Waarom er dringend meer nood is aan vrouwelijke en diverse architecten: ‘Alleen zo haal je de blinde vlekken eruit’
Hoe houden we meer vrouwen werkzaam in de architectuur? Naar aanleiding van Internationale Vrouwendag vragen we het aan Evelien Pieters. Zij wil met het Platform voor Architectuur & Feminisme (PAF) open gesprekken aangaan over de inclusiviteitsproblemen binnen de sector. ‘Veel studenten kunnen amper een vrouwelijke architect als rolmodel noemen. Dat is een teken aan de wand.’
‘Nog al te vaak wordt er vertrokken vanuit de vraag of vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de architectuur. Het antwoord is ja, dat weten we intussen wel. Maar als het gesprek elke keer daar moet starten, geraak je nooit tot een substantieel discours. De juiste vraag is: hoe geraken we dan tot een inclusievere sector?’
De Nederlands-Antwerpse Evelien Pieters trachtte haar eigen vraag in 2023 te beantwoorden door zich volop op een nieuw project te storten. Met het Platform voor Architectuur & Feminisme (PAF) brengt ze (aspirerende) architecten van verschillende achtergronden samen om de uitdagingen van de sector te bespreken. Tijdens verschillende praatavonden over uiteenlopende thema’s werpen ze samen een blik op de toekomst van de architectuur, en de al te vaak ontkende rol van vrouwen daarin.
Waarom ben je dit project gestart?
‘Al tijdens mijn architectuurstudie viel me op dat er heel weinig vrouwen besproken werden. We zitten met die erfenis van het modernisme, waarbij de vele kunstenaar-geniën het tot popsterren schopten dankzij hun ontwerpen. Dat heeft een cultuur gecreëerd die voor een groot stuk nog steeds bepaalt hoe we vandaag denken over architectuur of “de architect”.’
Die architect blijkt dan nog steeds vooral mannelijk?
‘Wit, mannelijk en met een zwarte coltrui. (lacht) Er zijn nog steeds heel weinig vrouwelijke architecten echt bekend, zelfs binnen de sector. Onlangs vertelde een studente tijdens een van onze gespreksavonden dat ze voor haar thesis een bevraging had gedaan naar rolmodellen, specifiek ook naar vrouwelijke voorbeelden. Ze had daarvoor tweehonderdvijftig collega-studenten en niet-architecten bevraagd. Slechts een honderdtal kon Zaha Hadid noemen, en amper vijftien vermeldden Marie-José Van Hee. Dat is een teken aan de wand.’
Het aantal vrouwelijke architecten dat mettertijd stopt is een van de grootste problemen binnen de sector. Het wordt ook wel de leaky pipeline genoemd.
‘We zien het stelselmatig gebeuren, ook al studeren er vandaag meer vrouwen af aan de architectuuropleidingen dan mannen. De genderbalans tijdens het studeren is dus het probleem niet, maar in de loop van de carrière vallen er veel meer vrouwen af dan mannen in het ontwerpveld. Daar zijn uiteenlopende redenen voor, van de erg masculiene, competitieve werkcultuur tot de financiële uitdagingen en onzekere werksituatie als zelfstandige die tijdens zwangerschap en moederschap extra zwaar wegen. We zien ook veel minder vrouwen op beslissende posities belanden. Uiteraard is het genuanceerder dan dat: in publieke functies bij de overheid zien we wel meer vrouwen door betere werkomstandigheden en een andere werkcultuur. Toch wachten we ook nog steeds op de eerste vrouwelijke bouwmeester. Het besef groeit dat die leaky pipeline er wel degelijk is.’
Met PAF wil je via dialoog kijken hoe er verandering kan komen.
‘Hoe kunnen we samen sleutelen aan die sector, van binnenuit en van onderop? Dat doen we aan de hand van participatieve gespreksavonden en boekenclubs. Hoe zorgen we voor meer diversiteit in al haar facetten, van gender tot sociaaleconomische achtergrond of kleur? Hoe omarmen we andere waarden als sector? Het gaat immers echt niet alleen maar om die cijfers. Een aantal vrouwen hier en daar gaan niet een hele cultuur veranderen. We moeten met elkaar het gesprek aangaan en ervaringen delen, of jij nu de architect bent die al vijfentwintig jaar een eigen praktijk heeft of de pas begonnen student.’
Hoe helpen deze dialogen in de praktijk? Als je onder gelijkgestemden praat, blijf je dan niet erg in een bubbel zitten?
‘Het zorgt voor bewustwording en verbinding, en het helpt mensen realiseren dat het niet enkel persoonlijke ervaringen zijn maar een collectief issue. De gesprekken bieden voorbeelden en ideeën voor verandering in de praktijk. Wanneer mensen vervolgens naar huis gaan, zullen ze er misschien iets van hebben opgestoken en bespreken met de collega’s aan het koffieapparaat. Of naar een leidinggevende stappen om iets binnen het kantoor aan te kaarten. Soms bereik je de beslissingsnemers het best van onderuit. De cirkels die uitdijen vanuit dit initiatief zorgen op hun beurt voor andere initiatieven.’
Concrete actiepunten wil je liever niet opstellen.
‘Nee, want dat insinueert dat er een quick fix bestaat. Er is niet slechts één reden waardoor er minder vrouwen in de architectuur werken, of stemmen uit minderheidsgroepen. Het vertrekt vanuit een patriarchaal systeem dat ook in deze sector zijn gevolgen heeft. Daarom vind ik die bewustwording net zo belangrijk.’
In het boek Invisible Women werden de gevolgen van mannelijk designs op vrouwenlevens aangekaart. Welke impact zou een meer diverse architectuursector hebben op het algemene welbevinden?
‘Als ik zou generaliseren, zou ik kunnen zeggen dat vrouwen vaker met een sociale blik naar plannen kijken. Is het goed voor iedereen? Minder ego en meer verbinding. Maar uiteraard zijn er ook vrouwen die helemaal niet zo werken. (pauzeert) Als architect krijg je aangeleerd dat je je moet inleven in je opdrachtgevers, maar zo ontstond ook de mythe dat je je in iedereen kán inleven. Diverse teams met meer vrouwen en andere vergeten stemmen zouden een positieve impact hebben op onze publieke ruimtes. Denk bijvoorbeeld ook aan architecten met een beperking: die zullen anders kijken naar een project vanuit hun persoonlijke ervaringen. Alleen zo haal je de blinde vlekken eruit.’
Lees meer op het Platform voor Architectuur & Feminisme (PAF).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier