Jongeren spelen steeds vaker elkaars therapeut: ‘Niet iedereen kan evengoed plaatsen wat hun wordt toevertrouwd’
Jongeren doen meer dan ooit inzichten op over mentaal welzijn via vrienden en sociale media, waardoor ze ook opener met elkaar kunnen praten. Maar dat heeft een keerzijde. ‘Het onvermogen om te helpen kan zwaar zijn.’
‘Ik sta vaak versteld van hoe open sommige twaalfjarigen in mijn klas met elkaar zijn over hun kwetsbaarheden en mentaal welzijn. Ook al vind ik het belangrijk om daar met vrienden over te kunnen praten, het heeft jaren geduurd vooraleer ik negatieve gevoelens met anderen durfde te delen. Dat zij dat wel doen, stemt me positief voor de toekomst.’
De 28-jarige leerkracht Lisa is vast niet de enige volwassene die soms naar de juiste woorden moet zoeken om haar gevoelens te delen met haar vrienden. Voor veel jongeren vandaag lijkt dat echter helemaal geen probleem meer. Tussen de vele TikTok-dansjes door consumeren ze al scrollend informatie over mentaal welzijn. Terwijl rolmodellen als Pommelien Thijs en anderen het belang van mentaal welzijn prediken, duiken termen uit de psychologenpraktijk alsmaar meer op in onze straattaal, van gaslighting tot trauma dumping. En het ultieme accessoire op de speelplaats? Een luisterend oor, al dan niet gepiercet.
Het is in de eerste plaats een positieve evolutie dat meer jongeren over dit soort thema’s met hun vrienden kunnen praten, meent Laura Wante, klinisch psycholoog en professor ontwikkelingsgerichte psychotherapie aan de UGent. ‘We merken dat jongeren het steeds minder als een taboe ervaren om te praten met leeftijdgenoten over wat er in hen omgaat. Zeker op jonge leeftijd, wanneer je zelfontwikkeling nog volop bezig is, is het belangrijk om je niet abnormaal te voelen wanneer je met moeilijkheden of zelfs psychische problemen kampt.’
‘Tijdens de adolescentie worden jongeren geconfronteerd met hun puberteit en alle stress die daarbij komt kijken’, vertelt Wante. ‘Er treedt ook een emotionele gevoeligheid op die maakt dat allerlei prikkels harder binnenkomen. Dat ze het op die momenten met elkaar kunnen hebben over dingen die hun mentale welzijn beïnvloeden is heel belangrijk, gaande van gezinsperikelen tot zelfs angstgevoelens en depressie. Al hoeft het zeker niet altijd de zwaarste lading te hebben: soms doet het gewoon al deugd om te kunnen praten over een scheve opmerking in de klas of iemand die niet antwoordt op een berichtje.’
Consultaties op de speelplaats
Maar liefst 76 procent van de jongeren vindt dat vrienden de belangrijkste steun bieden, zo ontdekte een studie van Western Sydney University uit 2022 bij jongeren tussen 16 en 25 jaar, meer dan professionals (57,3 procent) of ouders (41,3 procent). Maar liefst negen op de tien ondervraagden hadden bovendien al eens een vriend(in) uit de nood geholpen bij geestelijke problemen. Voor de betere consultatie hoeven ze bovendien slechts het belsignaal af te wachten: zo zouden ze maar liefst 3,5 uur per week mentale ondersteuning bieden aan vrienden.
‘Dat lijkt me zelfs een onderschatting’, zegt professor Wante. ‘Op basis van mijn expertise in de praktijk zou ik zeggen dat het echt dagelijkse kost is, zeker bij jongeren die het moeilijker hebben.’
‘Jongeren zouden 3,5 uur per week mentale ondersteuning bieden aan vrienden. Dat lijkt me zelfs een onderschatting. Het is dagelijkse kost’
Laura Wante, psychologe
Voor de 17-jarige Rune klinkt het alvast erg herkenbaar. ‘In mijn vriendenkring wordt er veel over mentaal welzijn gepraat. Soms in groep, maar evengoed one on one. Als iemand het moeilijk heeft door de druk op school of een situatie thuis, kan daar open over gepraat worden en reageert iedereen begripvol. Met vrienden voelt het gewoon comfortabel om over de grote dingen in het leven te praten. Persoonlijk kan ik dat ook met mijn mama, maar ik merk dat dat niet bij iedereen zo is.’
Therapeutentaal
Wie recente cijfers onder ogen krijgt, maakt zich al eens zorgen over de mentale staat van onze jeugd. 40 procent van de 16- tot 24-jarigen geeft aan zich vaak niet goed in zijn vel te voelen. Zo’n twee derde van diezelfde jongeren maakt zich bovendien zorgen over de toekomst, en ook bij de 9- tot 15-jarigen piekert 40 procent regelmatig.
Toch is het voorbarig om te stellen dat het slechter dan ooit gaat met het welzijn van onze jongeren, meent professor in de sociale psychologie Vera Hoorens (KU Leuven). ‘Ik denk dat jongeren tegenwoordig vooral meer over de woordenschat beschikken om over hun zorgen te praten. Dat komt enerzijds omdat er vandaag meer jongeren in therapie zijn dan vroeger en zo in aanraking komen met die terminologie. Ook het aantal jongeren dat een opleiding volgt die iets te maken heeft met mentaal welzijn neemt toe, net als het aantal vormingen op scholen. En natuurlijk mogen we sociale media niet vergeten, waarop ook steeds meer openlijk gesproken wordt over deze thema’s.’
‘Filmpjes en berichten op media als TikTok en Instagram maken het mogelijk om op een laagdrempelige manier aan te geven dat het even wat slechter met je gaat’, treedt Laura Wante haar collega bij. ‘Wanneer jongeren die doorsturen naar vrienden, kunnen ze indirect over hun eigen gevoelens communiceren en leren ze die onder woorden te brengen.’ Toch waarschuwen experts ook voor de ontwikkelingen die het overaanbod aan filmpjes over mentaal welzijn op sociale media met zich kan meebrengen. Door de opkomst van de zogenaamde therapy speak, waarbij jongeren professionele hulptermen gaan overnemen zonder dat ze goed begrijpen wat die inhouden, wordt niet alle info altijd correct doorgegeven of geïnterpreteerd.
Wante: ‘TikTok kan ervoor zorgen dat bepaalde zaken herkenbaar worden voorgesteld, maar er bestaan betere websites die op een laagdrempelige manier alle informatie bevatten, zoals noknok.be. Daar vinden jongeren oefeningen terug die hen kunnen helpen, maar worden ze vooral ook correct doorverwezen naar professionals. Als je het gevoel hebt dat je aan het verdrinken bent, is het beter om aan te kloppen bij hen, dan om je vrienden of jezelf een diagnose te laten stellen.’
Samen piekeren
Ook de Universiteit van Oxford boog zich in 2023 over de relatie tussen het welzijn van jongeren en vriendschap, waarbij de gegevens van bijna 13.000 adolescenten tussen 12 en 24 jaar werden geanalyseerd. ‘Omdat vriendschap in de adolescentie doorgaans voorrang heeft op andere relaties, kan het de ontwikkeling en het welzijn van een jongere aanzienlijk beïnvloeden’, tekenden onderzoeker Tanya Manchanda en haar team op. ‘Jongeren hebben een groter gevoel van comfort en vertrouwen bij hun leeftijdgenoten dan bij andere contacten in hun leven. Positieve ervaringen, zoals het gevoel hebben dat je aanvaard wordt, zorgen voor een groter welbevinden en minder psychologische problemen.’
Toch wil dat niet zeggen dat er geen limieten bestaan bij het opvangen en ondersteunen van je vrienden. ‘Niet alle jongeren kunnen evengoed plaatsen wat hun wordt toevertrouwd’, waarschuwt professor Vera Hoorens. ‘Soms zijn problemen zo heftig dat die vriend of vriendin er zelf onder gaat lijden en er een secundaire victimisatie optreedt. Dan krijgt diegene die steun verleent ook nood aan ondersteuning door de onmacht die hij of zij voelt. Het onvermogen om je vrienden te helpen kan zwaar om te dragen zijn, zeker voor een jongere. Dat kan op termijn zelfs evolueren naar een vorm van gezamenlijk piekeren, waardoor je samen in een versterkende vicieuze cirkel belandt.’
Naarmate we ouder worden, kunnen we dingen beter plaatsen, gaat Hoorens verder. ‘Volwassenen hebben meer levenservaring opgebouwd, waardoor ze hun vrienden beter kunnen bijstaan bij zware materie. Als je jong bent, maak je per definitie zelf dingen voor het eerst mee, waardoor zware gevoelens sneller de bovenhand kunnen nemen.’
Emotionele spons
Voor de 16-jarige Millie was het even schrikken toen haar beste vriendin vertelde over de verslaving van haar mama. ‘Ik verwachtte zo’n heftig verhaal niet omdat ik zelf het geluk heb in een gelukkige thuissituatie te leven. Ik vond het dan ook heel moeilijk om de juiste dingen te zeggen, omdat ik er ook niet veel aan kan doen. Daarom heb ik vooral proberen te luisteren en duidelijk gemaakt dat ik er ben voor haar.’
‘Ook mijn vrienden weten dat ze altijd bij me terechtkunnen’, knikt Rune. ‘Als ik eerlijk ben, vind ik het zelfs makkelijker om hen te helpen dan om over mijn eigen moeilijkheden te praten, omdat ik niemand wil belasten. Ik ben een emotionele spons: als mensen iets vertellen tegen mij, neem ik hun emoties automatisch over en maak ik me zorgen over hun zorgen. We hebben onderling wel een ongeschreven regel dat we elkaar nooit advies geven, want daar zijn we tenslotte niet voor opgeleid. Het is toch niet de bedoeling dat ik voor psycholoog ga spelen? Zelf ben ik nu drie jaar in therapie en voel ik ook het verschil: terwijl mijn vriendinnen als de beste kunnen luisteren, kan mijn psycholoog op de juiste manier doorvragen om een oplossing te vinden.’
‘Soms zijn problemen zo heftig dat die vriend of vriendin eronder gaat lijden en zelf ook nood heeft aan ondersteuning’
Vera Hoorens, psychologe
Uit het onderzoek van Western Sydney University blijkt dat net iets meer dan de helft van de jongeren zich verantwoordelijk voelt om vrienden te helpen op het vlak van mentaal welzijn. Hoe pak je dat dan aan op een manier waarbij je je eigen welbevinden niet gaat schaden? ‘Ik merk in de praktijk dat dat iets is waar veel jongeren effectief mee worstelen’, knikt Laura Wante. ‘Ze willen er zijn als vriend, maar dat is niet in elke situatie even gemakkelijk. Ik heb al regelmatig jongeren in mijn praktijk gehad die het daardoor niet meer trekken. Stress is nu eenmaal besmettelijk.’
‘In de eerste plaats moet je naar jezelf kijken: welke draaglast kun je aan? Als psycholoog zal ik nooit aanraden om jezelf af te sluiten, want sociale steun is erg belangrijk, maar je moet ook eerlijk zijn. Je kunt niet zorgen voor een ander als je niet zorgt voor jezelf, net zoals je in een vliegtuig ook eerst je eigen zuurstofmasker moet opzetten. Maak je vriend duidelijk dat je er bent voor hem of haar, no matter what, maar zeg ook dat zijn of haar problemen jou raken en dat je voelt dat het te zwaar is om alleen te dragen. Vraag met wie jullie het samen kunnen delen, van een ouder tot een klastitularis.’
Zitten we dan met een zogenaamde pampergeneratie die niets meer aankan? Allesbehalve, besluit Wante. ‘Jongeren zijn niet kwetsbaarder geworden, wel moeten ze in een steeds sneller veranderende wereld hun plek zoeken. Ze zijn bereikbaarder dan ooit en krijgen druk via allerlei kanalen, van sociale media tot schoolplatforms.’
‘Onze generatie durft gewoon eindelijk met haar problemen naar buiten te komen’, treedt Rune haar bij. ‘We hebben het niet moeilijker, maar beseffen dat het beter is om erover te praten voor het te laat is. Mochten jullie het vergeten zijn: tiener zijn is vermoeiend, hoor.’ (lacht)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier