Lien was draagmoeder voor haar broer: ‘Dit is het mooiste cadeau dat ik ooit zal kunnen geven’

Van links naar rechts: Lien, Jeroen en Pieterjan met Cesar op de arm. © Rebecca Fertinel
Jorik Leemans
Jorik Leemans Journalist

Draagmoederschap is in België juridisch nog niet geregeld. Koppels die eraan beginnen zweven dan ook tussen grijze zone en roze wolk. Vorig jaar verwelkomden Jeroen (37) en Pieterjan (33) hun zoontje Cesar, gedragen door Pieterjans zus Lien (37).

Ze hadden het eigenlijk nog nooit echt over hun kinderwens gehad. Niet tijdens het daten, niet toen ze gingen samen­wonen, niet toen ze trouwden. ‘Als ik erop terugkijk, denk ik dat het gewoon heel lang geen optie leek voor ons om kinderen te hebben’, zegt Pieterjan. Als je hem tien jaar geleden had verteld dat hij vandaag met zijn eigen zoontje Cesar in de zetel zou zitten, had hij je wellicht niet geloofd. ‘Tijdens het opgroeien had ik altijd al een vaderschapswens, maar toen ik besefte dat ik homo was, heb ik dat idee naar de achtergrond geduwd omdat het onhaalbaar leek. Het was Jeroen die het eerst het onderwerp aansneed, een jaar na ons huwelijk.’

Jeroen: ‘Eind 2018 hebben we ons geregistreerd voor adoptie, ook al waren we er nog niet helemaal uit of dat ons zou liggen. We wisten dat we door de lange wachtlijsten jaren niets zouden horen, dus besloten we om in de tussentijd toch eens te bekijken of draagmoederschap iets voor ons kon zijn.’

Pieterjan: ‘Dat was compleet onbekend terrein. We trokken naar het UZ Gent omdat zij bekendstaan om hun progressieve fertiliteitsbehandelingen. En daar komt Lien voor het eerst in the ­picture.’

Lien: ‘Ik herinner me dat jullie tijdens die afspraak te horen kregen dat een draagmoeder vrij vaak uit de naaste omgeving komt, omdat het belangrijk is dat er wederzijds vertrouwen is gezien het ontbreken van een wettelijk kader. Daarnaast moet als draagmoeder je eigen kinderwens al volledig vervuld zijn en moeten eerdere zwangerschappen zonder complicaties verlopen zijn. Jullie hebben me de vraag eigenlijk niet eens rechtstreeks moeten stellen om te begrijpen dat ik een van de weinige vrouwen in jullie leven was die in aanmerking kwam. Omdat ik altijd op natuurlijke wijze zwanger ben geraakt, ging ik samen met mijn man Jente vrijblijvend luisteren in het ziekenhuis naar hoe zo’n fertiliteitstraject werkt. Eigenlijk hebben we toen op de terugrit al besloten dat ik het zou doen – het was zelfs mijn man die me het nodige duwtje in de rug gaf. Hij wist net als ik dat ik het me altijd zou beklagen als ik mijn broer en Jeroen niet zou helpen.’

Jeroen: ‘Het was op de verjaardag van Pieterjan dat ze het nieuws vertelde. Ze had ons nog maar net een glas uitgeschonken of ze kon het al niet meer voor zich houden. Wij gingen er nochtans van uit dat zij en Jente enkele weken nodig zouden hebben om alles te laten bezinken. Op dat moment drong het bij mij nog niet goed door.’

Het was mijn man die me het nodige duwtje in de rug 
gaf. Hij wist dat ik 
het me altijd zou beklagen als ik mijn broer en Jeroen 
niet zou helpen.

Lien

Pieterjan: ‘Toen besefte ik echt voor het eerst: wij gaan vader worden.’

Lien: ‘Ik denk dat het nog het meest lijkt op het gevoel dat je als heterokoppel hebt wanneer je besluit om met de pil te stoppen.’

Vaders aan de zijlijn

Van het UZ Gent krijgen ze een lijst mee naar huis met onderwerpen waarover ze het onderling eens moesten raken. Mocht Lien roken tijdens de zwangerschap? (Gemakkelijk: ze rookt niet.) Mocht ze sporten? (Ook gemakkelijk.) ‘Er zijn toen veel grapjes gemaakt over mijn gebrek aan een actieve levensstijl’, lacht Lien.

Pieterjan: ‘Ook al zijn die afspraken juridisch gezien niets waard, het is belangrijk om vanaf de start op één lijn te zitten. Vanaf dat moment voelt het als wens­ouders alsof je enkel vanaf de zijlijn kunt toekijken. Het was Lien die elke week naar het ziekenhuis moest, Lien die de gesprekken en onderzoeken moest ondergaan.’

Jeroen: ‘We zijn uiteraard zoveel mogelijk mee geweest, al was het maar ter mentale ondersteuning, maar door corona mochten we ook niet altijd mee naar binnen. Dat vonden wij moeilijk omdat we al zo weinig konden doen. Het enige dat wij ook moesten ondergaan was een psychiatrisch onderzoek, net als Lien en haar man Jente, om te zien of we in staat waren om samen dat proces te doorlopen. Dat voelde eerst als een mondeling examen waar alles van af zou hangen, maar bleek uiteindelijk een standaardprocedure.’

Pieterjan: ‘Die gesprekken zijn voor de draagmoeder ook een mogelijk moment om te zeggen dat ze zich bedacht heeft, aangezien de psychiater dan een elegante exit kan bedenken naar de wensouders toe zodat er geen problemen ontstaan.’

Pieterjan en zijn zus Lien

Van pick-up tot Cesar

Naast een draagmoeder had het koppel ook een eiceldonor nodig, aangezien de meeste fertiliteitsdiensten niet werken met eicellen van de draagmoeder om ­problemen bij de geboorte te vermijden. Als je niet zelf een wisseldonor aanbrengt, beland je op een wachtlijst waar je jaren op kunt staan.

Jeroen: ‘Wij hadden het geluk dat mijn beste vriendin al had aangeboden om te doneren. Doordat zij haar eicellen afstond aan het ziekenhuis, konden wij anonieme eicellen in ruil krijgen. Om wensouders een realistische kans te geven om zwanger te worden, moest ook zij getest worden om te zien of haar eicelreserve groot genoeg was. Dat bleek gelukkig geen ­probleem.’

Pieterjan: ‘Voor de hormoontherapie en pick-up van die eicellen was er voor ons geen financiële compensatie. Terwijl lesbische of heterokoppels enkele pogingen terugbetaald krijgen, moesten wij duizenden euro’s uit eigen zak betalen, puur omdat een fertiliteitstraject enkel gekoppeld kan worden aan een vrouw. Wij hadden het geluk dat we dat financieel konden dragen, maar het is een voorbeeld van waarom er een duidelijk wettelijk kader nodig is.’

Jeroen: ‘De eerste pick-up leverde acht eicellen op, waaruit uiteindelijk vijf embryo’s voortkwamen. Ze hadden ons verteld dat twee of drie al een geslaagde ronde betekende. Toen de eerste terugplaatsing mislukte, weet ik nog dat ik dacht: jammer, maar we hebben er nog vier.’

Pieterjan: ‘We waren gewaarschuwd dat de baarmoeder het embryo kan afstoten omdat de eicel niet lichaamseigen is. We hadden de pech dat dat bij alle vijf de embryo’s gebeurde. Omdat er telkens minstens een maand wordt gewacht voor de volgende terugplaatsing, waren we algauw een klein jaar verder. Dat is voor ons de moeilijkste periode geweest omdat je je afvraagt: gaat het wel lukken?’

Na een traject van ondertussen al 
bijna twee jaar was de belangrijkste vraag: ziet Lien het nog zitten? En kunnen zij en haar gezin emotioneel nog een tweede ronde aan?

Pieterjan

Lien: ‘Het moeilijkste voor mij was dat ik hun elke keer een berichtje moest sturen wanneer ik mijn regels kreeg. Je weet welke teleurstelling dat met zich meebrengt.’

Pieterjan: ‘Bij heterokoppels eindigt een traject vaak wanneer de terugbetalingen stoppen, bij ons was de belangrijkste vraag: ziet Lien het nog zitten? En kunnen zij en haar gezin emotioneel nog een tweede ronde aan? Op dat moment was het hele traject al bijna twee jaar bezig, dus we zouden het ook begrepen hebben als ze daar wilde stoppen.’

Lien: ‘Maar dat zit niet in mijn karakter. Ik had op dat moment die beslissing nu eenmaal gemaakt en moest en zou volharden. (lacht) Ik zou het idee dat het daar zou eindigen, zonder resultaat, moeilijk kunnen aanvaarden.’

Jeroen: ‘Er ging dus een tweede ronde volgen, maar toen werd mijn vriendin afgekeurd als donor omdat haar eicel­reserve niet meer groot genoeg bleek. Opnieuw hadden we het geluk dat er zich een andere vriendin aandiende. Na een half jaar aan onderzoeken werd zij goedgekeurd. Het eerste teruggeplaatste embryo nestelde zich ook meteen in.’

Lien: ‘Normaal gezien deel je een zwangerschap eerst met je partner, maar toen ik via een zelftest ontdekte dat ik zwanger was, heb ik onmiddellijk naar hen gebeld.’

Pieterjan: ‘Fastforward naar negen maanden later. In het ziekenhuis liep er opvallend veel personeel rond in onze gang omdat iedereen benieuwd was. De gynaecoloog zei het ons ook: “Mooi om te zien wat voor verwondering jullie hier hebben teweeggebracht.”’

Jeroen: ‘Ze hebben ons na de geboorte heel snel alleen gelaten in het verloskwartier zodat we dat moment onder ons konden beleven met Lien en Jente. We mochten er zeker een uur blijven voor we terug naar onze kamer moesten. De verpleegsters konden achteraf niet zwijgen over de twee half ontblote mannen in het verloskwartier.’ (lacht)

Holebirechten

En wie is de biologische vader? Het is de vraag die de mannen het vaakst kregen. Hoewel de wetenschap vandaag bijzonder ver staat, is het vooralsnog onmogelijk om van twee mannen de genen door te spelen. Ook al geloven ze beiden dat je niet verwant hoeft te zijn om vaderlijke gevoelens te hebben, toch had Pieterjan een net iets sterkere biologische vaderschapswens.

Jeroen: ‘Die knoop hebben we dus redelijk snel doorgehakt. Het enige moment dat ik het daar wat moeilijker mee had, was vlak voor de geboorte van Cesar. Wat als ik het niet zou voelen? Wat als het vaderschap toch anders zou zijn voor ­Pieterjan dan voor mij? Gelukkig bleek al heel snel dat die angst ongegrond was. Ik kan me niet voorstellen dat we dat moment anders beleefd hebben. Mensen gingen er vaak automatisch van uit dat ik wel de biologische vader moest zijn omdat Lien het kind droeg en “een broer en zus toch geen kinderen kunnen krijgen”. Dat hebben we meer dan eens moeten uit­leggen.’

Pieterjan: ‘Cesar krijgt dan weer Jeroens familienaam. Op die manier vonden we een soort compromis.’

Jeroen: ‘Het is wel iets waar je bij stilstaat, nu extreemrechts het op holebirechten gemunt heeft en als je ziet wat er in Italië gebeurt. (Premier Giorgia Meloni liet de namen van niet-biologische lesbische moeders verwijderen van de geboorteakten van hun kinderen, red.) Ik ben niet Cesars biologische vader, dus waar sta ik als dat ooit bij ons wordt doorgedreven? Sommige mensen hebben de neiging om mij overdreven in mijn vaderschap te bevestigen, wat heel averechts werkt. Zo heb ik al heel vaak gehoord hoe hard Cesar op mij lijkt, wat natuurlijk helemaal niet kan.’

Soort van coming-out

Ze hebben even getwijfeld of ze hun verhaal wilden delen. Het liefst van al willen ze een gewoon gezin vormen, maar meer sensibilisering is nodig.

Jeroen: ‘Mensen vragen vaak hele intieme dingen. Hoe verliep het traject? Wie was de draagmoeder? Toen we onlangs voor het eerst samen op reis gingen, hebben alleen al op het vliegtuig minstens vijf onbekenden ons aangesproken. (imiteert) “Mag ik eens iets vragen? Is dat jullie kindje?”’

Pieterjan: ‘Nee, we hebben hem gevonden op het strand. (lacht) Het is eigenlijk een soort van coming-out, een verhaal dat je elke keer opnieuw moet vertellen en dat je ook niet altijd wilt vertellen.’

Links staat Pieterjan, rechts Jeroen met baby Cesar. © Links staat Pieterjan, rechts Jeroen met baby Cesar.

Lien: ‘Ook als draagmoeder krijg je veel opmerkingen en vragen, zelfs wanneer je gewoon gaat winkelen. In de Delhaize heeft het voltallige personeel negen maanden lang met mij meegeleefd. (lacht) De eerste reactie bij de meeste mensen is: “Amai, dat zou ik niet kunnen.”’

Pieterjan: ‘Mensen vroegen na de bevalling ook vaak hoe het met mijn zus ging. Wanneer ik dan vertelde dat ze goed gerecupereerd was, was het antwoord vaak: “En mentaal? Heeft ze hem makkelijk kunnen afgeven?”’

Ik was niet 
zwanger van míjn kindje, maar van dat van hen. Als je spreekt over “afgeven”, impliceer je dat je iets van jezelf weggeeft, en dat is het voor mij nooit geweest.

Lien

Lien: ‘De psycholoog had me gewaarschuwd dat er bij de bevalling bepaalde stoffen zouden vrijkomen, maar daarover heb ik me nooit echt zorgen gemaakt. Het is volgens mij een van de grootste misvattingen over draagmoederschap: je mag het niet vergelijken met de zwangerschap van je eigen kinderen. Ik was namelijk niet zwanger van míjn kindje, maar van dat van hen. Als je spreekt over afgeven, impliceer je dat je iets van jezelf weggeeft, en dat is het voor mij nooit geweest.’

Bon voor de sauna

Intussen zitten ze in het laatste stadium van hun traject. Aangezien Lien en haar man bij de geboorte automatisch als juridische ouders werden erkend volgens de huidige regelgeving, wachten Jeroen en Pieterjan op de uitspraak van de rechtbank over hun adoptie van Cesar. Nog heel even zitten ze in een spagaat tussen zich vader voelen en officieel vader zijn, maar het geluk primeert.

Jeroen: ‘Het kan me op kleine momenten overvallen. Niet alleen bij onze eerste Vaderdag, maar evengoed als ik Cesar ga oppikken in de crèche na een lastige werkdag. Ons leven is volledig veranderd, en dat hebben we allemaal aan Lien te danken.’

Lien: ‘Het cliché klopt: dit is het mooiste cadeau dat ik ooit zal kunnen geven aan iemand. Ik voel nog steeds zoveel dankbaarheid dat ik dit heb kunnen doen. De bevalling van Cesar is een van de mooiste momenten van de laatste jaren geweest voor mij.’

Pieterjan: ‘Het is een cadeau dat we nooit in ons leven kunnen teruggeven aan Lien. De eerste keer dat we voor haar verjaardag iets moesten kopen, voelde dat ook als een onmogelijke opgave. Zij heeft mij als verjaardagscadeau een zoon gegeven, dan voelt een bon voor een sauna plots heel banaal.’ (lacht)

Lien: ‘Maak jullie geen zorgen: ik heb intussen echt wel genoeg cadeautjes en getrakteerde etentjes gekregen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content