Modeontwerper Jan-Jan Van Essche (44) studeerde aan de Antwerpse Modeacademie en lanceerde zijn eigen label in 2010. Hij won vorig jaar de Jury Prize van de Belgian Fashion Awards en is momenteel te gast in het MoMu, waar hij zijn wereld voorstelt in de expo ‘Khayal – A Time and Place for Everything’.
‘Bij ons thuis was de Modeacademie een begrip. Mijn ouders hadden immers een passie voor alles wat er in Antwerpen leefde en waren zelf creatief. Mijn vader werkte als decorateur aan filmsets en winkels, mijn moeder runde in de jaren tachtig de eerste zaak in punkkleding van de stad. Bovendien maakte ze zelf kleren en werkte ze op haar breimachine soms voor de Zes van Antwerpen, die toen nog studeerden. Op mijn achtste fantaseerde ik er al over om naar de Modeacademie te gaan. (lacht) Mijn studiekeuze was een no-brainer en ik raakte door het ingangsexamen.
Hoge verwachtingen
Toch vond ik het eerste jaar aan de academie loodzwaar. Zo had ik altijd veel getekend aan de Steinerschool, maar was ik daar toch minder goed in dan ik dacht. Haalde je het vereiste niveau niet, dan kreeg je dat ook in die woorden te horen, waardoor ik bij de eerste ontwerpopdrachten totaal verkrampte. De opdracht was altijd om te experimenteren met stijl, en dus deed ik dingen waarvan ik dacht dat de docenten ze verwachtten. Maar dat was gewoon mijn vormtaal niet, waardoor ik zelf niet eens in mijn werk geloofde.
Lees ook: Fotograaf en filmmaker Jimmy Kets: ‘Lanterfanten is geen optie voor mij’
Ik hoorde dat ik meer kon en uit mijn schulp moest komen, maar daar had ik op dat moment noch het lef noch de maturiteit voor. Veel studenten waren de halve wereld overgevlogen om aan de Modeacademie te studeren en stonden zo goed als op eigen benen – ik woonde gewoon een paar straten verder bij mijn ouders.
De klik kwam pas in de laatste maanden van dat jaar, toen ik bij een opdracht om raad vroeg aan Yvonne Dekock, onze docente modegrafiek. “Je weet toch dat je je ook mag amuseren hier?” vroeg ze haast en passant terwijl ze mijn tekeningen bekeek. “Dat ben je nu duidelijk niet aan het doen.” Dat klopte helemaal: de opleiding bezorgde me zoveel stress dat ik mezelf dreigde te verstikken. Dat was allemaal nergens voor nodig, maakte Yvonne duidelijk: “Zie je dat stukje hier waar je wat slordiger was? Dát is wie jij bent. Dus houd op met stressen en smos maar gewoon.”
Vanuit de buik
Later, in het tweede jaar van de opleiding, heb ik onder meer mijn liefde voor vierkante patronen, drapering, rechte lijnen en het manipuleren van simpele vlakken stof ontdekt. Maar ik denk niet dat ik zover geraakt was zonder Yvonne. Zij liet me inzien dat ik op een veel vrijere, speelse manier te werk mocht gaan, wat ik ook vandaag nog altijd doe. Een collectie maken begint voor mij met grove, intuïtieve penseeltrekken. Ik vertrek niet van een groot concept of verhaal, laat staan dat ik al meteen aan het uiteindelijke ontwerp of de praktische details denk. Ik laat me gewoon leiden door mijn buikgevoel en dan zie ik wel wat er gebeurt.
Lees ook: Lessen uit ‘Enthousiasme’ van Barbara Baert: ‘Enthousiasme wordt wel eens gezien als verdacht, en bij vrouwen zelfs hysterisch’
Maar de belangrijkste les voor mij was misschien wel dat er niet één manier van ontwerpen bestaat, en dat er meerdere wegen naar een collectie of het ontwikkelen van een modebedrijf zijn. Zolang je je maar goed voelt bij de manier waarop jij het aanpakt. Als je je laat leiden door anderen of door wat zij verwachten, kan dat alleen maar op teleurstelling en frustratie uitdraaien.’
Nog tot 08/06 loopt er in het MoMu een expo over het leven en het werk van Jan-jan Van Essche. Hier kan je één van de 10 duotickets winnen voor een rondleiding van niemand minder dan de ontwerper zelf op 15 februari.