Verhalen uit het rusthuis: ‘Jonge mensen denken dat wij dit niet snappen’
Sokken breien, kruiswoordpuzzels oplossen en skypen met je familie: zijn dat de ingrediënten die ervoor zorgen dat je als bejaarde de lockdown overleeft? De vier rusthuisbewoners in ons testpanel zijn er stellig van overtuigd. ‘Al is het gemis gigantisch.’
In lockdown-tijden zitten we met z’n allen samengehokt tussen vier muren, maar wat als je écht geïsoleerd bent? Knack Weekend praatte met vier ouderen die in een woonzorgcentrum leven over hoe zij de coronacrisis ervaren. Volgens het personeel van de rusthuizen zijn die isolatiemaatregelen niet te onderschatten: ‘Soms moeten we erop toezien dat de familie van de bewoners hen niet staat op te wachten achter een boom.’
Elsa (85): ‘Zeventig jaar geleden zat ik ook al eens in quarantaine’
Elsa Minnen woont al bijna vier jaar in het woonzorgcentrum De Wyngaert in Rotselaar en weet wat het is om in afzondering te zitten. ‘Toen ik net vijftien was, heb ik het ook meegemaakt. Ik zat toen in afzondering voor tuberculose en dat heeft een grote indruk op me nagelaten. Het is ontzettend belangrijk te doen wat er van ons gevraagd wordt, want de wetenschap kan alleen maar helpen als iedereen de krachten bundelt.’
En hoewel ze begrip heeft voor de maatregelen, mist Elsa de gewone gang van zaken. ‘Bezoek van familieleden is verboden, maar dat houdt die van mij niet tegen om naar De Wyngaert te komen. Alleen mogen ze nu niet binnen, met als gevolg dat we wat naar elkaar zitten te kijken en te zwaaien van achter het venster. Net een dierentuin.’ (lacht)
Op de vraag of ze zich alleen voelt, is Elsa vastberaden: ‘Al achttien jaar ben ik alleen, dus ik ben het ondertussen wel gewend. Ik heb ook genoeg omhanden: ik naai zelf mijn kleren en ik brei geregeld. En als de kruiswoordpuzzels me vervelen dan leg ik de kaarten. Als dit alles is overgewaaid moet je maar eens langskomen, dan leg ik ze voor jou. Al zal dat niet snel zijn, want ik vrees dat de situatie nog lang zal aanslepen. Gelukkig doet het personeel van De Wyngaert er alles aan om het voor ons zo aangenaam mogelijk te maken. Chapeau daarvoor.’
Dat het alle hens aan dek is, bevestigt ook verzorgster Lieve Geeraerts: ‘We vinden het belangrijk dat de bewoners in contact kunnen blijven met hun familie en daarom hebben we tablets in huis gehaald. Heel wat personeel offert ook hun vrije dag op om te komen helpen en zelfs de directie wandelt met mensen in de tuin. Ikzelf verzorg nu ook het haar van de mensen, want de kapper komt niet meer langs.’
Germaine (89): ‘Het gemis is gigantisch, wat moet ik ook doen in m’n eentje?’
Ondanks al die extra moeite, heeft Germaine Aerts het bijzonder moeilijk. Amper een jaar woont ze in het woonzorgcentrum in Rotselaar, waarvan nog maar zes maanden zonder haar partner. ‘Hij overleed hier in september’, klinkt het weemoedig. ‘In het jaar dat ik hier nu woon, heb ik veel vrienden gemaakt. Nieuwe vrienden, maar ook oude vrienden van vroeger. Ik houd ervan om te babbelen, ik ben niet graag alleen en ik kan me niet goed bezighouden in m’n eentje. Wat moet je ook doen als je heel de dag op je kamer zit?’
‘Wat ik nog het ergste vind, is dat mijn man door een familieruzie een van onze kleinkinderen nooit heeft ontmoet. Zo’n gedachten maken me ziek. Mijn dochter zie ik normaal twee keer per week en zij zorgt dan dat mijn was proper is, en nu kan ik haar niet eens meer bedanken. Ze moet de kleren afzetten aan de ingang. Mijn zoon heb ik al sinds Kerstmis niet meer gezien. Het gemis is gigantisch.’
Tony (88): ‘Het voordeel is dat ik nu alle tijd van de wereld heb voor mijn kruiswoordpuzzels’
Tony Van Der Beken trekt zich veel minder aan van de situatie. Hij woont al anderhalf jaar in rusthuis de Edelweis in Begijnendijk, en laat de coronacrisis kalmpjes over zich heen komen. ‘Het is wat het is, ik kan er toch niets aan veranderen. Als ik eerlijk ben, is er ook niet echt veel veranderd in mijn leven. Ik mag mijn kamer niet meer buitenkomen en ik heb geen contact meer met de andere rusthuisbewoners, maar ik vind dat ook niet erg.’
‘Ik kan me heel goed bezighouden in mijn eentje door kruiswoordpuzzels op te lossen. Al drie jaar ben ik geabonneerd op zo’n boekje en hoewel ik er veel mee bezig ben, sta ik toch nog achter op schema.’ Of de lockdown zal opgeheven worden begin april? ‘Ik denk het niet. Zo’n dingen hebben tijd nodig. Het voordeel is dan wel dat ik alle tijd van de wereld zal hebben voor mijn puzzels.’
Johan Arits, directeur van woonzorgcentrum De Verlosser in Dilbeek, komt dezer dagen niet aan puzzelen: ‘Omdat we een tuin van tien hectaren hebben, moeten we soms ook een beetje champetter spelen en erop toezien dat de familie van de bewoners hen niet staat op te wachten achter een of andere boom. Ik hoop vooral dat de maatregelen die nu genomen zijn een tijdje van kracht blijven zodat iedereen een routine kan ontwikkelen.’
Eulalie (90): ‘Ik vertel mijn elf achterkleinkinderen niet hoe bang ik ben’
Eulalie Van Damme klinkt met haar negentig lentes helemaal niet zoals je zou verwachten. Ze heeft een daadkrachtige, heldere stem die getuigt van een nuchtere aard. ‘Ik sta heel sterk in mijn schoenen. Ik moet wel, mijn oudste kleinzoon overleed zopas aan de gevolgen van een tumor. Daardoor besefte ik dat er geen andere optie is dan sterk te zijn.’
Eulalie werkte 25 jaar voor het OCMW en zetelde daarna enkele jaren als schepen in de gemeenteraad van Groot-Bijgaarden. Jaren geleden al wist ze dat ze op haar oude dag in De Verlosser in Dilbeek wilde vertoeven. ‘Ik kende het rusthuis al van in mijn jaren als schepen en mijn keuze stond toen al vast. Die tuin van tien hectaren, da’s toch zalig? Dat is mijn houvast in deze gekke dagen, we moeten ergens hoop uit putten.’
‘Want ook al spreek ik het niet uit tegen hen, ik ben enorm bang voor de toekomst van mijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. In wat voor onzekere wereld leven we nu? Mijn tijd is voorbij: ik heb hard gewerkt en er staat een goede familie aan mijn zijde. Mijn nageslacht denkt spijtig genoeg dat de ouderen, ook ik dus, niet snappen wat er gaande is. Daarom vertel ik hen niet hoe bang ik ben.’
‘Gelukkig kan ik via mijn computer contact met mijn familie houden, mijn achterkleinkinderen zijn mijn lichtpuntjes. Gisteren nog kreeg ik een filmpje doorgestuurd van de jongste die op zijn trompet speelt. Daar trek ik mij aan op. Je kan niet heel de dag kruiswoordpuzzels maken hè.’
Lees ook: Wat doet sociale isolatie met een mens? Drie singles vertellen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier