Journalist voor Knack Weekend05-09-2024, 16:14Bijgewerkt op: 05-09-2024, 16:14
Antwerps juweelontwerper Katrin Wouters (62) viert dit jaar de veertigste verjaardag van het legendarische juwelenmerk Wouters & Hendrix dat ze in 1984 oprichtte met Karen Hendrix. Ze blikt terug op de begindagen van het label en een advies van Jean-Charles de Castelbajac dat veel betekende voor hen.
‘Als kind was ik redelijk stil. Ik groeide op als een nakomertje in een gezin met twee oudere zussen die al genoeg kabaal maakten aan tafel. Ik zat er vaak als toeschouwer bij, maar was wel koppig gedreven in mijn eigen wereldje. Ik studeerde aan de kunsthumaniora in de jaren zeventig, in de periode van new wave en punk. Iedereen maakte toen zijn eigen kleren en juwelen. Ook ik was daar heel erg mee bezig.
In mijn laatste jaar juweelontwerp aan de Antwerpse Academie trokken we, samen met de studenten mode en fotografie, naar Parijs om er interessante personen en bedrijven te bezoeken. We gingen naar klassieke juweliers zoals Chaumet, maar mochten ook langs het atelier van modeontwerper Jean-Charles de Castelbajac, in de rue de Rivoli. Vandaag besef ik pas hoe straf het was dat zo’n succesvolle man tijd wilde vrijmaken voor een bende studenten uit Antwerpen. Hij vertelde ons hoe het eraan toeging in de modewereld en wat je moet kunnen om het te maken. Ik vond het een heel inspirerend gesprek, ook al was ik eigenlijk geen modestudent. Hij jutte iedereen in onze groep op om heel ambitieus te zijn. Op een bepaald moment zei hij: “Komaan, hoe zitten jullie hier nu, allemaal zo loom en ineengezakt. Je moet ervoor gaan! Elke ochtend zit mijn brievenbus vol aanvragen van jonge mensen die hier willen komen werken. Ik lees die brieven en daar blijft het bij. Maar als ik een tweede brief krijg van die persoon, trekt die volharding mijn aandacht. Als diezelfde persoon dan nog eens aan mijn deur staat als ik ’s avonds het atelier verlaat, dan klikt er iets in mijn hoofd en weet ik dat het een volhouder is. Dus durf te vechten voor waar je in gelooft. Zet maar je voet tussen de deur!”
Met onze eerste collectie mikten we meteen hoog. We maakten een uitgebreide presentatie, sprongen in de auto en reden naar een high-end juwelenboetiek in Parijs. We hadden geen afspraak, we belden gewoon aan.
Die opdonder stimuleerde Karen en mij enorm. Een jaar later richtten we Wouters & Hendrix op. Door die preek van De Castelbajac mikten we met onze eerste collectie meteen hoog. We maakten een uitgebreide presentatie, sprongen in de auto en reden naar Utility Bibi in Parijs, een high-end juwelenboetiek in Saint-Germain-des-Prés waar Karen en ik altijd voor de etalage stonden te watertanden. We hadden geen afspraak, we belden gewoon aan. Een half uur later zei de verkoopster: “Neem je bestelbon maar, ik koop de collectie graag aan.” Aan bestelbonnen hadden we niet gedacht, groen als we waren als ondernemers, maar met een blad papier lukte het ook. We kwamen buiten en deden een vreugdedansje op het trottoir in Parijs. Het is niet omdat je hoog mikt, dat alles lukt. Maar ook als het mislukt, haal je er altijd wel íéts uit. Een interessant contact, een verfrissend inzicht, of het besef dat je idee eigenlijk toch niet zo goed was.
Het gevolg van onze vliegende start is dat Karen en ik altijd zijn blijven zoeken naar nieuwe uitdagingen. Me telkens weer smijten in iets dat ik nog niet helemaal onder de knie heb, is wat het spannend houdt voor mij. De nieuwste collectie, Je est une autre, stellen we deze week voor met een exclusieve samenwerking met het KMSKA in Antwerpen. Ook dat was weer een leerrijke ervaring. De voorbije veertig jaar heb ik nog vaak aan de woorden van De Castelbajac gedacht en ik heb ze ook aan mijn drie kinderen doorgegeven. Ik weet niet of we Wouters & Hendrix hadden opgericht zonder die ontmoeting. Misschien had ik op een bepaald moment ook wel de sprong durven te wagen, maar de weg ernaartoe zou langer geduurd hebben.’