Van een boek dat harten beroert tot een bekroonde modecollectie: dit zijn de winnaars van 2021
Was ook 2021 een coronajaar dat we het liefst snel achter ons laten? Voor onze gasten geldt alvast het tegendeel. Aan de feesttafel van Knack Weekend vertellen ze bij wat hapjes en drankjes over hun onvergetelijke jaar. ‘Ik moet mezelf blijven vertellen: dit gebeurt echt.’
– ‘En waar woon jij?’
– ‘In Anderlecht.’
– ‘Oh, ik ook. Waar?’
– ‘Vlak bij het Zuidstation.’
– ‘Maar ik ook! In welke straat?’
– ‘Bij de Triangle, in een van die zijstraatjes.’
– ‘Echt? Wij zijn buren!’
Lize Spit lijkt zich van enthousiasme haast in haar rundertagliata met truffelmayonaise te verslikken wanneer ze hoort dat Eduard Both en zij praktisch naast elkaar wonen. Het klikt tussen de schrijfster en de modeontwerper. Dat ze beiden iets te vieren hebben, een glamoureuze outfit aantrokken en net hun eerste glas champagne binnen hebben, is ook niet bepaald ongunstig voor de sfeer.
Het afgelopen jaar bleek ook de tweede roman van Lize Spit niet weg te slaan uit de lijsten met bestverkochte boeken. Alsof dat nog geen reden genoeg was om te feesten, vroeg ze ook nog eens haar partner, schrijver Rob van Essen, ten huwelijk. Modeontwerper Eduard Both herlanceerde deze zomer succesvol zijn eigen label Cap Studio met een hemdencollectie en opende zijn eigen showroom in Parijs. Knack Weekend nodigde hen en drie andere winnaars van het voorbije jaar uit voor het eerste kerstfeest van 2021 in de Brusselse kunstgalerie Le Beau a une Adresse.
Samen met designerduo Fien Muller en Hannes Van Severen, die dit jaar tien jaar samenwerken aan prachtige Belgische meubels, kersverse sterrenchef Dokkoon Kapueak van het Knokse restaurant Boo Raan en danser-choreograaf Joffrey Anane, die zich sinds kort artist in residence mag noemen bij het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, blikken we terug op een alsnog feestelijk jaar. Iemand nog wat champagne?
Fien Muller en Hannes Van Severen: ‘Bij het zien van het eerste prototype voel ik me een kind op kerstdag’
Als knitweardesigner werkte Eduard Both (28) al voor modehuizen als Miu Miu, Ports 1961, Bernadette en Meryll Rogge. Dit jaar herlanceerde hij zijn eigen label CAP Studio met een genderloze hemdencollectie en opende hij een showroom in Parijs.
‘Uit elke crisis komen goede dingen voort. Het was tijdens de lockdowns in 2020 dat ik besloot om CAP Studio nieuw leven in te blazen. Ik vluchtte uit ItaliĆ« toen de coronacijfers stegen en belandde in BelgiĆ« terug tussen mijn oude schoolspullen en naaimachine. Zo ben ik met enkele oude stoffen opnieuw aan de slag gegaan. Dankzij een fabrikant in Milaan kreeg zo uiteindelijk de nieuwe collectie vorm. Terwijl de voorbereidingen dus in 2020 gebeurden, viel alles het afgelopen jaar in zijn plooi. We lanceerden de collectie deze zomer, kregen verschillende publicaties en openden een showroom in Parijs.
Gezien mijn ervaring als knitweardesigner lijkt een hemdencollectie misschien onverwacht, maar ik laat me graag inspireren door spontane ingevingen. Ook al werk ik als freelancer nog aan knitwear voor andere labels, toch voel ik hoezeer ik het heb gemist om eigen ontwerpen te maken. In de collectie zaten alvast twee gebreide hemden, het is de bedoeling om dat nog uit te breiden. Het idee is dat je met een van mijn hemden meteen een volwaardige outfit hebt die casual gedragen kan worden, maar die evengoed de show kan stelen op een receptie of feest.
Ik heb al van verschillende mensen gehoord dat hun hemd hun lijfstuk is geworden. Dat is natuurlijk een ongelooflijk compliment. Wanneer je je niet op je gemak voelt in je kleren, ben je jezelf niet. Ik maakte de collectie daarom ook genderneutraal. Als ontwerper heb ik altijd al een bepaalde vrijheid gevoeld wanneer ik geen rekening moest houden met hokjes. Iedereen ziet er goed uit in een hemd, waarom zou je daar dan een bepaald gender op plakken?
Ik hou erg van feesten. Eender welke reden om te vieren is goed voor mij. Samen met mijn huisgenoten hebben we de traditie om elk feest te vieren, van Chinees Nieuwjaar tot Halloween. Het afgelopen jaar waren er dus verschillende momenten waarop ik het glas heb geheven. Ook op CAP natuurlijk. 2022 belooft een minstens even feestelijk jaar te worden. Meer kan ik daar nog niet over kwijt.’ (lacht)
Fotoassistent: Leoni Jones – Stylist: Joffrey Anane: Oemer Khan — Productieassistenten: Indira Cardinaels en Sara Van Der Peet — Make-up: Florence Teerlinck Haar: Marlien Echelpoel — Coƶrdinatie: Ellen De Wolf — Met dank aan Le Beau A Une Adresse (MoliĆØrelaan 313, 1180 Ukkel) voor de locatie, lebeauauneadresse.com — Verkoopinfo: zie verderop.
Joffrey Anane (29) is danser en comedian. Tijdens de culturele luwte van de voorbije twee jaar startte hij met de webreeks Afro Belg, waarin hij op humoristische wijze racisme en discriminatie aan de kaak stelt. Hij is binnenkort ook artist in residence bij het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA).
‘Ik, een comedian? Het enige dat ik weet is dat ik mensen graag laat lachen. Ik heb zelf ook heel lang dingen die mij dwarszaten weggelachen. Ik ging naar school in Nijlen, waar mijn pleegouders wonen en waar veel onwetendheid heerste over mijn Afrikaanse afkomst. Ik lachte vaak mee omdat ik niet echt bezig was met mijn huidskleur. Het was pas rond mijn zestiende dat ik dat op een andere manier ben gaan bekijken.
Toen ik tijdens de lockdowns op TikTok grappige filmpjes zag over herkenbare Vlaamse dingen, zoals familiefeesten of school, merkte ik dat ik toch enkele andere ervaringen had. Ik ging onder de naam Afro Belg op zoek naar een manier om dat op een humoristische manier duidelijk te maken. Toen mijn mentors Ish Ait Hamou en Yves Ruth vertelden dat ze er meer in zagen, besloten we samen een webreeks te maken. Die is in een uitverkochte Arenberg in premiĆØre gegaan. Ish en Yves waren de producenten, Anthony Nti en Chingiz Karibekov namen de regie op zich. Zo werd het een mooie en herkenbare reeks, allemaal door Belgische Afrikanen.
Ik ben ondertussen niet gestopt met dansen. Binnenkort ben ik artist in residence bij het KMSKA. Dat vind ik een ongelooflijke eer. Ik ben nog een beetje aan het uitzoeken hoe ik die rol wil invullen. Wel heb ik gevraagd of ze me verschillende schilders en werken kunnen aanreiken, omdat ik wil bijleren. Ik moet er nog steeds aan wennen wanneer mensen me feliciteren met hoe goed ik bezig ben. Het woord ‘succes’ spreek ik zelf niet graag uit, maar onlangs had ik enkele dagen vrij en kwamen er plots wel tranen vrij.
Ik ben jarig tussen kerst en Nieuwjaar. Tram drie, jong. (blaast) Het is niet dat ik tegen de leeftijd opkijk, maar wel naar de manier waarop de maatschappij er allerlei verwachtingen aan koppelt. Misschien ga ik met enkele vrienden op reis, of maken we het Mechelseplein of het Antwerpse Zuid onveilig. Een ding staat vast: het gaat goed gevierd worden.’
Eduard Both: ‘Ik voel meer vrijheid wanneer ik geen rekening houd met hokjes’
Als knitweardesigner werkte Eduard Both (28) al voor modehuizen als Miu Miu, Ports 1961, Bernadette en Meryll Rogge. Dit jaar herlanceerde hij zijn eigen label CAP Studio met een genderloze hemdencollectie en opende hij een showroom in Parijs.
‘Uit elke crisis komen goede dingen voort. Het was tijdens de lockdowns in 2020 dat ik besloot om CAP Studio nieuw leven in te blazen. Ik vluchtte uit ItaliĆ« toen de coronacijfers stegen en belandde in BelgiĆ« terug tussen mijn oude schoolspullen en naaimachine. Zo ben ik met enkele oude stoffen opnieuw aan de slag gegaan. Dankzij een fabrikant in Milaan kreeg zo uiteindelijk de nieuwe collectie vorm. Terwijl de voorbereidingen dus in 2020 gebeurden, viel alles het afgelopen jaar in zijn plooi. We lanceerden de collectie deze zomer, kregen verschillende publicaties en openden een showroom in Parijs.
Gezien mijn ervaring als knitweardesigner lijkt een hemdencollectie misschien onverwacht, maar ik laat me graag inspireren door spontane ingevingen. Ook al werk ik als freelancer nog aan knitwear voor andere labels, toch voel ik hoezeer ik het heb gemist om eigen ontwerpen te maken. In de collectie zaten alvast twee gebreide hemden, het is de bedoeling om dat nog uit te breiden. Het idee is dat je met een van mijn hemden meteen een volwaardige outfit hebt die casual gedragen kan worden, maar die evengoed de show kan stelen op een receptie of feest.
Ik heb al van verschillende mensen gehoord dat hun hemd hun lijfstuk is geworden. Dat is natuurlijk een ongelooflijk compliment. Wanneer je je niet op je gemak voelt in je kleren, ben je jezelf niet. Ik maakte de collectie daarom ook genderneutraal. Als ontwerper heb ik altijd al een bepaalde vrijheid gevoeld wanneer ik geen rekening moest houden met hokjes. Iedereen ziet er goed uit in een hemd, waarom zou je daar dan een bepaald gender op plakken?
Ik hou erg van feesten. Eender welke reden om te vieren is goed voor mij. Samen met mijn huisgenoten hebben we de traditie om elk feest te vieren, van Chinees Nieuwjaar tot Halloween. Het afgelopen jaar waren er dus verschillende momenten waarop ik het glas heb geheven. Ook op CAP natuurlijk. 2022 belooft een minstens even feestelijk jaar te worden. Meer kan ik daar nog niet over kwijt.’ (lacht)
Fotoassistent: Leoni Jones – Stylist: Joffrey Anane: Oemer Khan — Productieassistenten: Indira Cardinaels en Sara Van Der Peet — Make-up: Florence Teerlinck Haar: Marlien Echelpoel — Coƶrdinatie: Ellen De Wolf — Met dank aan Le Beau A Une Adresse (MoliĆØrelaan 313, 1180 Ukkel) voor de locatie, lebeauauneadresse.com — Verkoopinfo: zie verderop.
Dokkoon Kapueak (39) is chef van het Thaise restaurant Boo Raan in Knokke-Heist. Op haar zesentwintigste verhuisde ze van Thailand naar Belgiƫ, waar ze dit jaar, tot haar eigen verbazing, werd bekroond met een eerste Michelinster.
‘Voor de culinaire wereld was 2020 een ongelooflijk moeilijk jaar. Boo Raan was bijna een volledig jaar niet open geweest. Dat we in januari plots een Michelinster kregen was dan ook geheel onverwacht. Ik moet mezelf blijven vertellen: dit is echt. Het afgelopen jaar heb ik verschillende interviews gegeven, maar het is niet minder onwezenlijk gaan voelen.
Ik had nooit durven dromen van een ster, omdat de manier waarop wij koken en ons eten presenteren ver weg ligt van wat ik dacht dat een Michelinrestaurant doet. In Thailand is streetfood meer ingeburgerd in de betere keukens, maar hier linkte ik de onderscheiding heel erg aan opgemaakte mensen in kostuum en obers in stijve uniformen; heel strikt, misschien zelfs een beetje hautain. In ons restaurant eet je alsof je thuis bent en deel je gerechten die samen op tafel komen met vrienden en familie.
In november bracht ik mijn eerste kookboek uit, iets wat al gepland stond voor het nieuws in januari. Hoewel ik het natuurlijk leuk vind om op die manier recepten te delen, is het jammer dat er steeds minder gerechten van generatie op generatie worden overgedragen. In Thailand is het echt traditie om recepten te leren van je ouders of grootouders. Vandaag gaat dat ritueel steeds vaker verloren.
Zelf heb ik leren koken van mijn grootmoeder, de passie voor eten heb ik van haar meegekregen. Het moment dat ik de ster kreeg, voelde dat dan ook heel dubbel omdat zowel zij als mijn vader niet langer hier zijn om het mee te maken. (krijgt tranen in de ogen) Ik had dit heel graag met hen willen delen. De voorbije twee jaar kon ik ook niet terugreizen naar mijn moeder in Thailand omdat het land de grenzen sloot. Binnenkort ga ik voor het eerst terug. Hoewel ik haar aan de telefoon op de hoogte heb gehouden, beseft ze niet goed hoe speciaal het is om dit te verwezenlijken. Toch merk ik dat ze trots is op mij.
Een tweede ster verwacht ik niet, ik heb nu al het gevoel dat ik mijn stoutste verwachtingen heb overtroffen. I’m really happy, en plan gewoon verder te werken zoals we bezig waren: Thai food for everyone.’
Joffrey Anane: ‘Ik moet nog steeds wennen aan mensen die me feliciteren’
Joffrey Anane (29) is danser en comedian. Tijdens de culturele luwte van de voorbije twee jaar startte hij met de webreeks Afro Belg, waarin hij op humoristische wijze racisme en discriminatie aan de kaak stelt. Hij is binnenkort ook artist in residence bij het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA).
‘Ik, een comedian? Het enige dat ik weet is dat ik mensen graag laat lachen. Ik heb zelf ook heel lang dingen die mij dwarszaten weggelachen. Ik ging naar school in Nijlen, waar mijn pleegouders wonen en waar veel onwetendheid heerste over mijn Afrikaanse afkomst. Ik lachte vaak mee omdat ik niet echt bezig was met mijn huidskleur. Het was pas rond mijn zestiende dat ik dat op een andere manier ben gaan bekijken.
Toen ik tijdens de lockdowns op TikTok grappige filmpjes zag over herkenbare Vlaamse dingen, zoals familiefeesten of school, merkte ik dat ik toch enkele andere ervaringen had. Ik ging onder de naam Afro Belg op zoek naar een manier om dat op een humoristische manier duidelijk te maken. Toen mijn mentors Ish Ait Hamou en Yves Ruth vertelden dat ze er meer in zagen, besloten we samen een webreeks te maken. Die is in een uitverkochte Arenberg in premiĆØre gegaan. Ish en Yves waren de producenten, Anthony Nti en Chingiz Karibekov namen de regie op zich. Zo werd het een mooie en herkenbare reeks, allemaal door Belgische Afrikanen.
Ik ben ondertussen niet gestopt met dansen. Binnenkort ben ik artist in residence bij het KMSKA. Dat vind ik een ongelooflijke eer. Ik ben nog een beetje aan het uitzoeken hoe ik die rol wil invullen. Wel heb ik gevraagd of ze me verschillende schilders en werken kunnen aanreiken, omdat ik wil bijleren. Ik moet er nog steeds aan wennen wanneer mensen me feliciteren met hoe goed ik bezig ben. Het woord ‘succes’ spreek ik zelf niet graag uit, maar onlangs had ik enkele dagen vrij en kwamen er plots wel tranen vrij.
Ik ben jarig tussen kerst en Nieuwjaar. Tram drie, jong. (blaast) Het is niet dat ik tegen de leeftijd opkijk, maar wel naar de manier waarop de maatschappij er allerlei verwachtingen aan koppelt. Misschien ga ik met enkele vrienden op reis, of maken we het Mechelseplein of het Antwerpse Zuid onveilig. Een ding staat vast: het gaat goed gevierd worden.’
Eduard Both: ‘Ik voel meer vrijheid wanneer ik geen rekening houd met hokjes’
Als knitweardesigner werkte Eduard Both (28) al voor modehuizen als Miu Miu, Ports 1961, Bernadette en Meryll Rogge. Dit jaar herlanceerde hij zijn eigen label CAP Studio met een genderloze hemdencollectie en opende hij een showroom in Parijs.
‘Uit elke crisis komen goede dingen voort. Het was tijdens de lockdowns in 2020 dat ik besloot om CAP Studio nieuw leven in te blazen. Ik vluchtte uit ItaliĆ« toen de coronacijfers stegen en belandde in BelgiĆ« terug tussen mijn oude schoolspullen en naaimachine. Zo ben ik met enkele oude stoffen opnieuw aan de slag gegaan. Dankzij een fabrikant in Milaan kreeg zo uiteindelijk de nieuwe collectie vorm. Terwijl de voorbereidingen dus in 2020 gebeurden, viel alles het afgelopen jaar in zijn plooi. We lanceerden de collectie deze zomer, kregen verschillende publicaties en openden een showroom in Parijs.
Gezien mijn ervaring als knitweardesigner lijkt een hemdencollectie misschien onverwacht, maar ik laat me graag inspireren door spontane ingevingen. Ook al werk ik als freelancer nog aan knitwear voor andere labels, toch voel ik hoezeer ik het heb gemist om eigen ontwerpen te maken. In de collectie zaten alvast twee gebreide hemden, het is de bedoeling om dat nog uit te breiden. Het idee is dat je met een van mijn hemden meteen een volwaardige outfit hebt die casual gedragen kan worden, maar die evengoed de show kan stelen op een receptie of feest.
Ik heb al van verschillende mensen gehoord dat hun hemd hun lijfstuk is geworden. Dat is natuurlijk een ongelooflijk compliment. Wanneer je je niet op je gemak voelt in je kleren, ben je jezelf niet. Ik maakte de collectie daarom ook genderneutraal. Als ontwerper heb ik altijd al een bepaalde vrijheid gevoeld wanneer ik geen rekening moest houden met hokjes. Iedereen ziet er goed uit in een hemd, waarom zou je daar dan een bepaald gender op plakken?
Ik hou erg van feesten. Eender welke reden om te vieren is goed voor mij. Samen met mijn huisgenoten hebben we de traditie om elk feest te vieren, van Chinees Nieuwjaar tot Halloween. Het afgelopen jaar waren er dus verschillende momenten waarop ik het glas heb geheven. Ook op CAP natuurlijk. 2022 belooft een minstens even feestelijk jaar te worden. Meer kan ik daar nog niet over kwijt.’ (lacht)
Fotoassistent: Leoni Jones – Stylist: Joffrey Anane: Oemer Khan — Productieassistenten: Indira Cardinaels en Sara Van Der Peet — Make-up: Florence Teerlinck Haar: Marlien Echelpoel — Coƶrdinatie: Ellen De Wolf — Met dank aan Le Beau A Une Adresse (MoliĆØrelaan 313, 1180 Ukkel) voor de locatie, lebeauauneadresse.com — Verkoopinfo: zie verderop.
Voor Lize Spit (34) was dit een jaar van lof en liefde. Haar tweede roman, Ik ben er niet, stond non-stop in de bestsellerslijsten en de Brusselse schrijfster verloofde zich met haar partner, de Nederlandse schrijver Rob van Essen.
‘ Ik ben er niet is bijna een jaar oud, maar door corona kon ik deze zomer pas aan de boektournee beginnen. Het boek gaat over liefde en hoe die kan lijden onder mentale problemen, maar het voelt alsof ik nu pas ontdek, door lezers te ontmoeten, wat voor boek ik eigenlijk Ć©cht schreef. Zo vertelde een vrouw dat ze haar vader, die aan een manische depressie leed, nooit begrepen had. Hij was intussen overleden, maar door mijn boek besefte die vrouw dat haar vaders gedrag allicht beĆÆnvloed werd door zijn medicatie, waardoor ze hem plots wĆ©l snapte. Dat vond ze bijzonder helend en ik erg ontroerend.
Begin dit jaar was ik nog erg bang voor de reacties uit de zorgsector. Ik heb het ziektebeeld van manische depressie jarenlang van heel dichtbij meegemaakt, ik wist erg goed waarover ik schreef, toch was de opluchting groot toen zowel psychiaters als patiƫnten lieten weten hoe blij ze waren dat dit boek bestond.
Ik heb de reacties op dit boek bewuster beleefd dan bij mijn debuut, maar het moeilijkste aan 2021 was dat ik, door de pandemie, een beetje stopte met het leven te vieren. Er was geen officiƫle boekvoorstelling, geen Kerstmis met familie. Hoe langer de lockdowns duurden, hoe meer ik de rituelen begon te missen die horen bij kantelpunten in het leven.
2021 is gelukkig ook het jaar waarin ik besloot te willen trouwen. Toen Rob nog in Amsterdam woonde, hadden we een latrelatie, maar sinds corona was hij bij mij ingetrokken. Het aanzoek kwam er nadat ik eerst in een symbolisch literair huwelijk was getreden met de Franstalige auteur Thomas Gunzig, een promostunt om lezers en schrijvers over de taalgrens dichter bij elkaar te brengen. Ik had Rob gevraagd of hij dit okĆ© vond en hij stemde liefdevol mopperend in. Dat vond ik zo hartelijk van hem, dat ik polste wat hij zou antwoorden als ik hĆ©m ten huwelijk zou vragen, waarop hij meteen ‘ja’ zei.
Door ons leeftijdsverschil, Rob is vijfentwintig jaar ouder, ben ik dankbaarder geworden voor het leven. Ik ga ervan uit dat we nog vijftien jaar hebben als gelijken, voor zijn lichaam begint te verouderen. Dat maakt dat ik elke dag bewust beleef en niets nog vanzelfsprekend vind. Elke ochtend denk ik: ik ben zo blij dat wij samen zijn.’
Dokkoon Kapueak: ‘Ik had dit heel graag met mijn vader en grootmoeder willen delen’
Dokkoon Kapueak (39) is chef van het Thaise restaurant Boo Raan in Knokke-Heist. Op haar zesentwintigste verhuisde ze van Thailand naar Belgiƫ, waar ze dit jaar, tot haar eigen verbazing, werd bekroond met een eerste Michelinster.
