Kerstgemis: hoe feest je wanneer je ook nog rouwt?
Een lege plek aan tafel, een cadeautje dat niet meer gekocht moet worden: naast vrolijkheid brengen de feestdagen voor veel families ook gemis en verdriet met zich mee. Hoe feest je wanneer je ook nog rouwt? En hoe geef je iemand die niet meer meeviert een symbolisch plekje aan de feesttafel?
De eerste kerst zonder mijn moeder, vandaag alweer vijf jaar geleden, bracht ik door op de zetel, bij mijn tante thuis. Slapend. Ik had lang getwijfeld of ik wel zou gaan naar dit ‘nieuwe’ familiefeest – voor het eerst niet in mijn ouderlijke huis – maar vond dat ik mijn kinderen, die al zoveel treurigheid hadden meegemaakt het laatste jaar, geen feest mocht ontzeggen. Maar de gezelligheid van de avond stoorde me. Ik zonderde me af, en viel dus in slaap.
Het jaar erop besloot ik met mijn zussen en broer het anders aan te pakken: we vieren nu veel kleinschaliger, enkel wij vier, onze partners, onze kinderen. Het voelt veel natuurlijker aan, ook omdat we samen met haar kerstdecoratie en de ‘goeie borden’ ook de gewoontes van mijn moeder overnamen. In de Whatsappgroep die we delen gaat het al weken over kerst: wie heeft de kommen waar mama de sauzen in serveerde, wie haar tafeldoeken? Wie maakt het vleesbrood volgens het recept van mijn oma en wie de aardappelgratin? Wie koopt de perziken in blik – waar niemand ooit van eet, maar ze zijn nu eenmaal traditie. Onze kerstavond werd zo een beetje een eerbetoon aan onze moeder, maar ook gewoon een gezellige avond.
Er is een persoon met wiens wensen je geen rekening meer moet houden, die niet meegeteld wordt bij de cadeautjes, het eten, de tafelindeling: de feestperiode heeft veel triggers voor mensen in de rouw
An Hooghe
Psycholoog
Rouwen en vieren
Kun je rouwen en tóch vieren? Voor veel families zijn de feestdagen immers ook een pijnlijke herinnering aan wat er niet meer is: een lege plek aan tafel, een feest zonder de aanwezigheid van je kind, zus of broer, partner, ouder. Psychologe An Hooghe is gespecialiseerd in rouw en verlies en stichtte expertisecentrum Verbinding in Verlies waar gezinnen die iemand verloren terechtkunnen. Ze weet als geen ander dat de feestdagen zwaar zijn voor mensen in de rouw: ‘Wie rouwt voelt sowieso al een afstand met de rest van de wereld, maar met de feestdagen wordt het contrast met hoe jij je voelt en hoe je omgeving zich gedraagt – naar kerstmarkten gaan, cadeautjes kopen, menu’s plannen… – extra uitvergroot.’
‘Ook wanneer een verlies al langer geleden is, kan het verdriet met de feesten weer meer de kop opsteken. Kerst is dé periode bij uitstek waarin families samenkomen en dan wordt het extra zichtbaar dat er iemand ontbreekt aan je tafel. Er is een persoon met wiens wensen je geen rekening meer moet houden, die niet meegeteld wordt bij de cadeautjes, het eten, de tafelindeling: bij elke stap in de voorbereiding komt dat gemis weer naar voren. De feestperiode heeft veel triggers voor mensen in de rouw en dat maakt dat velen gigantisch tegen de feesten opkijken. Er is zoveel vreugde, maar zij zitten met dat verdriet vanbinnen. Iedereen is aan het lachen en aan het feesten. Het lijkt alsof jij de enige bent die het gemis nog voelt, en dat doet pijn. Bovendien kun je in de feestperiode vaak ook minder bij je omgeving terecht, omdat iedereen zo opgeslorpt wordt.’
Symboliek is belangrijk
De tip van psychologe An Hooghe: ‘Denk op voorhand al na over hoe je wilt vieren en welke plaats je de overledene wilt geven tijdens de avond. Zo vermijd je dat je na het feest met een wrang of onvoldaan gevoel achterblijft. Wil je tijdens het jaarlijkse familiefeest een ritueel organiseren? Wil je dat er over de overledene gepraat wordt? Zet je een extra stoel, bord of glas? Mag de foto op tafel? Houd je een toost om de overledene in herinnering te brengen? Mijn ervaring is dat de meeste rouwende families íéts doen om hun overledenen symbolisch aanwezig te laten zijn. ‘
‘Mensen zijn daar heel inventief in: als ik met honderd mensen spreek, hoor ik honderd verschillende verhalen. Dat gaat van een cadeautje voor de overledene onder de boom tot een gerecht met een bepaald verhaal achter… Families creëren gaandeweg hun eigen tradities en gewoonten om iemand ‘in leven te houden’. Soms is dat samen naar het kerkhof gaan voor of tijdens het feest, soms zit het in het menu of in de tafeldoeken die gebruikt worden. In sommige families worden de fotoboeken nog eens bovengehaald of het favoriete gezelschapsspel gespeeld. Belangrijk is vooral dat er geen ‘moetens’ of regels zijn, dat je doet wat goed voelt voor jouw familie. En dat je met elkaar afstemt: hoe gaan we ons ma, onze zus of broer, zoon of dochter hier aanwezig maken?’
Het zijn kleine gebaren die veel troost brengen, ook al doen ze een beetje pijn. Want het is dan wel feest, verdriet mag er ook zijn
An Hooghe
Kleine gebaren
Een gebaar hoeft overigens niet groot te zijn om te troosten. Heel veel zaken zijn subtiel en onzichtbaar aanwezig. Zo dragen mijn zussen en ik met Kerstmis graag juwelen van onze moeder, eten we van het vintage Boch-servies dat zij jarenlang verzamelde op rommelmarkten en zetten we de lievelingswijn van mijn vader op tafel. In mijn kennissenkring is er ook de weduwe die haar trouwring niet meer draagt wegens nieuwe partner, maar die voor de feestdagen opnieuw uit zijn doosje haalt, de moeder die elke kerst de favoriete ovenhapjes van haar zoon serveert, en een gezin dat in de aanloop van de feesten samen de knutselwerkjes van hun dochter in de boom hangt. An Hooghe: ‘Het zijn kleine gebaren die veel troost brengen, ook al doen ze een beetje pijn. Want het is dan wel feest, verdriet mag er ook zijn.’
Maar overleg is wel belangrijk, vult Hooghe aan, want binnen één familie kan de mening nogal verschillen. ‘Sommige mensen willen bijvoorbeeld graag een foto op tafel, anderen vinden dat dan weer te confronterend. Praat erover en zoek een compromis waar iedereen zich goed bij voelt. In plaats van een foto kun je eventueel een leeg wijnglas op tafel zetten. Een toost over de overledene kan vervangen worden door een kaars te ontsteken aan het begin van de maaltijd. Het mooie aan zulke kleine gebaren is dat je zelf kiest welke plaats je ze geeft en wie je erbij betrekt. Je kunt ze uitspreken en ze zo delen met de andere aanwezigen, of je kunt ze in stilte of in kleine groep beleven om mensen die weglopen van te zichtbare herinneringen niet voor het hoofd te stoten.’
En de kinderen?
Want een feest is een feest, vinden sommige mensen, en het moet allemaal niet te treurig worden. Of ze zijn bezorgd om de kinderen: gaat het voor hen niet te moeilijk zijn om geconfronteerd te worden met de dood bij wat een vrolijke gelegenheid moet zijn? Om de kinderen hoef je je alleszins geen zorgen te maken, vertelt An Hooghe: ‘Ook kinderen willen immers niet dat een broer of zusje of een ouder vergeten wordt. Kinderen houden niet van een beladen sfeer, maar ze kunnen verrassend goed om met de gedachte aan de dood, met rouwen en met afscheid. Ze vinden het vaak net heel leuk om iets te doen voor een overleden gezinslid.’
Zo maakt mijn vriendin Klara, sinds haar man Wim twee jaar geleden in de feestperiode stierf, met de kinderen knutselwerkjes die ze dan naar zijn graf brengt, en dat doen ze ook met Kerstmis. ‘Vorig jaar was de eerste kerst zonder Wim. Ik kocht toen een klein kerstboompje dat we thuis versierden en op zijn graf zetten. Dit jaar vroegen de jongens daar zelf om. De jongste maakte op school ook kerstkaarten en thuis heeft hij er meteen eentje op het plekje van zijn papa op de kast gezet, naast zijn foto en een potje met zijn as. Ze knutselden ook kleine cadeautjes en pakten die voor hem in. Zijn graf is voor ons een speciale plek, vorig jaar lazen de kinderen er hun nieuwjaarsbrieven voor en hielden we er een nieuwjaarsdrink met familie. Daar zou ik graag een jaarlijkse traditie van maken. Wim is gestorven op 31 december, en vanaf Sinterklaas voel ik dat de sfeer in huis verandert, dat we nog meer over hem praten, vaker naar foto’s en filmpjes kijken. Ik moet mijn zoons nooit ergens toe aanzetten, ze vragen daar zelf om.’
An Hooghe: ‘Het is een mooie boodschap om aan onze kinderen mee te geven: dat de feestdagen niet alleen maar vrolijkheid, cadeautjes en lekker eten met zich meebrengen, maar dat ze ook een warm moment kunnen zijn om de mensen die we verloren zijn een plekje te geven. Je toont hun ook dat afscheid en verdriet bij het leven horen en dat herinneringen ophalen niet beangstigend is, maar ook heel troostend kan zijn.’
Alle kerstmissen die nog komen
Het eerste jaar is het moeilijkste, wil het cliché. Dan heb je alles een keertje ‘zonder’ meegemaakt en weegt het verdriet minder. Wordt Kerstmis dan ook elk jaar makkelijker?
An Hooghe: ‘Het gemis is het eerste jaar misschien een beetje scherper omdat je nog kunt denken: vorig jaar was hij of zij hierbij. Het is het eerste jaar met dat verdriet, het is verser. Maar ook de jaren erop kan het nog snijden. Ik denk dat gemis over de jaren heen soms zelfs zwaarder wordt. Nóg eens een jaar zonder kind, man, moeder. Daar komt ook de angst bij dat iemand vergeten gaat worden. In het eerste jaar wordt er aan de kerstdis misschien nog een toost uitgebracht op de overledene. Er wordt over hem of haar gepraat, er worden anekdotes opgehaald. Maar het tweede, derde, vierde, vijfde jaar wordt dat minder. Wanneer er dan plots niks meer gebeurt om de overledene te herinneren, is dat heel confronterend voor de dichtste nabestaanden. Weinig dingen zijn zo pijnlijk voor iemand die rouwt dan een overledene die ‘doodgezwegen’ wordt aan de feestdis, het is dan alsof die persoon nooit bestaan heeft.’
Timing en sfeer
Je moet wel de sfeer een beetje aanvoelen, vult An Hooghe aan: ‘Begin geen zwaar gesprek op een vrolijk moment. Ook mensen in de rouw willen tijdens de feesten genieten en de rouw en het verdriet even achter zich laten. Vermijding is af en toe een goede copingstrategie. Maar ook dan kan het zeker geen kwaad om tijdens een vrolijk gesprek een grappige anekdote te delen over de overledene. Wees niet bang om zijn of haar naam van te laten vallen aan de feestdis. Herinneren hoeft niet verdrietig te zijn.’
Lieve vindt het net pijnlijk wanneer aan de kersttafel niemand nog haar man Piet praat, die zes jaar geleden overleed. ‘Ik weet dat ze over hem zwijgen omdat ze mij geen pijn willen doen – Kijk, Inge is aan het lachen, dus het zal wel weer goed met haar gaan. Maar ik denk altijd aan hem, dus ze zullen echt geen wonden openen door het gesprek aan te gaan. Mijn moeder steekt wel elk jaar een kaars voor hem aan en zegt dan een paar woorden, maar sommige neven en nichten – elk jaar dezelfde – moeten net dan toevallig iets uit de auto halen of hun glas nog eens vullen. Ik snap het: kerst moet gezellig zijn, maar het is ook het uitgelezen moment om het nog eens te hebben over de mensen die er níét meer bij zijn. Gelukkig pakt mijn schoonfamilie het helemaal anders aan. Daar staat nog altijd het favoriete dessert van Piet op tafel, wat meteen de gelegenheid is om herinneringen op te halen en nog eens te herhalen hoe hard hij gemist wordt.’
Geen zin
En wat als je met een verlies worstelt en er helemaal geen zin in hebt, in de feesten met al hun opgeklopte vrolijkheid. Hoe vertel je dat aan je familie? An Hooghe: ‘Ik ken veel mensen die sinds een overlijden in de familie, vaak een kind, anders zijn gaan vieren. Ze trekken zich terug: ze gaan niet meer naar het grote familiefeest, maar blijven thuis vieren met hun kleine gezinnetje of kijken zelfs gewoon tv. Sommigen vluchten naar het buitenland waar de herinneringen niet zo veel pijn doen. Voor hen voelt dat als de beste keuze, ze willen weg van het feestgedruis, van de vrolijkheid en de versierde straten. Die keuze kan heel pijnlijk zijn voor de naaste familie of voor goede vrienden. Maar als je doet wat je voelt en waar jij nood aan hebt, is niks verkeerd.’
An Hooghe pleit dan ook voor veel mildheid. ‘Iedereen mag zijn eigen weg, zijn eigen stijl en zijn eigen manier van vieren vinden. Het is bovendien niet omdat je dit jaar de behoefte voelt om weg te trekken met je gezin, of het te vieren met enkel je meest geliefde mensen om je heen, dat je volgend jaar niet wél de nood hebt aan een groot familiefeest. Volg je gevoel. Dat er verschil is in een familie is over hoe mensen willen rouwen, is niet erg. Wat het pijnlijk maakt is dat er weinig tolerantie en mildheid is over het verschil. Je hoeft niet allemaal op dezelfde manier te rouwen. Wil je zus na het overlijden van jullie moeder graag met haar eigen gezin vieren, dan is dat misschien pijnlijk voor jou, maar moet je dat aanvaarden.’
Zelfzorg
‘Mensen moeten er in de eerste plaats goed over nadenken met wie ze die tijd willen doorbrengen. Hebben ze geen zin in het jaarlijkse familiefeest, dan is dat zo. De feesten zijn een erg zware en intense periode wanneer je iemand mist. Dan moet je goed voor jezelf zorgen. En voor jezelf opkomen, ook al ligt dat misschien niet in je aard. Als rouwende heb je daarin ook zelf een verantwoordelijkheid: mensen kunnen niet weten waar jij nood aan hebt, je moet dat zelf aangeven.’
Tot slot wil An Hooghe nog toevoegen dat tijd wel degelijk troost brengt: ‘Ik hou er niet van wanneer mensen zeggen dat verdriet niet slijt, of dat rouw voor altijd is. Want dat is niet zo: tijd doet wel degelijk iets. Mensen vinden op den duur een manier om met het gemis om te gaan. Ze leren bij wat ze zelf nodig hebben, krijgen meer sturing over hun rouwproces. Ze hebben bijvoorbeeld al geleerd: ik ga niet meer naar die grote familiefeesten. Ik vier kerst met een kleine groep mensen die betrokken zijn en die weten wat ik voel. Zo kan ik die avond helemaal invullen zoals ik dat wil.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier