Alleen op restaurant gaan lijkt in opmars. Maar hoe ziet zo’n tafeltje voor een eruit in het restaurant van de toekomst?
Het is woensdag en ik heb me klaargemaakt om mezelf mee uit eten te nemen. Bekijk het als een date met jezelf, werd me aangeraden, en dus heb ik me opgekleed. Aan mij zal het alvast niet liggen als de avond tegenvalt. In mijn handtas zitten een boek en een bundel kruiswoordraadsels – nog zo’n tip die ik vooraf kreeg. Het restaurant dat ik uitkoos? Non Solo Tè. Ook mijn gevoel voor zelfrelativering gaat vanavond mee.
Ik mag een tafeltje uitkiezen en dus neem ik plaats in de hoek links, met zicht op de zaal. In alle haast wordt het tweede bestek weggenomen. Het menu is klein en mijn keuze snel gemaakt. Geen oeverloos gepalaver à la ‘wat neem jij?’, maar ook geen ‘zullen we een voorgerechtje delen?’ Als ik mijn gastheer uitleg dat ik geen grote eter ben, leidt hij me moeiteloos naar de lichtere visgerechten.
De restauranttoog – in Azië al veel langer populair – maakte alleen dineren toegankelijker.
Toen ik enkele dagen eerder dit restaurant uitkoos, gebeurde dat niet willekeurig. Op de website van Le Fooding vinkte ik het vakje ‘solo dineren’ aan, een tag die de restaurantgids al in 2010 lanceerde. ‘Rond die tijd merkten we een verschuiving in het restaurantlandschap op’, vertelt mededirecteur Christine Doublet. ‘Steeds meer restaurants durfden af te stappen van het Franse model met enkel tafeltjes voor twee of vier. De restauranttoog, die in Azië al veel langer populair was, kreeg bij ons voet aan wal en maakte alleen dineren toegankelijker.’
‘Ook covid maakte het makkelijker om te solodineren’, zegt Maarten Groven, docent hospitalitydesign aan de Thomas More-hogeschool in Mechelen en medeoprichter van Studio Konrad & Fraay. ‘Er ontstond meer acceptatie rond dingen in je eentje doen. Bovendien wordt er sinds de pandemie nog meer van thuis gewerkt. Wie vroeger de hele dag in een druk kantoor zat, vond het ’s avonds een verademing om in alle rust aan de eigen eettafel te zitten. Maar wie de hele dag op de vier muren van zijn homeoffice heeft gekeken, wil ’s avonds sneller naar buiten.’
De eenzame eter
Cijfers uit het buitenland liegen er niet om: heel wat mensen gaan regelmatig alleen uit eten. In een studie van TouchBistro in de Verenigde Staten verklaarde 29 procent van de bevraagden dat ze wekelijks of vaker alleen dineren of lunchen; bij millennials en gen Z waren die cijfers respectievelijk 49 en 46 procent.
Een vergelijkbaar onderzoek van Lightspeed (2024) in Frankrijk stelde vast dat 45,6 procent regelmatig alleen uit eten gaat. Ook in ons land deed het betaalplatform vorig jaar een rondvraag bij duizend consumenten: net iets minder dan de helft schuift weleens zonder gezelschap aan.

Een groeiende groep solo-eters creëert uitdagingen én mogelijkheden voor restaurants. Op sommige plekken worden alleen etende gasten zelfs financieel beloond. Zo is het lunchmenu in het hippe art-nouveaurestaurant Cyrano in Parijs anderhalve euro goedkoper als je aan de bar eet, en het met een Michelinster bekroonde The Progress in San Francisco serveert halve porties aan halve prijzen aan wie alleen binnenwandelt.
Dat is niet louter liefdadigheid. Een onderzoek van OpenTable in het Verenigd Koninkrijk wees uit dat solo-eters 32 procent meer uitgeven. ‘Iemand die alleen komt eten, geeft per couvert vaak meer uit dan mensen die als koppel komen’, beaamt Groven. ‘Als je daar als restaurant slim op inspeelt, kun je er ook munt uit slaan.’
Elk z’n plek
Wie wil dat sologasten in de buidel tasten, moet er eerst plaats voor maken. Maar daarvoor is het belangrijk om te weten wie die gast juist is en wat zijn noden zijn. ‘Elk horecaproject komt met een specifieke ruimte en doelgroep, maar ook binnen die doelgroep kan er best wat diversiteit bestaan’, klinkt het bij Francesca Bonne van designbureau Altu.
‘Bij het inrichten van restaurant Tribune op de bovenste verdieping van het Gentse Wintercircus hielden we rekening met de bedrijven en start-ups in de omgeving. We dachten aan businesslunches, maar ook aan mensen die tussen meetings door rustig iets willen eten. Zij willen niet altijd de drukte die bij een barstoel komt kijken, dus speciaal voor hen ontwierpen we een toog met uitzicht op de binnenpiste. Wie alleen komt, hoeft dus niet naar een lege stoel of op een muur te kijken en hoeft zelfs niet te interageren met keuken- of barpersoneel, maar kan toch genieten van een fijn uitzicht.’

Groven: ‘Vroeger waren restaurants minder voorzien op solo-eters en er dus ook minder happig op. Meer couverts betekende meer inkomsten en tafels waren standaard voor twee gedekt. Dat klassieke model heeft de laatste jaren een ongelooflijke diversifiëring gekend. Niet in het minst door de toog, maar ook door gemeenschappelijke tafels, chef’s tables en alle concepten daartussen.’
Een uitgekiend horeca-interieur laat ruimte voor elk type gezelschap via verschillende zittypologieën, zegt de docent hospitalitydesign. ‘Solo-eters voelen zich doorgaans het best aan de bar of counter, of in een kleine nis. Koppels en kleine groepjes kiezen eerder voor een intiem tafeltje of een tweepersoonsbankje; families en grotere gezelschappen hebben baat bij een grote tafel of een modulaire opstelling. Elke zitplaats wekt een andere sfeer op. De bar brengt leven in de brouwerij en geeft direct contact met het personeel – ideaal voor wie interactie zoekt of snel wil eten. Nissen en hoekjes bieden beschutting voor een intiem diner of een moment van rust. Een salon voelt huiselijker aan en leent zich voor koffie, aperitief of een informele businesslunch. Door die variatie doordacht te combineren, roep je verschillende scènes op en laat je gasten hun ervaring kiezen: sociaal, intiem, zakelijk of net heel ontspannen.’

‘Doorgaans komen prikkels harder binnen bij wie alleen is’, weet interieurontwerper Sophie Peelman. ‘Met vrienden leun je op café soms urenlang half tegen een barkruk zonder je daarvan bewust te zijn. Maar als je alleen bent, vallen de akoestiek en het comfort des te harder op, omdat er geen gezelschap is dat je afleidt.’
Wie de hele dag op de vier muren van zijn homeoffice heeft gekeken, wil ’s avonds naar buiten om te eten.
Met haar studio Peelvrouw nam de designer onder meer het interieur van slowdownclub Oaas onder handen. ‘Deze koffie- en lunchzaak moest een echte oase worden, een plek waar je een moment voor jezelf kunt nemen en de prikkels van de stad achter je kunt laten. We hebben de ruimte bewust opgedeeld, zodat je je stemming kunt kiezen. Er zijn tafeltjes voor gezelschappen, gezellige hoekjes en zelfs zitballen voor wie alleen is. Het kleurgebruik is sereen en de materialen hoofdzakelijk natuurlijk, ook daarmee wilden we een meer ontspannen en rustgevend gevoel oproepen.’
Me-time
In Non Solo Tè is mijn voorgerecht ondertussen gearriveerd. Dat gaat vlot binnen, misschien zelfs iets té vlot. Zonder pauzes om af en toe iets te vertellen of te vragen, dreigt deze eetervaring wel erg kort uit te vallen. Ik diep het boek op uit mijn handtas en besluit me geen zorgen te maken over pagina’s vol kruimels of sausvlekken. Ergens halverwege bladzijde vier merk ik dat de borden aan de tafel naast mij worden afgeruimd.
Alleen uit eten gaan wanneer je in je eentje op reis bent en dus geen keuze hebt, is de meeste mensen wel bekend. Maar bij wie ervoor kiest alleen op restaurant te gaan in eigen stad, spelen er andere motieven.

‘Ik ga het liefst met vrienden tafelen, maar als ik geen gezelschap vind, laat ik me ook niet tegenhouden’, vertrouwt Bea (62) me toe. ‘Het liefst sla ik dan een praatje met andere gasten in het restaurant, maar in België zit niet iedereen daarop te wachten.’
Met haar open houding vertegenwoordigt Bea de minderheid van de solo-eters. Volgens het onderzoek van Lightspeed in eigen land is slechts dertien procent van deze solitaire tafelgasten hongerig naar sociaal contact.
Voor Emma (26) ligt het anders, zij behoort tot de veertig procent die bewust kiest voor een me-timemoment. ‘Soms kom ik thuis na een drukke werkdag en wil ik mezelf trakteren. Sommige mensen gaan joggen, andere duiken de sauna in, maar voor mij is de ultieme ontspanning genieten van een heerlijke maaltijd terwijl ik me verlies in een boek of puzzel.’
Wat zeggen de buren?
‘Lang niet iedereen die alleen komt eten, wil aandacht of zelfs een uitleg’, vertelt Jonas Kellens, maître van Dim Dining in Antwerpen. ‘Het is aan een goede gastheer of gastvrouw om aan te voelen wat wel en niet kan. Maar we houden wel altijd rekening met een aantal kleinigheden en attenties. Een tafel met meerdere gasten spreek ik toe, maar bij iemand die alleen tafelt, ga ik wat dichter staan en buk ik me een beetje om zo makkelijker contact te maken.’
Het Japans geïnspireerde restaurant zag het aantal solo-eters verdubbelen sinds de pandemie en besloot zelfs het servies aan te passen waar nodig. ‘Onze amuses worden normaal gezien gepresenteerd per twee. Om te vermijden dat het opvalt dat er eentje ontbreekt, kiezen we voor een kleiner bord.’

Restaurant Bloesem, recent door Le Fooding verkozen tot Beste Tafel van 2025, biedt gasten die alleen komen een selectie boeken aan om uit te kiezen. ‘Al maken ze daar zelden gebruik van’, lacht chef Brend Geusen. ‘We houden ook steeds een plaatsje voor hen vrij aan de toog tegen de muur.’
Als je alleen bent, vallen de akoestiek en het comfort harder op, omdat er geen gezelschap is dat je afleidt.
Een aanpak die loont, volgens Christine Doublet. ‘Bloesem was mijn eerste solorestaurantuitje na mijn bevalling. Een paar uur in alle rust genieten en toekijken hoe mensen hun vak tot in de puntjes uitvoeren, dat voelde als een geschenk aan mezelf.’
Mijn eigen solo-etentje loopt stilaan ten einde en ik maak de balans op. Het tafeltje naast mij stond ver genoeg om ongemakkelijk geschuifel te vermijden, maar de conversatie van de buren afluisteren zat er helaas niet in. Ik voerde geen geanimeerd gesprek, maar las wel een flink aantal pagina’s. En er was niemand om de rekening mee te delen, maar ik hoefde ook niet bang te zijn dat iemand ongevraagd het smakelijkste hapje uit mijn bord pikte.
Een succes? Ik durf volmondig ja te zeggen. Iets wat volgens Doublet, meer nog dan aan het restaurant, aan het gezelschap ligt. ‘Uiteindelijk kan een restaurant maar zoveel doen. Alleen uit eten gaan is een mindset: je moet het leuk kunnen hebben met jezelf.’