De gerenommeerde architect Frank Gehry is vrijdag 5 december overleden op 96-jarige leeftijd. De in Toronto geboren Amerikaans-Canadees, laureaat van onder meer de prestigieuze Pritzker Prize, bleef tot op hoge leeftijd actief: in 2018 realiseerde hij nog het centrum voor hedendaagse kunst van de Luma Foundation in Arles.
Met Gehry verdwijnt een grote naam in de internationale architectuurwereld. Zijn gebouwen waren meteen herkenbaar aan hun vloeiende, aparte vormen, alsof ze voortdurend in beweging waren.
Van Hongkong tot Abu Dhabi, van Duitsland tot de Verenigde Staten: in bijna vijftig jaar tijd realiseerde hij iconische projecten op zowat alle continenten. Denk aan Opus Hong Kong, het toekomstige Guggenheim Abu Dhabi, het Vitra Design Museum in Weil am Rhein, het Walt Disney Concert Hall in Los Angeles en uiteraard het wereldberoemde Guggenheim Museum in Bilbao.

In 1989 ontving Gehry de Pritzker Prize, de hoogste onderscheiding binnen de architectuur. In 2016 kreeg hij uit handen van Barack Obama de Presidential Medal of Freedom. Zelfs de populaire cultuur pikte zijn excentrieke stijl op: in een aflevering van The Simpsons verscheen hij als zichzelf, waar hij in Springfield een operagebouw ontwierp dat was geïnspireerd op een verkreukeld vel papier.
Architectuur als kunstvorm
Zijn roem ging hand in hand met een uitgesproken stijl die evenveel bewonderaars als critici kende. Gehry werd opgeleid als ingenieur en raakte pas later in de ban van architectuur, na een ontmoeting met Alvar Aalto. Die invloed liet sporen na, al ontwikkelde hij snel een geheel eigen vormentaal.
Over zijn werk schreef journalist Marie-Noëlle Demay ooit dat ‘zijn oeuvre onlosmakelijk verbonden is met de kunst in het algemeen en met muziek in het bijzonder, waarvoor hij een grenzeloze passie koesterde’. Dat verklaart waarom Gehry zich ook op hoge leeftijd nog met podiumkunsten bezighield. In 2021 ontwierp hij de decors voor de opera Iphigenia, die in Boston in première ging.
In Parijs liet hij zijn stempel na met het gebouw van de Fondation Louis Vuitton, dat als een transparant zeilschip boven het Bois de Boulogne lijkt te varen. Een schoolvoorbeeld van zijn architecturale signatuur: expressief, technisch gedurfd en onmiskenbaar sculpturaal.

‘Architectuur moet het moment en de plaats weerspiegelen, maar tegelijk streven naar tijdloosheid’, zei Gehry ooit. Die ambitie lijkt geslaagd: zijn gebouwen zullen hem zonder twijfel overleven. Hoewel zijn vormen door sommigen als ‘te extravagant’ of ‘te verwrongen’ werden weggezet, trok zijn werk steeds weer de aandacht.
Op kritiek reageerde hij met ironie: ‘Grote kunstenaars worden altijd een beetje voor gek verklaard, dus misschien moet ik dat als een compliment zien.’