De paters van Averbode geven boeren een gezicht: wat je moet weten over de stikstofcrisis
Het melkveebedrijf van de abdij van Averbode wordt onder het nieuwe stikstofdecreet bedreigd in haar voortbestaan. Dat roept heel wat emotionele reacties op. Wat nu met ons erfgoed, onze kaas en ons ijs?
De abt van de abdij van Averbode heeft een onrustwekkende brief in de bus gekregen. Ondanks verschillende genomen maatregelen de afgelopen jaren, stoot het melkveebedrijf toch nog te veel stikstof uit om onder nieuwe regelgeving te kunnen blijven draaien. Dat nieuws leidt tot verontwaardigde en vaak emotionele reacties op sociale media. Is menig twitteraar en Facebook-commentator terecht bezorgd over het voortbestaan van de Averbode-abdijkaas? Wint natuur het van (culinair) erfgoed? Of wordt hier terecht een vervuiler op de vingers getikt?
Wat is stikstof en wat is het probleem daarmee?
Stikstof is een reukloos en onzichtbaar gas dat overal is, net zoals zuurstof. Net geen tachtig procent van de lucht rondom ons bestaat uit stikstof. Dat vormt op zich geen probleem voor mens of milieu, meer zelfs: planten hebben stikstof nodig om te kunnen groeien, net zoals ze water nodig hebben. Maar stikstof kan wel reacties aangaan met andere stoffen. Zonder al te veel nachtmerries over de chemielessen in het middelbaar op te roepen: in combinatie met mest uit de veeteelt ontstaat er ammoniak, de combinatie met uitlaatgassen levert stikstofoxiden op.
Die gassen zijn dan wel weer schadelijk. Voor de mens leveren ze problemen op aan de ademhaling. Op korte termijn lijden ze tot problemen bij mensen met luchtwegaandoeningen, op lange termijn vermindert iedereens longfunctionaliteit en stimuleert het de ontwikkeling van astma.
Ook de natuur lijdt eronder. Net zoals te veel water voor sommige planten dodelijk kan zijn, is te veel stikstof nefast voor bepaalde soorten. En het is net de verscheidenheid aan soorten die cruciaal is om het complexe systeem achter de natuur draaiende te houden. Minder soorten grassen en kruiden betekent dat insecten het lastiger zullen krijgen, wat op zijn beurt dan weer zijn effect heeft op het vogelbestand, wat dan weer het voedsel is van zoogdieren enzovoort. En dat ecosysteem… daar leven wij in.
De onzichtbare crisis bedreigt dus niet alleen onze gezondheid, maar ook onze biodiversiteit en zo ook onze voedselzekerheid. Daarnaast krijgt de klimaatverandering nog een extra duwtje in de rug door een overdaad aan stikstof: de stikstofoxide lachgas is een krachtig broeikasgas.
Wat kunnen we daaraan doen?
Er is consensus over de eindoplossing – de uitstoot van stikstof moet naar omlaag -, maar vele wegen leiden naar Rome. Omdat landbouw verantwoordelijk is voor 79 procent van de binnenlandse stikstofneerslag, wordt in Vlaanderen vooral naar die sector gekeken. Boeren zetten de afgelopen jaren veel in op technologische innovatie, waardoor mest bijvoorbeeld sneller afgevoerd wordt en geen tijd heeft om ammoniak te vormen. Een ander pad is minder uitstoten door te schrappen aan de basis: minder verplaatsingen, minder industrie, minder landbouwdieren.
Vlaanderen trekt met haar stikstofakkoord vooral die laatste kaart. De 58 meest vervuilende veeteeltbedrijven – samen goed voor 300.000 dieren – zullen ten laatste tegen 2025 de deuren moeten sluiten. 116 andere veeteeltbedrijven met aanvaardbaardere uitstoot kregen een aanbod tot vrijwillige stopzetting. Ook de varkenssector moet stevig schrappen in aantal dieren: daar gaat het van 5,7 miljoen naar 4 miljoen in 2030.
Hoe zijn de paters van Averbode hierbij betrokken geraakt?
Sinds het ontstaan van de abdij zo’n negenhonderd jaar geleden voorzien de paters van Averbode in hun onderhoud door koeien te houden en onder andere kaas te maken. Dat doen ze vandaag nog altijd, zij het op grotere schaal dan in de begindagen. Vandaag staan er zo’n 130 melkkoeien op de site in Averbode. Daarmee is het een eerder klein bedrijf, maar het ligt wel te midden van verschillende natuurgebieden die door Europa beschermd worden. Uitgestoten stikstof daalt neer in de directe omgeving, waardoor de unieke gebieden rond de abdij bedreigd worden.
Daarom kreeg het melkveebedrijf in 2014 al een ‘oranje kaart’. De enorme investeringen die de paters toen hebben gedaan om de boerderij te vernieuwen, mochten niet baten. Hoe het is kunnen gebeuren, is nog onduidelijk, maar vandaag staat het melkveebedrijf te boek als ‘rood’, of: te sluiten tegen 2025.
Verdient dit erfgoed en de abdijkaas van Averbode dan geen bescherming?
De abdij van Averbode werd gesticht in 1134. Als machtig instituut bepaalde de abdij eeuwenlang mee hoe de omgeving zich ontwikkelde en de norbertijnen die er verbleven, maakten ook sinds het begin zaken als kaas en bier. De abdij heeft dus zeker een plaats in ons (culinair) erfgoed.
Toch is het nogal sterk om te stellen dat een eventuele sluiting van het melkveebedrijf op de abdijsite ‘900 jaar geschiedenis wegvaagt’, zoals menig socialemediagebruiker vreest. De manier waarop de paters werken is immers al erg veranderd. Al die eeuwen geleden was er bijvoorbeeld geen sprake van een hoogtechnologische stal die zoveel dieren huisvest, om maar iets te noemen.
Ook de Averbode-abdijkaas zelf hoeft misschien niet te verdwijnen. Want die wordt vandaag ook al niet op de abdijsite gemaakt met de melk van die 130 koeien. Dat zit zo: de abdij van Averbode is lid van Milcobel, de grootste coöperatie van melkveehouders van ons land. Milcobel haalt de melk van al haar aangesloten producenten op en verwerkt die tot eindproducten voor de consument. Niet onbelangrijk in dit verhaal is dat daarbij melk van meerdere producenten gemengd kan worden. Het is dus zeer goed mogelijk dat wat je in de winkel koopt als abdijkaas van Averbode nooit melk van Averbode is geweest. Dat mag perfect, want er bestaat geen wetgeving over wat (geen) abdijkaas genoemd mag worden.
De kazen worden wel afgerijpt op de abdij. Dat is een erg belangrijk proces in het kaasmaken, maar niet iets wat absoluut niet meer zou kunnen als de plaatselijke melkerij de deuren zou sluiten. De romantiek van de kaasmakende abdij verdient dus wel enige nuance.
Maar we moesten toch lokaal consumeren?
Het klopt dat de veeteelt in België minder belastend is voor het milieu dan die in pakweg Paraguay en dus ook dat lokaal geteeld vlees en zuivel altijd de duurzamere keuze is dan vlees of zuivel van elders. Dat ligt niet enkel aan de voedselkilometers, maar ook aan de manier van werken van onze boeren: zij investeren al jaren in technologische innovaties die hun uitstoot verlagen.
Dat neemt echter niet weg dat veeteelt altijd mest zal opleveren waarmee stikstof zal reageren, en verandert helaas ook niets aan het feit dat te veel stikstof onze natuur en gezondheid in het gedrang brengt. Innovatie alleen kan het teveel aan stikstof niet oplossen. De Vlaamse overheid ziet geen andere oplossing dan verschillende boerderijen (al dan niet vrijwillig) op te doeken om zo het aantal landbouwdieren terug te dringen.
Worden boeren en de paters van Averbode dan aan hun lot overgelaten?
Stoppende veeboeren krijgen een vergoeding, die wordt berekend op basis van de waarde en economische toestand van hun bedrijf. Bij vrijwillige stopzetting voor het verstrijken van de uiterste deadline komt daar een surplus bovenop. Er komt evenwel geen berekeningsformule om de waarde van de emotionele verankering van een landbouwer aan zijn boerderij, vaak al generaties lang doorgegeven, te becijferen. Het stikstofakkoord maakt gewag van een sociaal flankerend beleid en sociale begeleiding van boeren, maar specifieert niet hoe dat eruit zal zien. Het staat dan ook ongeveer in de sterren geschreven dat de jaren tot 2025 nog erg woelig en emotioneel zullen worden bij heel wat veehouders.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier