Regisseur Domien Huyghe verloor als kind zijn vader: ‘Ik was kwaad: ik had hem nog zo hard nodig’
Domien Huyghe (35) is regisseur van de onlangs verschenen en bekroonde film ‘Zeevonk’, waarvoor zijn zus Wendy het scenario schreef. Bij twijfel en onzekerheid put Domien moed uit de herinneringen aan zijn overleden vader.
“Mijn vriendin is soms jaloers dat ik écht voor mijn ideeën ga. Maar dat was ooit anders. Mocht ik mijn jeugdige zelf nu terugzien, ik zou hem zelfs een schop onder zijn gat geven omdat hij zich zozeer liet tegenhouden door angsten. Op driedaagse met school? Nee nee, ik meld me ziek. Promoveren naar een betere basketploeg, maar weg moeten van vrienden? Oei, oei. Gelukkig gingen mijn ouders er heel subtiel en schoon mee om, besef ik nu. Zo legde mijn vader uit dat je voor een lay-up ook moet durven springen, en je er soms zelfs een vrijworp aan overhoudt.
Hij was een man van weinig woorden, maar zei tegen zijn drie kinderen: ‘Ge moet durven vallen.’ Lees: ga ervoor. Je leert sowieso uit de ervaring. Hij had zelf de sprong gewaagd van de verzekeringsmaatschappij waar hij werkte naar zijn eigen zaak. ‘Als het niet lukt,’ zei hij, ‘zetten we wel een stap terug.’ Maar hij slaagde zo goed dat hij erg geliefd werd bij zijn klanten en ver daarbuiten.
Ondanks zijn lichtend voorbeeld bleef ik één grote angst hebben. Telkens als mijn ouders naar een ver land reisden, geloofde ik dat hun iets fataals zou overkomen. Op mijn vijftiende werd die verlatingsangst bewaarheid. Mijn vader had net een goede controle van zijn hart gehad. Dinsdagavond zei ik hem dus nietsvermoedend slaapwel, maar op woensdagochtend haalden zijn twee beste vrienden me uit de klas. In het ziekenhuis werd er – typisch voor onze familie – niets gezegd, maar ik begreep het: mijn vader was dood. Ik was zó kwaad. Ik had hem nog zo hard nodig!
Ik twijfelde om film te studeren. Tot ik mijn vader in mijn hoofd hoorde zeggen: ‘Als je het niet probeert, ga je het nooit weten.’
Gek genoeg vertrok ik kort nadien met mijn basketploeg naar Zweden, acht dagen weg van huis, voor het eerst. Ik denk dat het tot mij was doorgedrongen dat het leven inderdaad kort kan zijn en ik zoals mijn vader veel mooie ervaringen moest proberen op te doen. Daarom zocht ik recenter ook naar manieren om mijn vliegangst te overwinnen. Ik haat vliegen nog altijd, maar doe ik het niet, dan mis ik bijvoorbeeld alle festivals waar Zeevonk zo warm onthaald wordt. Onlangs was ik in Italië, waar 700 mensen uit alle werelddelen de film zagen. Telkens als mijn hoofdpersonage iets deed wat goed voor haar was, begonnen ze te klappen – echt magisch.
Ik had nochtans nooit film gestudeerd zonder mijn vaders raad. Er halen drie mensen per jaar hun diploma, dacht ik, dus waarom zou ik, die nooit een goede student was geweest, daar dan bij zijn? Tot ik mijn vader in mijn hoofd hoorde zeggen: ‘Als je het niet probeert, ga je het nooit weten.’
Mijn film voor het ingangsexamen ging over hem, net als nu mijn langspeeldebuut. Het is alsof ik een toverkracht kreeg om het over het moeilijkste in mijn leven te hebben, ook met mijn moeder, broer en zus. Want hoewel we er in onze verwerking altijd voor elkaar waren, praatten we nooit over mijn vader, om elkaar te beschermen. Pas sinds Zeevonk is het onderwerp niet langer taboe. Bij de première in Berlijn stelde mijn broer zelfs voor om allemaal een tattoo van een reddingsboei te nemen. Wij vier vormen de boei, rond de leegte in het midden. Zoiets zou hij vroeger nooit gezegd hebben. Ik hoor van hem nu ook verhalen over mijn vader, waardoor ik die nog beter leer kennen. Zo gaan we elk op onze manier vooruit. Papa zou trots zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier