Fotografe Katleen Gils legt samen met Adjua Benhelima zijn leven vast: ‘Ik ben twintig jaar ouder, maar hij heeft ervaring met dingen die ik nooit zal kennen’
Sinds hun paden elkaar toevallig kruisten, wordt de levenswandel van Adjua Benhelima (23) vastgelegd door fotografe Katleen Gils (45), die hem een tweede camera toestopte om zelf mee aan de slag te gaan. Zij: op zoek naar schoonheid en hoop wanneer het leven sputtert. Hij: vooral zoekend naar zichzelf, na een jeugd in instellingen en een moeder die uit het leven stapte toen hij vijftien was. ‘Smalltalk? Dat kunnen wij niet.’
Katleen Gils
‘Dat hij niet zwart-wit denkt, maar in grijstinten. Dat is wat ik meteen fijn vond aan Adjua. Ik leerde hem kennen in 2016 bij de Wingerdbloei, een begeleidingscentrum in Antwerpen voor kwetsbare kinderen en jongeren. Ik deed er als creatief therapeut en fotograaf een fotoproject met jongeren en hij was een deelnemer. Na dat project scheidden onze wegen, maar een paar jaar later kwam corona.’
‘Omdat ik technisch werkloos werd in mijn job in de culturele sector nam ik mijn camera weer vast. Dat het tijdens de lockdown zo slecht gesteld was met de mentale gezondheid van onze jongeren, kopten de kranten. Vanuit mijn therapeutische achtergrond besloot ik in beeld te brengen of ze ook veerkrachtig genoeg waren om voordelen te zien aan de wereld die op slot ging. Dus nam ik contact op met een paar jongeren die ik in het verleden had begeleid.’
‘Adjua daagde op met drie vrienden en het viel me onmiddellijk op hoe open-minded die jongeren waren. Ze vertelden hoe de lockdown een positieve impact had op de natuur en hun vriendschap. Adjua had toen ook een driehoeksrelatie en ik vond het heel verfrissend om te zien hoe respectvol dat allemaal verliep. Het gaf me een hoopvol gevoel te beseffen dat deze jongeren onze toekomst zijn.’
‘Nazinderen. Ik heb geen ander woord voor het gevoel dat ik overhield aan die herontmoeting. Mijn buikgevoel gaf aan: hier zit meer in. Ik belde Adjua op: “Ik heb een idee. Waar het zal eindigen, weet ik niet, maar ik wil je een camera geven en je vragen om je wereld in beeld te brengen. En ik ga je ook fotograferen. Twee camera’s, één leven.”‘
‘Dankzij sponsoring van Nikon kon ik hem een professioneel toestel geven. Ik vond het belangrijk dat zijn verhaal niet alleen vanuit mijn perspectief werd vastgelegd en we via twee camera’s in verbinding konden gaan. Op een avond fotografeerde ik Adjua en zijn vriendin in de zetel. Een heel alledaags, kwetsbaar tafereel, maar er gaat zoveel hoop en wilskracht van uit als je weet wat hij al heeft meegemaakt. Ik ben meer dan twintig jaar ouder, maar hij heeft ervaring met dingen die ik nooit zal kennen.’
‘Wat doet het met een vijftienjarige als zijn moeder uit het leven stapt? Hoe doe je dat, heelhuids opgroeien in de vaak eenzame omgeving van een jeugdinstelling, met enkel een broer als dichte familie? Adjua’s verhaal heeft mij al vaak doen stilstaan bij mijn eigen rol als moeder van twee kinderen, en hoe ik aan de slag ga met wat er in mijn eigen rugzak zit.’
Als ik zelf ergens mee zit, vind ik Adjua’s mening daarover even belangrijk als die van een generatiegenoot. Misschien komt het door wat hij al heeft meegemaakt dat hij al zoveel levenswijsheid heeft.
Katleen Gils
‘Soms spreken we af zonder één foto te maken. Maar meestal pols ik naar zijn plannen en volg ik hem op specifieke momenten, als een vlieg op de muur. Hij geeft me alle vrijheid en tijd. Soms horen we elkaar maanden niet en dat vinden we allebei ook prima. Toen hij voor De Warmste Week een lied had geschreven over zijn jeugd en hij dat mocht brengen in het VRT Max-programma Tune in ging ik uiteraard mee naar de opnames. Voor Adjua was dat een heel belangrijk moment in zijn leven en de energie spat van die foto’s.’
‘Ik leer veel van hem. Hoe jongeren praten over hun welzijn. Hoe ik mijn Chromecast aan de praat krijg. Maar ook mijn werk als fotografe is door hem al geëvolueerd. We kennen elkaar intussen heel goed en hebben diepe gesprekken, hele diepe. Smalltalk, dat kunnen we allebei niet. Ik ben bezorgd om hem als hij het moeilijk heeft, maar als ik zelf ergens mee zit, zoals een vriendschap die scheef loopt, dan vind ik Adjua’s mening daarover even belangrijk als die van een generatiegenoot. Misschien komt het door wat hij al heeft meegemaakt dat hij zoveel levenswijsheid heeft voor iemand van zijn leeftijd.’
‘Adjua en zijn broer hebben roots in Ghana en ik zou het fantastisch vinden als ze dat land ooit zouden kunnen bezoeken en ik mee kon om foto’s te maken. Door zelf in Afrika geboren te zijn en veel te reizen, denk ik dat het voor hem heel goed zou zijn om daar gewoon eens te zijn. De energie van dat land te voelen en te ervaren wat hij via zijn vaders genen heeft meegekregen.’
‘Als je vanuit een positieve bevraging werkt met jongeren en hun vraagt wat ze mooi vinden, waar ze rust in vinden, of dankbaar voor zijn, dan heeft dat een positief effect op hun mentaal welzijn, weet ik uit ervaring. Soms geef ik Adjua een specifieke foto-opdracht in die richting. Maar meestal laat ik hem vrij.’
‘Het is geweldig om te zien hoeveel evolutie en groei er in zijn foto’s van de voorbije jaren al zit. Waar het project naartoe gaat, weet ik niet, maar als fotografe weet ik intussen dat werken met twee camera’s een fijne manier is om mensen in beweging te zetten. Dat wil ik nog meer gaan doen. Misschien komt er ooit een boek, of een tentoonstelling.’
‘Ik denk dat het project met Adjua een eeuwig work in progress blijft. Ik ben zo benieuwd wat het leven hem nog gaat brengen. Soms beeld ik me in dat ik op mijn oude dag ga snorkelen – ik woon dan in een zuiders land – en uit de zee kom om hem een kaartje te schrijven waarin ik vertel dat alles goed met me gaat en vraag waar hij tegenwoordig uithangt.”‘
Adjua Benhelima
‘Ik zie Katleen in de eerste plaats als een goede vriendin, toch doet ze mij ook nadenken over de band die ik vandaag, nu ik ouder ben, graag met mijn moeder zou hebben. Ik ben altijd een mama’s-kindje geweest. Zij had, en heeft, nog steeds een grote invloed op de persoon die ik probeer te zijn en hoe ik naar de wereld kijk. Dat ik dat niet meer met haar kan delen, vind ik heel confronterend.’
Door Katleen bezig te zien met haar kinderen begrijp ik beter hoe graag je als ouder het beste wil voor je kinderen, maar hoe het leven soms ook een struggle kan zijn. In de imperfectie zit schoonheid. Zo probeer ik nu ook over mijn mama te denken.
Adjua Benhelima
‘Samen met mijn oudere broer groeide ik op bij onze mama. Mijn broer en ik hebben allebei een andere vader, maar die speelden geen actieve rol in ons leven. Ondanks financiële en mentale zorgen deed mama haar uiterste best om ons een warm nest te geven. Maar door een samenloop van omstandigheden werden we op een bepaald moment in een jeugdinstelling geplaatst. Daar zaten veel gebroken kinderen bijeen. Iedereen had er een zware rugzak en we herkenden elkaars pijn. Pas onder mijn huidige vrienden merk ik dat opgroeien met zoveel leed en triestheid heel atypisch was. Katleen geeft me daar vaak erkenning voor.’
‘Als kind is je mama gewoon een mama. Pas door ouder te worden, besef ik dat ze ook een individu was met verwachtingen van het leven. Ik heb veel issues met het feit dat ik met zoveel onbeantwoorde vragen zit. Zelfs als mijn moeder vandaag zou zeggen ‘daar heb ik geen antwoord op’, zou ik al tevreden zijn dat ik de vraag gewoon kón stellen. Door Katleen bezig te zien met haar kinderen begrijp ik beter hoe graag je als ouder het beste wil voor je kinderen, maar hoe het leven soms ook een struggle kan zijn. Geen enkele mens is perfect en in die imperfectie zit net schoonheid. Zo probeer ik nu ook over mijn mama te denken.’
‘Ik stemde in met dit fotoproject omdat ik het fijn vond om tijdens corona met iets anders bezig te kunnen zijn dan de vraag ‘ben jij al gevaccineerd?’ Mijn vrienden en ik voelden ons weer wat meer mens nadat we met Katleen hadden afgesproken. Ze kwam daarna in elk aspect van mijn leven al eens piepen. Wanneer ik mijn honden uitlaat, mag optreden, of met mijn broer op stap ga.’
‘Zelf neem ik mijn camera mee als ik afspreek met vrienden, of gewoon als er nog plaats vrij is in mijn rugzak. Een van de moeilijkste dingen aan de dood van mijn moeder is dat herinneringen vervagen. Dat voelt alsof ik opnieuw afscheid moet nemen. Misschien doet dit fotoproject daarom ook deugd. Van alles wat ik nu vastleg, weet ik dat ik het nooit meer ga vergeten.’
‘Ik vind het ook interessant om te ontdekken hoe een buitenstaander naar mij kijkt. Katleen gaat heel ongedwongen te werk. Onlangs toonde ik haar een collage die ik in de jeugdpsychiatrie had gemaakt. Die weerspiegelde hoe ik me voelde bij de bewuste keuze van mijn moeder om te sterven en hoe ik me als achterblijver voelde. Ik was vijftien en heel depressief toen ik die collage maakte. Dat ik Katleen toegang gaf tot een tekenmap die diep verstopt zit in mijn kast, toont hoe hard mijn vertrouwen in haar gegroeid is door zoveel samen te zijn en samen te werken.’
‘Door ook met mijn camera bezig te zijn, heb ik schoonheid leren zien in mijn verdriet. Het heeft mijn zintuigen verscherpt. Als ik naar mijn foto’s kijk, zie ik ook hoe het belang van muziek in mijn leven intens gegroeid is. Ik heb een diploma van herborist, hoewel ik mijn middelbaar nooit afmaakte. Dat diploma wil ik via de examencommissie nog behalen, specifiek in de richting farmaceutisch technisch assistent.’
‘Maar daarnaast speelt muziek maken en songteksten schrijven een steeds grotere rol in mijn leven. Dat komt door mijn broer, die er professioneel mee bezig is. De kans die ik kreeg om het nummer I care for you te maken, voor het VRT Max-programma Tune in, bracht naast veel stress en emoties ook veel positieve energie teweeg.’
‘Het is een nummer over onze jeugd. Dat mijn broer bij de tv-opname in de zaal zat, was essentieel. Hij is mijn rots, ook al zijn we erg verschillend. Hij is de persoon die ik bel als ik iets leuks te melden heb, of als ik niet meer kan van de pijn. Muziek is voor hem altijd een uitlaatklep geweest en nu ook voor mij.’
‘Mijn vader is ook overleden maar was een Ghanees, net als de vader van mijn broer. Onze mama, half Belgische, half Marokkaanse, heeft ons via muziek en eten de Ghanese cultuur proberen meegeven. Toch vind ik het moeilijk om mijn identiteit te vormen. Ik voel me niet Belgisch genoeg, niet Marokkaans genoeg en niet Ghanees genoeg om mij ergens echt thuis te voelen. Wat is mijn cultuur?’
‘Van mijn tiende tot mijn zeventiende hing er een grote zwaarte rond mij. Terwijl ik vandaag het gevoel heb dat ik voor veel mensen iets positiefs kan betekenen, een warmte heb die ik toen niet had. Ik zou zo graag willen dat mijn ouders konden zien wie ik geworden ben. Hoe hard ik op hen lijk. Ik ben trots op mezelf, tegelijk is het extra pijnlijk omdat ik het niet met hen kan delen. Ik moet het allemaal zelf doen. Mezelf grootbrengen. Misschien kan ik daarom met Katleen niet over koetjes en kalfjes praten. Als ze vraagt hoe m’n week loopt, zijn we plots drie uur later over de grote levensvragen bezig.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier