Ilse Ceulemans
‘Is het niet vreemd, als straks de oma’s en opa’s allemaal strak in het vel zitten?’
In een tijd waarin een jeugdig uiterlijk en frisse ideeën de norm zijn en chirurgen met nog frissere ideeën komen – Injecties met eigen vet! Stamcellen in je huid! – heb je de keuze: laat je zien hoe oud je bent, of niet?
Vlinderlift. Dat is het mooiste woord dat ik onthouden heb uit de interviews met de plastisch chirurgen voor het artikel over verjongingstechnieken. Een vlinderlift is een lift van je lip die ervoor zorgt dat je geen zuinig mondje krijgt. Je kent dat wel, zo’n benepen mondje als Hyacinth Bouquet uit Schone Schijn, zo’n mond die berispt en kijft, maar zelden nog uitbundig lacht en zeker niet uitzinnig kust. Zo’n lip die in een smalle streep verandert, die benadrukt dat de bochtige maar heerlijk lustige wegen van het leven niet meer genomen worden. Een streep onder een tijd die geweest is.
Toen een van de plastisch chirurgen het zei, moest ik dus even slikken. ‘Wist je dat de bovenlip twintig procent langer wordt met het ouder worden en dat ze ook een beetje gaat hangen?’ Hij meldde het droog. Er viel een stilte boven het steriele bureau. Rimpels, oké. Grijze haren, so what. Maar een lange, sip hangende lip? Wat een streep door de rekening. En ik die dacht dat de volkswijsheid ‘je krijgt het gezicht zoals je geleefd hebt’ altijd opgaat: heel je leven een sippe mond trekken, dat wordt oud zijn met een dunne lip.
Is het niet vreemd, als straks de oma’s en opa’s allemaal strak in het vel zitten?
Nee dus. Door dit bezoek zit ik nu met een angst. De angst voor de streep in mijn gezicht. Want zo’n streep wil ik niet. Ik wil de mond van iemand die voluit leeft. Lippen die krullen en smullen, lippen die goesting hebben in de dagen. Ik kan dan ook maar moeilijk beschrijven wat ik voelde toen de arts het woord uitsprak. Vlinderlift. De oplossing: ‘We maken een kleine insnede onder de neus en trekken de lip een beetje op. Het geeft een heel natuurlijk resultaat, helemaal anders dan de opgespoten lippen van sommige Amerikaanse actrices.’
‘Alle schoonheidsoperaties gebeuren vanuit een emotionele drijfveer’, zei een van de chirurgen nog. De weken die volgden kan ik samenvatten als: een verwarrende periode. Wat begon met de vraag ‘wil ik een vlinderlift?’ is geëindigd met ‘hoe ver kun je uiterlijk af staan van hoe je je vanbinnen nog steeds voelt?’ Is het decadente luxe om dan plastische chirurgie te overwegen? Wat als je je vandaag laat opereren, maar uiteindelijk niet eens oud wordt? En is het ook niet vreemd, als straks de oma’s en opa’s in Planckendael allemaal strak in het vel zitten, de lippen gelift en de nek keurig opgespannen?
Veroudering en de soms verwoestende kracht van verandering. In een tijd waarin een jeugdig uiterlijk en frisse ideeën de norm zijn en chirurgen met nog frissere ideeën komen – Injecties met eigen vet! Stamcellen in je huid! – heb je de keuze: laat je zien hoe oud je bent, of niet? Over de keuzestress die dat teweegbrengt, spreek ik me vandaag niet verder uit.
Wel nog dit. Afgelopen weekend was ik in een boekenwinkel. Het nieuwe boek van Lieve Blancquaert, Last days, zoog mijn aandacht. Het gaat over doodgaan, maar ook over ouder worden. Blancquaert vindt dat we in het westen somber omgaan met ouderdom. In sommige andere culturen is het iets dat respect en ontzag afdwingt. Ze wil een kleine revolutie starten tegen het negativisme waarmee we hier naar ouderen kijken. Op de achterflap van het boek schrijft ze: Laat mij vrij zijn, dansen, kussen en bewegen. Laat mij lachen en laat mij zijn. Met rimpels, plooien en hangend vel.
De vlinderlift zit voorlopig nog even in de koelkast. In plaats daarvan kocht ik het boek en trok ik ’s avonds een fles roze cava open. Erger dan een smal mondje zijn benepen gedachten.
ilse.ceulemans@knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier