Vrije Tribune
‘We beleven een klimatologische voedselcrisis, maar de gemiddelde supermarktbezoeker merkt er amper iets van’
Katrien Van den Bleeken organiseerde in Antwerpen vijf jaar lang boerenmarkten en werkt nu in een biowinkel en op een bioboerderij. Ze ziet met lede ogen aan hoe klimaatverandering, industriële landbouw en foute beleidskeuzes ervoor zorgen dat de winkelrekken dit seizoen minder lokale groenten en fruit bevatten. ‘Ik wil oproepen om beste vrienden te worden met je lokale bioboer. Zo verschijnt er hopelijk gauw weer een lokale, smaakvolle en kleurrijke oogst op ons bord.’
De rekken met lokale groenten van de biowinkel waar ik werk, liggen er eerder verlaten bij. Normaal puilen ze in dit seizoen uit, barstensvol kleur. De aardappelen die op ons bord verschijnen, onze Belgische trots, komen nu van een coöperatie van bioboeren uit het Zuiden.
Vanuit de goesting om zelf met de handen in de aarde te wroeten en met eigen ogen te zien hoe biolandbouw in z’n werk gaat, ben ik dit seizoen begonnen met een dag in de week mee op het veld van een bioboer te werken. Dit bleek een uitstekende beslissing. Wekelijks spring ik vrolijk de fiets op richting het prachtige veld van boer Stijn, die met veel zorg voor zijn gewassen en de natuur zijn land bewerkt. Hij ploegt niet om, werkt volledig met de hand en gebruikt geen pesticiden. Bijgevolg is de bodem van zijn veld voedzaam en levendig.
Dit mooie werk resulteert normaal gezien in een overvloed aan heerlijke biologische groenten en kruiden vol leven, die volgens het ritme van de seizoenen op zijn veld verschijnen.
Door de hevige regenval is het dit jaar helaas ook op het veld van boer Stijn een heuse zoektocht naar oogst voor de trouwe klanten die groentenpakketten afnemen en de vaste bestellingen voor winkels en horeca uit de buurt. Op het veld zal hij dit seizoen tachtig procent van zijn oogst verliezen ten opzichte van andere jaren. Uit de niet verwarmde tunnels komt dit seizoen dertig procent minder oogst.
Gelukkig is de bodem van zijn veld na jaren van ecologische teelt nog vrij doorlaatbaar en zorgt de diversiteit op het veld voor een spreiding van de risico’s. Maar trop is te veel. De extreme weersomstandigheden van de afgelopen seizoenen hebben ondertussen een nefaste uitwerking op alle velden in Vlaanderen.
Onze algemene voeding is een globale industrie geworden. Eentje waar grote machines het werk overnemen en waar velden wereldwijd massaal worden besproeid met pesticiden om snelle en grote oogsten te produceren
We kunnen spreken van een klimatologische voedselcrisis. Eentje waar de gemiddelde supermarktbezoeker momenteel amper iets van merkt. En net daar wringt het schoentje.
Groenten en fruit in de rekken van de reguliere supermarkten worden immers van over heel de wereld ingevlogen aan bodemprijzen. Onze algemene voeding is een globale industrie geworden. Eentje waar grote machines het werk overnemen en waar velden wereldwijd massaal worden besproeid met pesticiden om snelle en grote oogsten te produceren. Zowel voor eigen gebruik als om veevoer te telen. Monocultuur werd de algemene manier om voeding te produceren en honderden gewassen gingen reeds verloren.
Deze industrie bracht ons veel op korte termijn. De hongersnood nam wereldwijd af sinds de jaren 70. Er was een overvloed aan diverse voeding, misschien wel overdaad, in het rijke Westen. Dit model blijkt echter niet duurzaam. De uitstoot van de enorme hoeveelheid fossiele brandstoffen die omgaan in deze industrie ligt mee aan de basis van de huidige klimaatcrisis. Op die manier zorgt de industrialisering van het voedselsysteem intussen voor meer in plaats van minder honger. De klimaatcrisis is immers mee verantwoordelijk voor de wereldwijde stijging van de hongersnood die we nu zien, reeds het vierde jaar op rij. Dat blijkt uit een nieuw VN rapport van mei 2023.
We krijgen een steeds extremer klimaat, waarbij langere periodes van hitte afgewisseld met stevige regenval eerder regel dan uitzondering zijn. Door de bodem jarenlang machinaal uit te buiten en te besproeien trekt de regen de grond niet meer in of is hij niet langer hittebestendig. Met alle gevolgen van dien voor onze landbouw.
Kortom, we pleegden op korte tijd een gigantische roofbouw op ons ecosysteem. De klimaatcrisis zal zich nog verder ontwikkelen. We zullen klimaatrobuuste systemen nodig hebben en aan regeneratieve landbouw moeten doen om de aarde terug te stabiliseren.
De bioboeren die aan regeneratieve land-en bosbouw doen zijn er. Laat ons een voorbeeld nemen aan hen
Maar er is ook hoop. De bioboeren die aan regeneratieve land-en bosbouw doen, zoals boer Stijn, zijn er. Laat ons een voorbeeld nemen aan hen. Laat ons dit type landbouw, ook wel agro-ecologie genoemd, onder de loep nemen en ten volle beleidsmatig en op individueel niveau ondersteunen. Laat ons samen vanuit deze agro-ecologische basis een nieuw voedselsysteem uitwerken.
Er zal grond nodig zijn, handenarbeid en financiële ondersteuning om de kaap van vijf jaar te halen die de bodem nodig heeft om opnieuw een eigen ecosysteem te ontwikkelen. Een sociaal beleid zal ook nodig zijn om gezonde ecologische voeding voor iedereen te voorzien. Op individueel niveau zal er een omschakeling nodig zijn naar minder vlees en meer lokale bio producten volgens de seizoenen op ons bord.
Gelukkig zijn er de laatste jaren tal van geweldige initiatieven ontstaan die de brug maken tussen de bioboeren en de stads- en dorpsbewoners. Er worden lokale boerenmarkten georganiseerd, biologische buurtwinkels kopen rechtstreeks aan bij de boer uit de buurt en voor wie graag online winkelt zijn er bestelplatformen op maat.
Via CSA*-systemen kan je met een jaarlijks veld-abonnement zelf je eigen groenten, fruit of bloemen gaan plukken op het veld.
Steeds meer boeren houden aan hun veld ook een kleine hoevewinkel open en vullen hun groenten en fruit aan met heerlijke eitjes, verse zuivel of hoogwaardig kwaliteitsvlees van bevriende omliggende boeren.
Dit is een warme oproep om beste vrienden te worden met je lokale bioboer. Zo kunnen de rekken van onze winkels mooi gevuld blijven met producten die barsten van kleur en smaak
Ook de horecachefs ontging de uitstekende kwaliteit van deze lokale producten niet. Van opleiding eerder traditionele chefs, zoals bijvoorbeeld Seppe Nobels, specialiseren zich steeds vaker in seizoensgebonden groenten gerechten. Ook zij werken vaak nauw samen met hun lokale bioboer die hen wekelijks topproducten levert. Deze samenwerkingen leveren lekkere culinaire creaties op, boordevol smaak en op het ritme van de seizoenen. Een manier van werken die positief uitdraait voor zowel de boer, de chef als de restaurantbezoeker. En uiteindelijk dus ook positief is voor de bodem en ons klimaat.
Dit is een warme oproep om beste vrienden te worden met je lokale bioboer. Zo kunnen de rekken van onze winkels mooi gevuld blijven met producten die barsten van kleur en smaak én kan onze aarde heropleven. De aarde schenkt immers altijd overvloed, als we maar in de juiste balans met haar leven.
*Community Supported Agriculture (CSA) of ‘gemeenschapslandbouw’ is een systeem waarbij consumenten rechtstreeks samenwerken met lokale boeren. Consumenten kopen vooraf een aandeel in de oogst, waardoor boeren financiële zekerheid hebben en consumenten gedurende het seizoen verse, lokale producten ontvangen. Hierdoor delen zowel boeren als consumenten de risico’s en voordelen van landbouw.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier