Een heel traditioneel gerecht dat niet meer zo frequent gegeten wordt, maar het is de moeite waard om eens te proberen.
Een heel traditioneel gerecht dat niet meer zo frequent gegeten wordt, maar het is de moeite waard om eens te proberen.
Voor 4 personen
4 sneden uier van 140 g
50 g boter
3 el versnipperde sjalot
1,5 dl droge, witte wijn
4 dl room
peper en zout
1/2 el graanmosterd
30 g bloem
4 aardappels om te koken
1/2 savooikool
Bereiding
1. Kook de aardappelen. Verwijder de buitenste bladeren van de savooikool. Snijd de grote nerven weg. Snijd de kool in fijne reepjes en kook deze gaar in lichtgezouten water. Koel de kool onmiddellijk af in koud water, zodat de mooie groene kleur blijft. Stoof de uitgelekte kool in gesmolten boter en kruid met peper en zout.
2. Kruid de vier sneden uier, bestrooi met bloem en bak in boter tot de uier goudbruin is aan beide kanten. Verwijder de uier en stoof de sjalot in dezelfde pan. Blus de warmte met witte wijn en laat het vocht inkoken tot de helft. Voeg de room toe en kook opnieuw tot de helft van het volume in.
3. Werk de saus af met mosterd (daarna niet meer koken). Verdeel de kool over vier warme borden. Leg de uier op de kool, giet de mosterdsaus over de uier en leg een aardappel op ieder bord.
