Een wildstoofpotje is altijd een voltreffer op koude, winterse dagen. Verras je gasten met deze originele combinatie van everzwijn en peren.
Voor 4 personen
- 1 wortel
- 1 ui
- 1 coeur de boeuf-tomaat
- 1 stengel selderij
- 1 teen knoflook
- 1,2 kg everzwijnfilet
- 2 takjes tijm
- 1,5 l krachtige rode wijn (bv. Cahors)
- 0,5 dl cognac
- 0,5 dl zonnebloemolie
- 2 el bloem, gezeefd
- 2 peren
- 20 g boter
- 10 g roze peper, grof gemalen
- 3 el aalbessengelei
Bereiding
1. Maak de marinade twee dagen op voorhand. Schil de wortel, de ui, de tomaat, de selderij en de knoflook en snijd in fijne reepjes. Snijd de everzwijnfilet in blokjes van 3 cm. Doe deze samen met de groenten in een grote kom. Voeg de tijmblaadjes, zwarte peper en zout toe. Schep goed om en zet onder met de rode wijn en de cognac. Dek de kom af met een schone doek en zet 48 uur koel weg.
2. Haal de dag zelf het vlees uit de marinade en bak goudbruin in een stoofpan met de hete zonnebloemolie. Doe er de bloem bij en meng goed door elkaar, zodat al het vlees bedekt is met bloem. Voeg de groenten en het vocht van de marinade toe, dek de pan af en laat 2 uur zacht stoven. Roer regelmatig om.
3. Schil de peren, snijd in vieren en verwijder het klokhuis. Smelt de boter in een antiaanbakpan en bak de peren in 5 minuten goudbruin. Kruid met de roze peper en een snuifje zwarte peper. Houd warm.
4. Haal het everzwijn na 2 uur uit de pan en zeef de saus. Giet deze weer in de pan en roer er de aalbessengelei door. Laat 5 minuten al roerend inkoken op hoog vuur. Doe het everzwijn weer in de saus, samen met de gebakken peren. Schep voorzichtig om en laat enkele minuten doorwarmen alvorens het stoofpotje te serveren.