‘Voor de culinaire wereld was 2020 een ongelooflijk moeilijk jaar. Boo Raan was bijna een volledig jaar niet open geweest. Dat we in januari plots een Michelinster kregen was dan ook geheel onverwacht. Ik moet mezelf blijven vertellen: dit is echt. Het afgelopen jaar heb ik verschillende interviews gegeven, maar het is niet minder onwezenlijk gaan voelen.
Ik had nooit durven dromen van een ster, omdat de manier waarop wij koken en ons eten presenteren ver weg ligt van wat ik dacht dat een Michelinrestaurant doet. In Thailand is streetfood meer ingeburgerd in de betere keukens, maar hier linkte ik de onderscheiding heel erg aan opgemaakte mensen in kostuum en obers in stijve uniformen; heel strikt, misschien zelfs een beetje hautain. In ons restaurant eet je alsof je thuis bent en deel je gerechten die samen op tafel komen met vrienden en familie.
In november bracht ik mijn eerste kookboek uit, iets wat al gepland stond voor het nieuws in januari. Hoewel ik het natuurlijk leuk vind om op die manier recepten te delen, is het jammer dat er steeds minder gerechten van generatie op generatie worden overgedragen. In Thailand is het echt traditie om recepten te leren van je ouders of grootouders. Vandaag gaat dat ritueel steeds vaker verloren.
Zelf heb ik leren koken van mijn grootmoeder, de passie voor eten heb ik van haar meegekregen. Het moment dat ik de ster kreeg, voelde dat dan ook heel dubbel omdat zowel zij als mijn vader niet langer hier zijn om het mee te maken. (krijgt tranen in de ogen) Ik had dit heel graag met hen willen delen. De voorbije twee jaar kon ik ook niet terugreizen naar mijn moeder in Thailand omdat het land de grenzen sloot. Binnenkort ga ik voor het eerst terug. Hoewel ik haar aan de telefoon op de hoogte heb gehouden, beseft ze niet goed hoe speciaal het is om dit te verwezenlijken. Toch merk ik dat ze trots is op mij.
Een tweede ster verwacht ik niet, ik heb nu al het gevoel dat ik mijn stoutste verwachtingen heb overtroffen. I’m really happy, en plan gewoon verder te werken zoals we bezig waren: Thai food for everyone.’
Joffrey Anane: ‘Ik moet nog steeds wennen aan mensen die me feliciteren’
Joffrey Anane (29) is danser en comedian. Tijdens de culturele luwte van de voorbije twee jaar startte hij met de webreeks Afro Belg, waarin hij op humoristische wijze racisme en discriminatie aan de kaak stelt. Hij is binnenkort ook artist in residence bij het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA).
‘Ik, een comedian? Het enige dat ik weet is dat ik mensen graag laat lachen. Ik heb zelf ook heel lang dingen die mij dwarszaten weggelachen. Ik ging naar school in Nijlen, waar mijn pleegouders wonen en waar veel onwetendheid heerste over mijn Afrikaanse afkomst. Ik lachte vaak mee omdat ik niet echt bezig was met mijn huidskleur. Het was pas rond mijn zestiende dat ik dat op een andere manier ben gaan bekijken.
Toen ik tijdens de lockdowns op TikTok grappige filmpjes zag over herkenbare Vlaamse dingen, zoals familiefeesten of school, merkte ik dat ik toch enkele andere ervaringen had. Ik ging onder de naam Afro Belg op zoek naar een manier om dat op een humoristische manier duidelijk te maken. Toen mijn mentors Ish Ait Hamou en Yves Ruth vertelden dat ze er meer in zagen, besloten we samen een webreeks te maken. Die is in een uitverkochte Arenberg in premiĆØre gegaan. Ish en Yves waren de producenten, Anthony Nti en Chingiz Karibekov namen de regie op zich. Zo werd het een mooie en herkenbare reeks, allemaal door Belgische Afrikanen.
Ik ben ondertussen niet gestopt met dansen. Binnenkort ben ik artist in residence bij het KMSKA. Dat vind ik een ongelooflijke eer. Ik ben nog een beetje aan het uitzoeken hoe ik die rol wil invullen. Wel heb ik gevraagd of ze me verschillende schilders en werken kunnen aanreiken, omdat ik wil bijleren. Ik moet er nog steeds aan wennen wanneer mensen me feliciteren met hoe goed ik bezig ben. Het woord ‘succes’ spreek ik zelf niet graag uit, maar onlangs had ik enkele dagen vrij en kwamen er plots wel tranen vrij.
Ik ben jarig tussen kerst en Nieuwjaar. Tram drie, jong. (blaast) Het is niet dat ik tegen de leeftijd opkijk, maar wel naar de manier waarop de maatschappij er allerlei verwachtingen aan koppelt. Misschien ga ik met enkele vrienden op reis, of maken we het Mechelseplein of het Antwerpse Zuid onveilig. Een ding staat vast: het gaat goed gevierd worden.’
Eduard Both: ‘Ik voel meer vrijheid wanneer ik geen rekening houd met hokjes’
Als knitweardesigner werkte Eduard Both (28) al voor modehuizen als Miu Miu, Ports 1961, Bernadette en Meryll Rogge. Dit jaar herlanceerde hij zijn eigen label CAP Studio met een genderloze hemdencollectie en opende hij een showroom in Parijs.
‘Uit elke crisis komen goede dingen voort. Het was tijdens de lockdowns in 2020 dat ik besloot om CAP Studio nieuw leven in te blazen. Ik vluchtte uit ItaliĆ« toen de coronacijfers stegen en belandde in BelgiĆ« terug tussen mijn oude schoolspullen en naaimachine. Zo ben ik met enkele oude stoffen opnieuw aan de slag gegaan. Dankzij een fabrikant in Milaan kreeg zo uiteindelijk de nieuwe collectie vorm. Terwijl de voorbereidingen dus in 2020 gebeurden, viel alles het afgelopen jaar in zijn plooi. We lanceerden de collectie deze zomer, kregen verschillende publicaties en openden een showroom in Parijs.
Gezien mijn ervaring als knitweardesigner lijkt een hemdencollectie misschien onverwacht, maar ik laat me graag inspireren door spontane ingevingen. Ook al werk ik als freelancer nog aan knitwear voor andere labels, toch voel ik hoezeer ik het heb gemist om eigen ontwerpen te maken. In de collectie zaten alvast twee gebreide hemden, het is de bedoeling om dat nog uit te breiden. Het idee is dat je met een van mijn hemden meteen een volwaardige outfit hebt die casual gedragen kan worden, maar die evengoed de show kan stelen op een receptie of feest.
Ik heb al van verschillende mensen gehoord dat hun hemd hun lijfstuk is geworden. Dat is natuurlijk een ongelooflijk compliment. Wanneer je je niet op je gemak voelt in je kleren, ben je jezelf niet. Ik maakte de collectie daarom ook genderneutraal. Als ontwerper heb ik altijd al een bepaalde vrijheid gevoeld wanneer ik geen rekening moest houden met hokjes. Iedereen ziet er goed uit in een hemd, waarom zou je daar dan een bepaald gender op plakken?
Ik hou erg van feesten. Eender welke reden om te vieren is goed voor mij. Samen met mijn huisgenoten hebben we de traditie om elk feest te vieren, van Chinees Nieuwjaar tot Halloween. Het afgelopen jaar waren er dus verschillende momenten waarop ik het glas heb geheven. Ook op CAP natuurlijk. 2022 belooft een minstens even feestelijk jaar te worden. Meer kan ik daar nog niet over kwijt.’ (lacht)
Fotoassistent: Leoni Jones – Stylist: Joffrey Anane: Oemer Khan — Productieassistenten: Indira Cardinaels en Sara Van Der Peet — Make-up: Florence Teerlinck Haar: Marlien Echelpoel — Coƶrdinatie: Ellen De Wolf — Met dank aan Le Beau A Une Adresse (MoliĆØrelaan 313, 1180 Ukkel) voor de locatie, lebeauauneadresse.com — Verkoopinfo: zie verderop.
Fien Muller (43) en Hannes Van Severen (42) oogstten dit jaar heel wat succes met een tapijtontwerp voor cc-tapis en een collectie objecten voor HAY. Naar aanleiding van hun tienjarig bestaan loopt nu een overzichtstentoonstelling in het Design Museum Gent en verscheen een monografie bij Walther Kƶnig.
Hannes: ‘De tentoonstelling in Villa Cavrois in 2020 was een mijlpaal waar we enorm naar uitkeken, maar die in mineur is verlopen. Door corona was er geen opening. Mensen die we er graag hadden gezien konden er niet raken. Alles werd stopgezet na drie maanden in plaats van de verwachte zes.’
Fien: ‘Daardoor hechtte ik minder belang aan onze tiende verjaardag. Tot de expo in het Design Museum Gent. Die is wel groots geopend, zonder mondmaskers bovendien. We konden iedereen die we de afgelopen jaren hebben ontmoet, terugzien. Dat deed zoveel deugd. Ik werd er emotioneel van.’
Hannes: ‘Het was ook een ontlading. We hebben er een jaar lang naartoe gewerkt. We vreesden of wat we in ons hoofd hadden wel zou lukken. Een idee alleen volstaat niet. Hoe een object zich in zo’n mastodont van een gebouw gaat gedragen weet je niet op voorhand.’
Fien: ‘Dat merk je pas als je begint op te bouwen. Dan stijgt de spanning, de stress neemt toe. Veel beslissingen kun je dan pas nemen. En dan is het erop of eronder.’
Hannes: ‘Het schoonste moment bij het ontwerpen is het zien van het eerste prototype. Daar kunnen we soms echt lang op wachten. Tot plots een koerier aan de voordeur verschijnt. De doos gaat open, ik roep van pure opwinding ‘ oh yeah, oh yeah’ en voel me weer een kind op kerstdag.’
Fien: ‘Dan vieren we dat met champagne. We zetten het stuk in onze living. We draaien errond, beginnen te fantaseren en blikken terug op het proces. Da’s echt genieten.’
Hannes: ‘Dan staan we daar in volle bewondering. Op zo’n moment kunnen we echt liefde voor een object voelen.’
Fien: ‘Er wordt vaak gevraagd naar onze strategie. We hebben wel een visie over het pad dat we willen volgen, maar tot nu toe draaide dat voornamelijk om het kiezen van kansen die we aangeboden kregen. Ons buikgevoel, dĆ”t is onze strategie. Een ongelooflijke luxe is dat… Ik ben zo blij dat ik elke dag mag doen wat ik doe. Als de volgende jaren even mooi of zelfs maar deels zo mooi zijn, dan is het goed. Mocht ons verhaal morgen eindigen, dan heb ik daar vrede mee. Maar of ik daar al goesting in heb? Echt niet.’
Hannes: ‘Het zou ons ook niet lukken. Als we tot rust komen, duiken de ideeĆ«n op. Dat heeft niks met een masterplan te maken. Het is eigen aan wie we zijn. Naar een glas kijken volstaat al om geĆÆnspireerd te raken. Da’s dan beroepsmisvorming zeker?’ (lacht)
Lize Spit: ‘Ik ontdekte dit jaar pas Ć©cht wat voor boek ik geschreven heb’
Voor Lize Spit (34) was dit een jaar van lof en liefde. Haar tweede roman, Ik ben er niet, stond non-stop in de bestsellerslijsten en de Brusselse schrijfster verloofde zich met haar partner, de Nederlandse schrijver Rob van Essen.
‘ Ik ben er niet is bijna een jaar oud, maar door corona kon ik deze zomer pas aan de boektournee beginnen. Het boek gaat over liefde en hoe die kan lijden onder mentale problemen, maar het voelt alsof ik nu pas ontdek, door lezers te ontmoeten, wat voor boek ik eigenlijk Ć©cht schreef. Zo vertelde een vrouw dat ze haar vader, die aan een manische depressie leed, nooit begrepen had. Hij was intussen overleden, maar door mijn boek besefte die vrouw dat haar vaders gedrag allicht beĆÆnvloed werd door zijn medicatie, waardoor ze hem plots wĆ©l snapte. Dat vond ze bijzonder helend en ik erg ontroerend.
Begin dit jaar was ik nog erg bang voor de reacties uit de zorgsector. Ik heb het ziektebeeld van manische depressie jarenlang van heel dichtbij meegemaakt, ik wist erg goed waarover ik schreef, toch was de opluchting groot toen zowel psychiaters als patiƫnten lieten weten hoe blij ze waren dat dit boek bestond.
Ik heb de reacties op dit boek bewuster beleefd dan bij mijn debuut, maar het moeilijkste aan 2021 was dat ik, door de pandemie, een beetje stopte met het leven te vieren. Er was geen officiƫle boekvoorstelling, geen Kerstmis met familie. Hoe langer de lockdowns duurden, hoe meer ik de rituelen begon te missen die horen bij kantelpunten in het leven.
2021 is gelukkig ook het jaar waarin ik besloot te willen trouwen. Toen Rob nog in Amsterdam woonde, hadden we een latrelatie, maar sinds corona was hij bij mij ingetrokken. Het aanzoek kwam er nadat ik eerst in een symbolisch literair huwelijk was getreden met de Franstalige auteur Thomas Gunzig, een promostunt om lezers en schrijvers over de taalgrens dichter bij elkaar te brengen. Ik had Rob gevraagd of hij dit okĆ© vond en hij stemde liefdevol mopperend in. Dat vond ik zo hartelijk van hem, dat ik polste wat hij zou antwoorden als ik hĆ©m ten huwelijk zou vragen, waarop hij meteen ‘ja’ zei.
Door ons leeftijdsverschil, Rob is vijfentwintig jaar ouder, ben ik dankbaarder geworden voor het leven. Ik ga ervan uit dat we nog vijftien jaar hebben als gelijken, voor zijn lichaam begint te verouderen. Dat maakt dat ik elke dag bewust beleef en niets nog vanzelfsprekend vind. Elke ochtend denk ik: ik ben zo blij dat wij samen zijn.’
Dokkoon Kapueak: ‘Ik had dit heel graag met mijn vader en grootmoeder willen delen’
Dokkoon Kapueak (39) is chef van het Thaise restaurant Boo Raan in Knokke-Heist. Op haar zesentwintigste verhuisde ze van Thailand naar Belgiƫ, waar ze dit jaar, tot haar eigen verbazing, werd bekroond met een eerste Michelinster.
‘Voor de culinaire wereld was 2020 een ongelooflijk moeilijk jaar. Boo Raan was bijna een volledig jaar niet open geweest. Dat we in januari plots een Michelinster kregen was dan ook geheel onverwacht. Ik moet mezelf blijven vertellen: dit is echt. Het afgelopen jaar heb ik verschillende interviews gegeven, maar het is niet minder onwezenlijk gaan voelen.
Ik had nooit durven dromen van een ster, omdat de manier waarop wij koken en ons eten presenteren ver weg ligt van wat ik dacht dat een Michelinrestaurant doet. In Thailand is streetfood meer ingeburgerd in de betere keukens, maar hier linkte ik de onderscheiding heel erg aan opgemaakte mensen in kostuum en obers in stijve uniformen; heel strikt, misschien zelfs een beetje hautain. In ons restaurant eet je alsof je thuis bent en deel je gerechten die samen op tafel komen met vrienden en familie.
In november bracht ik mijn eerste kookboek uit, iets wat al gepland stond voor het nieuws in januari. Hoewel ik het natuurlijk leuk vind om op die manier recepten te delen, is het jammer dat er steeds minder gerechten van generatie op generatie worden overgedragen. In Thailand is het echt traditie om recepten te leren van je ouders of grootouders. Vandaag gaat dat ritueel steeds vaker verloren.
Zelf heb ik leren koken van mijn grootmoeder, de passie voor eten heb ik van haar meegekregen. Het moment dat ik de ster kreeg, voelde dat dan ook heel dubbel omdat zowel zij als mijn vader niet langer hier zijn om het mee te maken. (krijgt tranen in de ogen) Ik had dit heel graag met hen willen delen. De voorbije twee jaar kon ik ook niet terugreizen naar mijn moeder in Thailand omdat het land de grenzen sloot. Binnenkort ga ik voor het eerst terug. Hoewel ik haar aan de telefoon op de hoogte heb gehouden, beseft ze niet goed hoe speciaal het is om dit te verwezenlijken. Toch merk ik dat ze trots is op mij.
Een tweede ster verwacht ik niet, ik heb nu al het gevoel dat ik mijn stoutste verwachtingen heb overtroffen. I’m really happy, en plan gewoon verder te werken zoals we bezig waren: Thai food for everyone.’
Joffrey Anane: ‘Ik moet nog steeds wennen aan mensen die me feliciteren’
Joffrey Anane (29) is danser en comedian. Tijdens de culturele luwte van de voorbije twee jaar startte hij met de webreeks Afro Belg, waarin hij op humoristische wijze racisme en discriminatie aan de kaak stelt. Hij is binnenkort ook artist in residence bij het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA).
‘Ik, een comedian? Het enige dat ik weet is dat ik mensen graag laat lachen. Ik heb zelf ook heel lang dingen die mij dwarszaten weggelachen. Ik ging naar school in Nijlen, waar mijn pleegouders wonen en waar veel onwetendheid heerste over mijn Afrikaanse afkomst. Ik lachte vaak mee omdat ik niet echt bezig was met mijn huidskleur. Het was pas rond mijn zestiende dat ik dat op een andere manier ben gaan bekijken.
Toen ik tijdens de lockdowns op TikTok grappige filmpjes zag over herkenbare Vlaamse dingen, zoals familiefeesten of school, merkte ik dat ik toch enkele andere ervaringen had. Ik ging onder de naam Afro Belg op zoek naar een manier om dat op een humoristische manier duidelijk te maken. Toen mijn mentors Ish Ait Hamou en Yves Ruth vertelden dat ze er meer in zagen, besloten we samen een webreeks te maken. Die is in een uitverkochte Arenberg in premiĆØre gegaan. Ish en Yves waren de producenten, Anthony Nti en Chingiz Karibekov namen de regie op zich. Zo werd het een mooie en herkenbare reeks, allemaal door Belgische Afrikanen.
Ik ben ondertussen niet gestopt met dansen. Binnenkort ben ik artist in residence bij het KMSKA. Dat vind ik een ongelooflijke eer. Ik ben nog een beetje aan het uitzoeken hoe ik die rol wil invullen. Wel heb ik gevraagd of ze me verschillende schilders en werken kunnen aanreiken, omdat ik wil bijleren. Ik moet er nog steeds aan wennen wanneer mensen me feliciteren met hoe goed ik bezig ben. Het woord ‘succes’ spreek ik zelf niet graag uit, maar onlangs had ik enkele dagen vrij en kwamen er plots wel tranen vrij.
Ik ben jarig tussen kerst en Nieuwjaar. Tram drie, jong. (blaast) Het is niet dat ik tegen de leeftijd opkijk, maar wel naar de manier waarop de maatschappij er allerlei verwachtingen aan koppelt. Misschien ga ik met enkele vrienden op reis, of maken we het Mechelseplein of het Antwerpse Zuid onveilig. Een ding staat vast: het gaat goed gevierd worden.’
Eduard Both: ‘Ik voel meer vrijheid wanneer ik geen rekening houd met hokjes’
Als knitweardesigner werkte Eduard Both (28) al voor modehuizen als Miu Miu, Ports 1961, Bernadette en Meryll Rogge. Dit jaar herlanceerde hij zijn eigen label CAP Studio met een genderloze hemdencollectie en opende hij een showroom in Parijs.
‘Uit elke crisis komen goede dingen voort. Het was tijdens de lockdowns in 2020 dat ik besloot om CAP Studio nieuw leven in te blazen. Ik vluchtte uit ItaliĆ« toen de coronacijfers stegen en belandde in BelgiĆ« terug tussen mijn oude schoolspullen en naaimachine. Zo ben ik met enkele oude stoffen opnieuw aan de slag gegaan. Dankzij een fabrikant in Milaan kreeg zo uiteindelijk de nieuwe collectie vorm. Terwijl de voorbereidingen dus in 2020 gebeurden, viel alles het afgelopen jaar in zijn plooi. We lanceerden de collectie deze zomer, kregen verschillende publicaties en openden een showroom in Parijs.
Gezien mijn ervaring als knitweardesigner lijkt een hemdencollectie misschien onverwacht, maar ik laat me graag inspireren door spontane ingevingen. Ook al werk ik als freelancer nog aan knitwear voor andere labels, toch voel ik hoezeer ik het heb gemist om eigen ontwerpen te maken. In de collectie zaten alvast twee gebreide hemden, het is de bedoeling om dat nog uit te breiden. Het idee is dat je met een van mijn hemden meteen een volwaardige outfit hebt die casual gedragen kan worden, maar die evengoed de show kan stelen op een receptie of feest.
Ik heb al van verschillende mensen gehoord dat hun hemd hun lijfstuk is geworden. Dat is natuurlijk een ongelooflijk compliment. Wanneer je je niet op je gemak voelt in je kleren, ben je jezelf niet. Ik maakte de collectie daarom ook genderneutraal. Als ontwerper heb ik altijd al een bepaalde vrijheid gevoeld wanneer ik geen rekening moest houden met hokjes. Iedereen ziet er goed uit in een hemd, waarom zou je daar dan een bepaald gender op plakken?
Ik hou erg van feesten. Eender welke reden om te vieren is goed voor mij. Samen met mijn huisgenoten hebben we de traditie om elk feest te vieren, van Chinees Nieuwjaar tot Halloween. Het afgelopen jaar waren er dus verschillende momenten waarop ik het glas heb geheven. Ook op CAP natuurlijk. 2022 belooft een minstens even feestelijk jaar te worden. Meer kan ik daar nog niet over kwijt.’ (lacht)
Fotoassistent: Leoni Jones – Stylist: Joffrey Anane: Oemer Khan — Productieassistenten: Indira Cardinaels en Sara Van Der Peet — Make-up: Florence Teerlinck Haar: Marlien Echelpoel — Coƶrdinatie: Ellen De Wolf — Met dank aan Le Beau A Une Adresse (MoliĆØrelaan 313, 1180 Ukkel) voor de locatie, lebeauauneadresse.com — Verkoopinfo: zie verderop.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier