Voorpublicatie ‘We eten ons dood’: hoe we met landbouw onze wereld kunnen redden
Eco-ondernemer, landschapsarchitect, opiniemaker, lid van agro-ecologische denktanks en nu ook auteur: Louis De Jaeger is amper 27 en is nu al een maximum-impact-man die zich met al zijn projecten inzet om onze wereld duurzamer te maken. In zijn boek ‘We eten ons dood’, neemt Louis je mee op zijn ontdekkingsreis in Amerika, waarbij hij ongemakkelijke waarheden blootlegt over wat we eten en wat dat met ons en onze planeet doet.
Ik ben een rebel. Ik vecht tegen de realiteit, omdat ik die werkelijkheid niet wil aannemen zoals ze is. Rebel komt van het Latijnse woord bellum, oorlog. Een re-bellis is iemand die zich verslagen voelt en opnieuw de oorlog verklaart, die dus niet opgeeft. Rebellen rebelleren tegen hun verlies. Ik heb me in m’n jeugd verzet tegen verschillende ‘verliezen’.
Vandaag verzet ik me tegen het verlies aan echt voedsel, want ons voedsel is bewerkt, vaak bespoten met pesticiden die nog in het voedsel aanwezig zijn. Het verlies aan een onbewoonbare aarde… Activisten zoals Mahatma Gandhi, Rosa Parks, Martin Luther King worden als rebellen gezien.
Maar ook alle grote uitvinders, entrepreneurs en wetenschappers zijn eigenlijk rebellen. Mensen die zich verloren voelen in de status quo en verandering willen. Zo was Steve Jobs het niet eens met vele conventies en heeft hij de wereld veranderd met Apple-computers en elektronica. Elon Musk zag geen toekomst in de vervuilende auto-industrie en heeft een netwerk van elektrische laadpalen uitgerold waar zijn geliefde elektrische wagens zich kunnen opladen. Marconi was het niet eens met de realiteit dat je enkel kon praten met elkaar als je dicht genoeg bij elkaar stond en vond de radio uit.
Lees ook: ‘Iedere stad verdient een voedselbos’ p>
Ook boeren zijn het soms oneens met de vooropgestelde realiteit en weigeren pesticiden te gebruiken, sommigen zijn hiervoor beboet, bijna in de gevangenis beland, zoals bijvoorbeeld de Franse wijnmaker Emmanuel Giboulot, anderen zijn uitgeroepen tot helden en visionairs. Na ons restaurantbezoek, vleien we ons neer in het park met een ijsje. Dat is het moment om onze plannen voor de volgende maanden toe te lichten. Mijn ouders trekken grote ogen. We hebben ons de voorbije tijd voorbereid op de reis van ons leven. Het vliegticket naar New York is geboekt. Met een oude mobilhome willen we een jaar lang door Amerika trekken. De prachtige uitgestrektheid van de Verenigde Staten trekt ons aan. In documentaires zagen we dat jonge boeren daar veel verder zouden staan met biologisch kweken dan in Europa en dat er enorm veel lokale bio-marktjes zijn. De natuur zou daar ook nog zeer puur en ongerept zijn. Jagen we onze eigen American Dream na? Al ons spaargeld harken we samen om de grote plas over te steken.
Heb je je ooit al eens slecht gevoeld omdat je iets deed waarvan je eigenlijk wist dat het fout was? Dit gevoel hadden we ook bij iedere aankoop. Ons geweten speelde op.
Dit is de eerste echte grote beslissing die ik neem in mijn leven, mijn eerste onderneming. Ik weet dat ik geen rat in de race wil zijn, ik wil iets in mijn leven doen dat een positieve impact heeft op de wereld, maar hoe of wat, is nog onduidelijk. Ik weet ook zeker dat ik boer wil worden, maar ook dat plan is nog niet helder in mijn hoofd. Wat is het doel of de zin in mijn leven? Zo goed als zeker zal ik geen antwoord vinden op die vragen door thuis te blijven wonen, iets te gaan studeren zonder een precieze richting te weten of een of andere job te gaan doen. Rationeel gezien maak ik een sprong in het duister, maar intuïtief heb ik er alle vertrouwen in dat deze ontdekkingstocht vol nieuwe ervaringen mij de weg zal wijzen. Misschien blijven we wel in Amerika?
Ons eerste ontbijt in New York zet ons meteen met onze beide voeten op de grond: we eten smaakloos fruit uit een cornershop in Queens, voor we de metro nemen en de Big Apple verkennen. De volgende dag gaan we met de Greyhoundbus naar North Adams, Massachusetts, waar we te gast zijn bij een zeer lief Amerikaans koppel met een zoontje van tien. Beiden zijn opgegroeid in de flowerpowertijden in en rond San Francisco en vertellen ons verhalen over hoe mooi en perfect Californië wel is, maar ook hoe onleefbaar duur. Daarom zijn ze verhuisd naar North Adams. Ze hebben heel het land doorkruist om een van de meest progressieve betaalbare plekjes te vinden. We genieten van de streek en starten onze zoektocht naar een mobilhome.
We worden meteen aangetrokken door de organic markets en shops. Het lijkt wel een ideale wereld: mooi uitgestalde exotische producten, lekkere proevertjes, ongelofelijk vriendelijke mensen… Aan de kassa toont het ticket echter een totaalsom die ons budget overstijgt. In onze naïviteit waren we vergeten dat gezond eten een prijs heeft. We willen wel organic oftewel bio kopen, maar als we deze prijzen blijven betalen zal onze reis maar één maand duren in plaats van een jaar. Hoe kan het nu dat de bio-appels hier vijf keer duurder zijn dan de niet-bio in de supermarkt? Dat de sojamelk dubbel zoveel kost als elders? Gelukkig ontdekken we dollar stores, waar alles te koop is voor één dollar en we onze geliefde biologische sojamelk vinden, en andere al dan niet biologische producten. Hetzelfde geldt in de Walmart, de grootste supermarktketen ter wereld. Na eventjes zoeken lukt het ons ook daar chips met enkel zeezout te vinden en biologische pindakaas. We rijden naar kleine en minder kleine stadjes in de prachtige heuvels van de Berkshires, op zoek naar een rijdend huisje. We zien er in alle vormen en prijzen. We komen teleurgesteld terug van een kleine crappy mobilhome waarin een dode muis bleek te liggen, die gaan we beslist niet kopen.
Op de terugweg zien we een reuze mobilhome met een bordje: te koop. We zijn verleid, stoppen de wagen en krijgen een rondleiding. We worden uiteindelijk verliefd op een oude Dodge van dertig jaar oud, zeven meter lang en vijf ton zwaar. Een typisch oubollig maar zeer verzorgd interieur, mooie oranje en bruine kleuren. We knappen hem op en starten ons avontuur. We nemen afscheid van ons gastgezin, rijden de beschermende heuvels af en doorkruisen Albany, de hoofdstad van de staat New York. Ons geïdealiseerd beeld van Amerika wordt een beetje doorprikt als we geconfronteerd worden met de getto’s. We beleven onze huwelijksreis aan de verbluffende Niagara Falls, hoewel we nog niet getrouwd zijn. Ze zijn nog mooier dan op de postkaarten of in de films. We rijden rond de grote meren in Canada en genieten er mateloos van. Onderweg zijn er kleine boerderijtjes waar we de variëteiten groenten en fruit gewoon niet kunnen tellen omdat het er zoveel zijn.
Iedere euro of dollar die je uitgeeft is een stem voor een landbouwsysteem. Hoe meer mensen biologisch voedsel kopen, hoe meer biologisch voedsel er zal gekweekt en verkocht worden, zo simpel is het.
Meestal zijn het jonge en optimistische mensen die ze runnen. Ze hebben allemaal de droom om heel Amerika op deze manier te voeden. Ze hebben het gemunt op reuzen als Monsanto, Bayer… die de boeren in hun macht zouden hebben. Ze zijn verontwaardigd over de manier waarop de Amerikaanse landbouw de natuur en de landschappen echt vernietigt. Mijn vriendin en ik zijn beiden geïnspireerd door hun passie en kunnen onszelf hier helemaal in vinden. Alleen jammer dat we bij hen enkel uit sympathie een kilo worteltjes kunnen kopen en de rest moeten halen bij de Walmart, om het zolang mogelijk vol te houden met ons kleine budget.
Een oudere boer die we tegenkomen vertelt dat het voedselsysteem een democratie is: ‘Iedere euro of dollar die je uitgeeft is een stem voor een landbouwsysteem. Hoe meer mensen biologisch voedsel kopen, hoe meer biologisch voedsel er zal gekweekt en verkocht worden, zo simpel is het.’ We zijn dus allesbehalve goed bezig. We dromen van een ideale wereld waarin we ons voedsel kopen bij kleinschalige lokale boerderijtjes, maar ons krappe budget duwt ons richting Walmart. We doen ons best om betaalbaar bio te kopen, maar zijn gefrustreerd omdat we ons ideaal niet kunnen realiseren. Heb je je ooit al eens slecht gevoeld omdat je iets deed waarvan je eigenlijk wist dat het fout was? Dit gevoel hadden we ook bij iedere aankoop. Ons geweten speelde op.
Toen we op een dag in een of andere Walmart stonden kwam een oudere sportieve dame met kort grijs haar naar ons toe. Ze was aan het pochen hoe goed en gezond bio wel is. Met een vriendelijk maar toch belerend toontje wees ze naar de bio sojamelk die we in onze handen hadden. Ondanks de ‘bio’ kon het toch zijn dat de sojabonen genetisch gemodificeerd waren. ‘Sorry darlings, maar deze bio sojamelk is eigenlijk echt wel ongezond en slecht voor de planeet.’ Nog iets waarmee we rekening moeten houden, dus: de zogenoemde Genetisch Gemodificeerde Organismen, beter bekend als ggo’s. Is biologisch voedsel niet altijd het allerbeste? Blijkbaar niet. In Amerika heb je ook ggo-bio.
Biologische producten die volgens sommigen fake zijn. Industriële, grootschalige destructieve landbouw die pesticiden gewoon heeft ingeruild voor bio-pesticiden. We voelden ons nu net een beetje goed door dit ietwat goedkopere bio eten te kopen in de Walmart, valt dat nu ook in het water. Godverdomme. We doen nu zo hard ons best, en het is nog stééds niet goed? Op de duur zou je gewoon zeggen: fuck bio! Stik in jullie niet genetisch gemodificeerde sojamelk! De hele entourage van betweterige bio-mensen, zoals dat mens in de Walmart, doet je snappen waarom zoveel mensen uit principe geen bio kopen. Je wil die bio-bitches eigenlijk het liefst van al gewoon irriteren door voor hun neus een Big Mac te eten.
Dit is zo’n moment waarop ik denk aan m’n papa en hem misschien beter begrijp. Mijn vader kreeg zijn hele jeugd biologische en macrobiotische producten op zijn bord dankzij mijn grootmoeder ‘Chimay’. Hierdoor kreeg hij een degout van alles wat bio en veggie is. Zelfs al snapt hij rationeel dat bio misschien wel beter is, er is iets in hem dat zich nog steeds verzet. Een ding is duidelijk, als we de wereld bio willen maken houden we best op met aan ieders oren te zagen, want dit werkt duidelijk averechts.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier