt een glimlach om zijn mond. ‘Schoon, hé?’ De vorige eigenaars lieten hem deze boodschap na, nadat ze de omgebouwde vrachtwagen jarenlang zelf hun thuis mochten noemen. ‘Vooral dat laatste stukje. Ik kan mijn huis altijd verplaatsen als het nodig is.’
‘Toen ik in Gent op een parking stond, werd er ’s nachts plots op mijn deur geklopt. Politie, met de vraag of ik een wapen had. Blijkbaar was er in de buurt iemand gesignaleerd met een pistool. De rest van de nacht voelde ik me er serieus ongemakkelijk. De volgende ochtend ben ik onmiddellijk naar Destelbergen gereden. Ik heb mijn vrachtwagen geparkeerd in de natuur aan een meertje, een en al rust.’
Met die eerste bewoners is Sinan goed bevriend. Hij volgde hun project van dichtbij. ‘Toen ze de vrachtwagen kochten, waren ze praktisch dakloos’, vertelt hij. ‘Ze zijn er onmiddellijk in gaan wonen. Twee mensen en één gasvuurtje in een lege laadbak. Onderweg leerden ze hoe ze hun huis zo efficiënt mogelijk konden inrichten. Je schuurt bijvoorbeeld het best de hoeken van je tafels en kasten af, zodat je er niet steeds tegenloopt.’
De vrachtwagen is uitgerust met een ruime keuken en koelkast. De slaapkamer bevindt zich boven de stuurcabine en heeft een en-suite badkamer als je het trapje afgaat. Achterin, op een verhoogje, ligt de woonkamer met een grote zetel, omringd door professioneel ogend dj-materiaal. Onder de living is een laadbak voor Sinans kajak en de batterijen van zijn zonnepanelen.
Boven zijn hoofd draait een kleine plafondventilator op volle toeren. De thermometer geeft 36°C aan. Of Sinan tijdens deze hittegolf al spijt heeft dat hij in een stalen bak is gaan wonen? ‘Er zijn altijd oplossingen’, zegt hij terwijl hij de ramen opent en een koel tochtje de ruimte vult. ‘Is het te warm? Dan installeer ik een ventilator. Ik vind het sowieso zalig om steeds kleine dingen te veranderen aan de vrachtwagen. Zo geraak ik niet uitgekeken op de kleine ruimte.’
Anderhalf jaar geleden kocht Sinan zijn vrachtwagen voor zo’n 17.000 euro. Sindsdien sleutelt hij aan het interieur om de camion volledig van zichzelf te maken en brengt hij verbeteringen aan waar nodig. Onlangs installeerde hij er zelfs een wasmachine. ‘Ik probeer zoveel mogelijk zelf te doen. Ik kijk op YouTube of zoek handleidingen op als het over specifieke onderdelen gaat. Soms mislukt dat, maar al doende leer je. Je weet niet hoe iets moet totdat je eraan begint.’
Rest nog de vraag: waarom? ‘Ik zag vrienden van me worstelen met hun financiën. Ze draaien lange dagen op het werk om 6.000 euro per jaar weg te gooien aan huur voor een klein appartement. Of ze gaan een zware lening aan om ergens voor de rest van hun leven te gaan wonen, terwijl ze de wereld nog niet hebben gezien. Hoe kun je dan weten dat dat de plek voor jou is?’
‘Het is moeilijk om je plek te vinden in dit leven. Er is zoveel druk. Met mijn vrachtwagen kan ik de tijd nemen om te zoeken wat ik wil in het leven.’
Gregory Demuynck (25): ‘Ik heb niet veel nodig’
In een loods in Gavere-Asper staat tussen de oldtimers een grote metalen vrachtwagen. De dubbele stuurcabine ziet er oud uit, maar de oplegger blinkt als nieuw. ‘Ik heb het hele kader zelf gemaakt’, verklaart Gregory. In het dagelijkse leven is hij freelance lasser. ’s Avonds timmert hij aan zijn toekomstig huis.
‘De oplegger van een vrachtwagen gaat meestal maar tot aan de stuurcabine. Mensen bouwen dan daarboven zelf een stuk aan om in te slapen. Maar dat zie je, dus is dat vaak lelijk en veel te smal. Daarom besloot ik om alles zelf te bouwen, zodat het een mooi geheel vormt.’
Aan de grootte van de vrachtwagen te zien, moet dat een serieus werk geweest zijn. En toch kan Gregory alles wat hij ooit heeft opgetekend op een servetje laten zien. ‘Ik ontwerp niets op voorhand. Soms vraag ik wel iets aan vrienden, maar meestal test ik gewoon uit wat ik aan het bouwen ben. Alles verandert toch voortdurend tijdens het proces. Op een bepaald moment heb ik beslist om mijn deur meer naar achteren te plaatsen. Mocht ik plannen hebben gemaakt, zou dat alles omgegooid hebben. Ook in het leven heeft het weinig zin om plannen te maken. Een relatie van zeven jaar valt plots uiteen. Waar sta je dan met je plannen?’
Gregory is een autogek, maar dat hij ooit in een wagen zou wonen, had hij niet gedacht. Die droom was eigenlijk van zijn broer. ‘Maar hij kwam in woelig water en maakte een moeilijke periode door’, vertelt Gregory. ‘Ik wilde hem tonen dat het mogelijk was. Wat je kan als je er gewoon voor gaat. Ondertussen heeft hij ook een vrachtwagen gekocht.’
Zijn vrachtwagen is nog volop in opbouw. Aan het plafond hangen houten latjes met spots in. Links en rechts staan en hangen groene kastjes met tralies voor. Verderop in de loods staat een uit de kluiten gewassen keuken alvast klaar om zijn intrede te doen. ‘Ik heb niet veel nodig’, zegt Gregory. ‘Daarom wil ik de basiszaken, zoals een keuken, extra ruimte geven. Bij mijn vorige verhuis had ik aan twee bestelwagens genoeg voor al mijn bezittingen. Ik heb nog nooit nieuwe meubels gekocht. Ofwel maak ik het zelf, ofwel koop ik iets tweedehands. In beide gevallen is het goedkoper en duurzamer. Ik probeer niet deel te nemen aan de wegwerpmaatschappij.’
In totaal verwacht Gregory ongeveer 25.000 euro te spenderen aan de bouw van zijn huis. ‘Dat ben je ook kwijt als je vijf jaar lang een kot huurt. En ze zijn even groot. Mijn woonruimte is 15 vierkante meter, plus 5 vierkante meter voor de slaapkamer. En aan het einde van de rit heb ik wel iets om te verkopen.’
Zodra zijn wagen gekeurd is, trekt Gregory rechtstreeks vanuit de garage de wijde wereld in. ‘Misschien rijd ik naar Scandinavië om er te freelancen als lasser. De lonen liggen er hoger, en hopelijk kan ik dan de zomermaanden vrijaf nemen om rond te trekken. Dat is nu het plan. Maar plannen veranderen natuurlijk’, knipoogt hij.
Harald Six (27): ‘Ik probeer te leven zonder dat ik een negatief effect heb op een ander’
In grote gekleurde letters staat er ‘Mally Ice Cream’ op de bestelwagen van Harald. Samen met zijn vrouw Hanna woonde hij een jaar lang op 7 vierkante meter in de oude ijscrèmekar. Maar van te veel op elkaars lip zitten is geen sprake.
‘Daarvoor zijn we met de fiets zes maanden door Europa en Azië getrokken’, legt Harald uit. ‘Al onze bezittingen konden in vier fietstassen. Slapen deden we in een tentje. Op die reis waren we eigenlijk nog meer bij elkaar dan in onze bestelwagen in België. Hier gingen we overdag ten minste nog naar ons werk of naar vrienden.’
Vier fietstassen aan bezittingen. Veel hadden ze dus ook niet te verhuizen naar de ijscrèmekar die ze omdoopten tot Bollie. ‘Ik vond het zalig om al onze bezittingen gewoon mee te kunnen nemen’, vertelt Harald. ‘Ik ben protestants opgevoed. De predikant sprak altijd over het beminnen van uw naaste, maar achteraf dronken we dan koffie en aten we chocolade die in erbarmelijke toestanden gemaakt werden. Sindsdien probeer ik te leven zonder dat ik een negatief effect heb op een ander. Daarom kopen we niets te veel, eten we biologisch en hergebruiken we zoveel mogelijk spullen.’
Eerst was het koppel op zoek naar een Tiny House, maar ze vonden nergens een plaats om hun huisje neer te zetten. ‘Omdat het nog niet duidelijk was wat we wilden en waar we wilden wonen, kochten we de bestelwagen voor 12.000 euro. Terwijl we eraan werkten, konden we bij vrienden house sitten.’
Belgen wonen te groot
Hanna haalt een boekje boven dat vol staat met tekeningen en maten. Hanna en Harald hebben alles uitgedacht om het meeste te halen uit hun beperkte ruimte. Een kastdeur doet dienst als schraag om een tafel op te zetten. De stoelen van de stuurcabine kunnen omdraaien en het bed kan in beide richtingen een zetel worden.
‘Het design moest vooral functioneel zijn. Van de handvaten voor de kastjes maakten we bijvoorbeeld gaten, zodat de gasleiding van het kookstel erdoor kan. Voor de rest is het meeste hergebruikt hout. Maar als je alles zelf doet, maak je natuurlijk ook fouten. Bovenaan in de wagen hadden we een stukje niet geïsoleerd. Tijdens de winter kwam er ijs op het plafond.’
Hun Bollie stond meestal geparkeerd op de Gentse Watersportbaan. Van vrienden wisten ze dat je daar kan staan. ‘In principe mag het niet, maar er is gedoogsteun. Twee keer is de politie er geweest toen we daar stonden. Dan verplaats je je even en keer je later weer terug. We waren er zeker niet de enigen. De laatste maanden leerden we er iedereen kennen en aten we ’s avonds samen. Supergezellig.’
Geen slecht woord heeft Harald te vertellen over zijn periode in de ijscrèmekar. En toch staat de bestelwagen nu naast een oer-Vlaams huis. ‘Belachelijk groot’, vindt Harald. ‘Ik denk dat we nog amper boven zijn geweest. Maar we kregen een kindje en wilden graag een eigen tuin om groenten te kweken. Kleine huizen vind je ook niet als je in de natuur wil wonen. Misschien dat we ooit iemand zoeken om hier aan cohousing te doen, want de Belgen wonen te groot. Dat is zeker.’
Enkele dagen later vertrekken Harald, Hanna, hun kindje en Bollie op een laatste reis samen. Daarna doen ze hem van de hand. ‘We gebruiken hem te weinig. Hij dient om in te wonen, niet om er een keer per jaar een reisje mee te doen.’
Lees ook: Krap, maar knap: kleine huisjes met grote toekomst p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier