A house with a view: binnenkijken in een Toscaans zerokilometerhuis
Ze lieten hun hebben en houden en intussen ook hun Belgisch klinkende namen achter om de droom van haar overleden vader in Italië waar te maken. Welkom bij Carlotta en Kri en hun zerokilometerleven in de Toscaanse Maremmaheuvels.
“O ja, ik heb alle 274 afleveringen van Ik Vertrek gezien”, bekent Kri. Heel wat mensen die er stiekem van dromen om hun leven om te gooien en het geluk ver weg van België te zoeken, zijn net als hij verknocht aan het tv-format. Wegens de succesverhalen, maar evengoed door de schrijnende tegenslagen. “Veel mensen lachen daar dan om. Ze denken: hoe onvoorbereid kun je aan zo’n avontuur beginnen? Ik heb altijd respect voor de vertrekkers. Ze proberen tenminste iets anders met hun leven te doen.”
Het is een blij weerzien bij aankomst te Montegiovi, een piepklein gehucht van het grotere Castel del Piano, al heb ik Charlotte en Kristof nog maar één keer eerder ontmoet. Een jaar voor de pandemie, in hun geweldige interieur in Berchem, dat ook in dit magazine verscheen.
Nu praat ik met Carlotta en Kri, zoals hun nieuwe buren hen hebben gedoopt. Hij zit op de grond, in de schaduw van de portico die het HV Pavillon, zoals hun vierkante huis heet, volledig omringt. Net als ik tuurt hij vanop het terras over het dal met olijfboomgaarden. Aan de overkant rijst de Monte Amiata, een uitgedoofde vulkaan die bekendstaat om zijn vruchtbare grond, het oude kastanjebos waar sterrenchefs hun meug halen en de vele wilde everzwijnen en herten. “Het is een heilige berg, al sinds de Etrusken”, weet Kri te vertellen. “Soms kan het uitzicht zo schilderachtig zijn dat het aanvoelt als een fake toneeldecor. Of als een postkaart uit de jaren zeventig.” In de keuken staat Carlotta, even zongebruind als Kri. Ze mengt de ingrediënten voor het kastanjebrood dat ze de volgende dag bij het ontbijt wil serveren. Samen met de zelfgekweekte, zelf geoogste en zelfbereide vruchten en groenten uit de synergetische kweektuin die ze dagelijks bewerken.
Carlotta en Kri hebben niet alleen geprobeerd om hun leven om te gooien, de twee Antwerpse ex-bedienden zijn het volop aan het doen en veranderen daarmee het leven van de mensen om hen heen.
De aanhouder wint
Al ging dat niet zonder slag of stoot. Een lange periode van twaalf jaar ligt er tussen het formuleren van hun wens en het waarmaken van hun droom. “Mensen denken dat alles al zo was toen we hier aankwamen. Ze beseffen niet hoeveel werk eraan voorafging, noch welke bergen van twijfel en angst je moet trotseren voor je zelfs nog maar een spade in de grond steekt”, blikt Kri terug. Vooraleer GGA, een kleine Italiaanse architectenstudio die ze op Coolhunter hadden opgemerkt, kon starten met de bouw van het intussen bekroonde ontwerp, moest eerst de totaal overwoekerde olijfboomgaard die ze hadden gekocht, worden opgekuist. “Twee jaar lang zijn we ieder verlengd weekend en iedere week vakantie naar hier gereden. Gewapend met een tuinschaar en een koevoet hebben we eerst alle bomen, een voor een, verlost van klimop, brandnetels en doornstruiken. In de gietende regen en de brandende zon, enkel wij tweeën.”
Hun eisenpakket voor het huis bleek heel wat uitdagingen met zich mee te brengen. “We wilden absoluut met materiaal en met mensen uit de omgeving werken, binnen een straal van tien kilometer. Er is hier veel vakmanschap aanwezig, maar weinig werk. Daar wilden we iets aan doen. Maar dat strookte niet met de gewoontes van de architecten. Toch is het ons voor negentig procent gelukt”, zegt Kri trots. Het koppel volgde een groot deel van de bouw op via videocalls. Ze herinneren zich lachend hoe beide partijen elkaar allerhande bouwtechnische termen met handen en voeten probeerden uit te leggen.
De architecten en de vloerder komen uit Rimini, de andere ambachtslieden uit kleine, regionale familiebedrijfjes: de schrijnwerkerij van Giovanni en Veronica, de betoncentrale van Salvatore, steenkapper Orazio. Om het huis in het landschap te doen verdwijnen haalde hij elke steen uit of van de bouwgrond zelf. Hij kapte ze ter plaatse en puzzelde ze zorgvuldig bijeen in de droge muur die het dak omvat. “Omdat die niet gemetseld is, ontstaan er holtes en spleten tussen de stenen. Allerlei insecten, vogels en vleermuizen komen zich erin nestelen. ’s Ochtends en ’s avonds is het een continu af- en aanvliegen van al onze huisgenoten”, vertelt Kri. De vredigheid en het geluk die hij uitstraalt terwijl hij over het huis vertelt, werken aanstekelijk.
Voor Jos
Wanneer ik Carlotta naar binnen volg, lopen we langs de strakke betonnen keuken. In het midden van de ruimte dient een monumentaal volume van geplooid aluminium als keukeneiland. De kleurrijk gestreepte keramiek, de verse groenten op het aanrecht, maar vooral de vloer zorgen voor een warme Toscaanse toets. “De kleur van de zomer”, noemt ze het, waarna ze uitlegt hoe de vloerder de tint bekwam. “Door zongedroogd gras te vermalen en in de resine te verwerken. Weinig mensen kunnen dat, daarom gingen we hem in Rimini zoeken.” Acht ruimtes volgen elkaar op op een betonnen plateau rondom een vierkante patio. De kamerhoge vensters staan op een kier, een lichte bries waait langs de linnen gordijnen. “Wist je dat de patio een Toscaanse uitvinding is die de Oude Romeinen vervolgens hebben verspreid? Op de binnenplaats ontstaat koele lucht, die je door het hele huis kunt verspreiden als je wat met de vensteropeningen speelt. We schuilen hier voor de hitte.” Ze stapt verder door de eetkamer, waarin een massieve, betonnen eettafel als een altaar uit de vloer rijst en duwt een voor een de plafondhoge pivoterende deuren van donker geolied sparrenhout open. We lopen langs drie slaapkamers en evenveel badkamers – waarvan twee dienen voor gasten – en eindigen in de woonkamer. Daar hangt een zwart-witfoto aan de muur. “Dat is mijn vader, Jos. Hij heeft ons naar hier geleid.”
Ze vertelt honderduit over hem en haar grootmoeder Leontine, die zeventig jaar geleden een kruidenierszaakje begon in Herentals. Dat groeide uit tot een grote delicatessenzaak vol terroirproducten: Van Eccelpoel. “Vijftig jaar geleden was hij al volop bezig om de allerbeste wijnen, oliën, zuivel en vlees naar België te halen. Hij was zo gepassioneerd dat elke familievakantie daarrond draaide. Het ging zover dat hij concrete plannen maakte om naar het buitenland te verhuizen, om zelf lekkernijen te gaan produceren.” Het noodlot slaat echter toe wanneer Jos overlijdt aan de gevolgen van een auto-ongeluk. Hij is op dat moment 40, Carlotta 14. Niet alleen haar hart wordt verscheurd, ook haar familie.
Nieuw leven
Jaren later, wanneer Carlotta en Kri, die al een koppel vormen sinds de middelbare school, besluiten om de droom van haar vader waar te maken, reageert hun omgeving maar lauwtjes. Ook wanneer ze vol enthousiasme terugkomen van de vele zoektochten naar dé plek. “Als je je leven wilt omgooien in het buitenland, is dat vaak het moeilijkste: steun vinden bij je omgeving. Er worden je zoveel onzekerheden aangepraat: je bedrijfswagen, je job, je huis, je pensioen, ga je dat écht allemaal weggooien?”
De stress die uit dat onbegrip voortvloeide, is vandaag verdwenen. Ze sloegen deuren dicht om er andere te kunnen openen. Hun huis in Antwerpen en hun inboedel hebben ze verkocht, hun jobs opgezegd, hun namen uit het bevolkingsregister geschrapt. “Mij krijgen ze met geen stokken terug naar België”, lacht Carlotta, die duidelijk geniet van haar nieuw leven als olijf- en bioboerin.
Een paar seizoenen geleden boden ze, met een bang hart, de olie van hun eerste volwaardige olijfoogst aan Van Eccelpoel aan. Op het etiket stond ‘Jos’, als hommage aan haar vader. “De olie heeft zoveel gedaan. Ze bracht me dichter bij familieleden met wie ik al jaren geen contact meer had. Mensen die mijn vader hadden gekend, stuurden berichten via Instagram wanneer ze de olie daar in de rekken aantroffen. Ze waren hem niet vergeten. Dat was zo mooi om te beseffen”, vertelt ze, overmand door emotie.
Carlotta als burgemeester
Sinds 2021 kunnen Carlotta en Kri zich volwaardige Montegiovi’s noemen. Langzaam en organisch bouwen ze hun lokale netwerk uit. Wanneer ze niet met hun gasten bezig zijn, in de boomgaard of de kweektuin werken, zoeken ze met hun tweeën naar lekkernijen uit de streek, die ze aan het thuisfront aanbieden. Zoals Jos het hun voordeed. En waar ze kunnen, helpen ze lokale vakmensen aan werk, zoals ze ook deden bij het bouwen van hun huis. Aan een houtbewerker die zijn atelier dreigde te verliezen doneerden ze hun olijfhout, waaruit hij dan weer lepels en broodplanken kon maken om te verkopen. Het keramiekatelier van twee dames krijgt dankzij hen een nieuwe impuls.
Als ik met hen door het dorp rijd of aan een lange tafel vol dorpsgenoten aanschuif, wordt het duidelijk hoe geliefd ze bij de locals zijn. Dat ze altijd op hen kunnen terugvallen, zeggen ze, en dat Carlotta misschien hun burgemeester kan worden. Maar ze zijn ook geliefd bij tweedeverblijvers, zowel Italianen als buitenlanders die een gelijkaardige droom najagen. Want die staan ze met raad en daad bij. “We proberen gewoon de steun die wij in België hebben gemist, hier, rondom ons, wél te geven”, zegt Kri daarover.
De meeste mensen deugen, schreef Rutger Bregman, en sommige nog meer dan andere.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier