Gynaecologe Angelica Meers brengt vakantie door in Afrikaans operatiekwartier: ‘Ik kan hier een verschil maken’
Geen all-invakantie noch safari deze zomer voor gynaecologe Angelica Meers: samen met de ngo Artsen Zonder Vakantie spendeert de dokter haar verlofdagen als vrijwilliger in Afrikaanse ziekenhuizen. ‘We zijn ongelooflijk verwend in het Westen.’
Elke zending heeft ze halverwege even het gevoel dat niets lukt en dat er te veel moet veranderen. Elke zending zegt ze uit pure frustratie dat het haar laatste is. En toch ging gynaecologe Angelica Meers de afgelopen vijf jaar telkens opnieuw mee met ngo Artsen Zonder Vakantie om collega’s in Afrikaanse ziekenhuizen te ondersteunen en op te leiden gedurende enkele weken.
Hoe ze dat volhoudt? ‘Het doet me deugd om halverwege de zending eens even lekker westers te kunnen huilen’, lacht Meers. ‘Eens je die frustratie geventileerd hebt, kan je de volgende dag weer gewoon aan de slag. Het zorgt elke keer weer voor een kentering die ik even nodig heb. Het is namelijk onmogelijk om alle problemen in een keer te fiksen. Gelukkig duurt het gewoonlijk maar enkele uren dat ik zwelg in een gevoel van frustratie en onmacht. Ik zie dan onnoemlijk veel zaken die nog moeten verbeteren, die ik zou willen aanpakken.’
De Belgische ngo Artsen Zonder Vakantie zendt jaarlijks verschillende specialisten, verplegende staf en technici uit eigen land naar Afrikaanse ontwikkelingslanden om er tijdens hun vakantie kennis te delen en samen te werken met lokale medewerkers. Geen plezierreisje dus voor de arts of verpleegkundige in kwestie, maar twee of drie weken ondersteunende medische hulp in ziekenhuizen die financieel en materieel veel minder sterk staan dan de onze.
Het doet me deugd om halverwege de zending eens even lekker westers te kunnen huilen.
Angelica Meers
‘Ik heb altijd al een heel grote affiniteit gehad met Afrika’, vertelt gynaecoloog Angelica Meers. ‘Ik ben ook aan geneeskunde begonnen met het idee ooit aan ontwikkelingshulp te doen. In de loop der jaren had ik echter een mooie praktijk opgebouwd en was ik mama geworden, waardoor dat idee wat ondergesneeuwd geraakte.’
‘Enkele jaren geleden leerde ik Artsen Zonder Vakantie kennen door collega’s en werd ik gevraagd of ik er tijd voor kon vrijmaken. Mijn derde kind was net geboren en aansluitend met mijn zwangerschapsverlof ben ik toen voor het eerst twee weken met de organisatie meegegaan. Sindsdien laat het mij niet meer los. Ik heb vanaf mijn eerste zending een stukje van mijn ziel aan Afrika verloren.’
Waarin verschilt Artsen Zonder vakantie ten opzichte van de gelijkaardig klinkende organisatie Artsen zonder Grenzen?
ANGELICA MEERS: Ze lijken op elkaar qua naam, maar hebben wel degelijk een ander doel. Ik denk dat de organisaties mooi aanvullend zijn. Artsen Zonder Grenzen reageert als er zich een ramp voordoet en stampt vervolgens gezondheidszorg uit de grond om een acute nood te beantwoorden. Artsen Zonder Vakantie verbetert daarentegen bestaande zorg kwalitatief door een intense samenwerking uit te bouwen met lokale partnerziekenhuizen. Wij werken steeds op lange termijn en proberen van binnenuit kennis en visie bij te brengen.
Je merkt dat de Afrikaanse collega’s onze hulp enorm appreciëren. Er gaat geen week voorbij zonder dat een Afrikaanse collega me mailt met een concrete medische vraag.
Angelica Meers
Wat betekent jouw rol als gynaecologe daar concreet?
MEERS: Dat is heel verschillend van zending tot zending. Artsen Zonder Vakantie gaat uit van de noden en vraag van de lokale partner. Dat kan gaan van heel concrete technieken, zoals bijvoorbeeld een baarmoeder langs vaginale weg leren verwijderen, in plaats van via buiksnede om het infectierisico te beperken. Maar het kan evengoed zijn dat de vraag is om samen te kijken hoe de beslissing vaginale bevalling versus keizersnede genomen wordt op een materniteit.
Hoeveel vakantiedagen spendeer jij aan zo’n zending?
MEERS: Ikzelf ga er altijd twee, de weekends ervoor en erna incluis. Mijn werk in België laat het op dit moment niet toe om langere periodes te gaan. Twee weken is echter wel een minimum. De eerste dagen moet je namelijk vooral waarnemen en het vertrouwen winnen van je collega-artsen. Ze moeten me niet zien als een controleur, maar tonen hoe het er echt gaat. Alleen zo kunnen we werkelijk samenwerken en voor verbetering zorgen. Vanaf ik met pensioen ben, wil ik graag vaker en langer gaan.
Je merkt dat de Afrikaanse collega’s onze hulp enorm appreciëren. Ik heb zo ondertussen al heel veel vrienden gemaakt waarmee ik me sterk verbonden voel. Er gaat geen week voorbij zonder dat een Afrikaanse collega me mailt met een concrete medische vraag. Je legt een heel diep menselijk contact als artsen onder elkaar, die ook verder gaat dan een samenwerking van twee weken.
Je trok al naar Oost-Congo, Burundi, Benin en Rwanda. Wat is je tussentijdse gevoel na vijf jaar zendingen met Artsen Zonder Vakantie?
MEERS: Het is heel dubbel. Wat me elke zending frustreert is de onmogelijkheid om dingen op te lossen door het ontbreken van materiaal, problemen die hier in het Westen meteen van de baan zouden zijn. Plekken waar geen stroom is, operatiekwartieren waar geen anesthesie en dus ook geen operatie mogelijk is, kortom situaties waarbij je niet kan doen wat je zou willen doen als arts. Gelukkig is Artsen Zonder Vakantie zich hier als organisatie heel bewust van en vertrekken er daardoor nu naast artsen en verpleegkundigen ook technici op zendingen. Ondertussen worden er zelfs opleidingen voor lokale ziekenhuistechnici georganiseerd.
Soms vragen mensen me of ik mijn kinderen meepak en daarna nog op citytrip ga of naar de apen ga kijken. Ik moet zeggen dat ik als toerist niet in die landen zou kunnen komen omdat het onrecht me te diep raakt. De enige reden dat ik dit werk graag doe, is omdat ik weet dat ik er een verschil kan maken.
Herinner je je nog zo’n situatie waarin je machteloos was door gebrek aan apparatuur?
MEERS: Tijdens een zending in Oost-Congo waren er twee baby’s wier leven aan een zijden draadje hingen. We hadden maar een beademingsballon, waardoor we een van de kinderen de hele nacht tevergeefs hebben zitten reanimeren. Tegen de ochtend hebben we het kindje moeten laten gaan. (stil) Zoiets kruipt onder je huid. Dat zal het altijd blijven doen.
Tijdens een van de zendingen hebben we een kindje moeten laten gaan na het een hele nacht lang gereanimeerd te hebben. Zoiets kruipt onder je huid. Dat zal het altijd blijven doen.
Angelica Meers
Mensen gaan op vakantie ter ontspanning, maar dat is hier natuurlijk allesbehalve het geval.
MEERS: Nee, maar ik voel me heel rijk, gelukkig en dankbaar als ik van mijn vrijwilligerswerk terugkom. Ik vind het een ongelooflijk cadeau dat ik in een heel andere cultuur met die vrouwen over erg intieme zaken mag praten en lokale artsen verder kan opleiden. Ik ben dankbaar dat ik keer op echt het verschil heb kunnen maken. Och, ik zou er uren over kunnen praten.
We zijn een en al oor.
MEERS: Ik herinner me een jongedame in een klein regionaal ziekenhuisje in Oost-Congo waarbij een vrij grote gynaecologische ingreep nodig was om te kunnen genezen van kanker, en om haar overlevingskansen te bieden. Samen met een anesthesist van Artsen Zonder Vakantie heb ik besloten het te proberen onder een minimale verdoving en we hebben de operatie tot een goed einde gebracht. Die dame moet heel veel pijn ervaren hebben, maar haar dankbaarheid achteraf zal ik altijd meedragen. We zijn ongelooflijk verwend hier in het Westen. Bij de minste ingreep krijgen we verdoving, terwijl mensen daar soms ongelooflijk taai moeten zijn om te kunnen blijven leven.
Een ander verhaal dat ik nooit zal vergeten is dat ik tijdens een kort bezoek aan een ziekenhuis waar ik eerder geholpen had, een vrouw op bezoek kreeg. Ze moet drie of vier dagen in de wachtkamer gezeten hebben om mij terug te zien. De vrouw wou me een Afrikaans kleedje geven als dank, omdat ik twee jaar eerder een ingreep bij haar had gedaan om haar vruchtbaarheid te verhelpen. Ondertussen had ze een kindje gekregen. (glundert)
We zijn ongelooflijk verwend hier in het Westen. Bij de minste ingreep krijgen we verdoving, terwijl mensen in Afrika soms ongelooflijk taai moeten zijn om te kunnen blijven leven.
Angelica Meers
Zou je het aanraden aan collega-artsen?
MEERS: Sowieso. Het is een ongelooflijk cadeau om arts te kunnen worden en ik ben heel blij dat ik die mogelijkheid gekregen heb. Dit is een manier om iets terug te doen. Ik vertel jonge collega’s altijd dat ze de best mogelijke arts moeten worden die ze in zich hebben zitten. Op zending gaan is uitdagend, keer op keer. Je moet in de meest complexe situaties op zoek gaan naar oplossingen met beperkte middelen. Het is ook boeiend om te zien welke vooronderstellingen je soms hebt, of welke andere creatieve manieren er kunnen zijn om naar een medisch probleem te kijken.
Hou je nog tijd over om met je gezin op vakantie te gaan?
MEERS: Mijn kinderen vinden het cool dat hun mama af en toe ‘doktert’ in Afrika. Mijn zendingen zijn alleen mogelijk doordat mijn gezin hier volledig achter staat. Minder vaak samen op vakantie gaan hoort daar ook bij. Maar ik vind leven en werken in verschillende culturen absoluut een meerwaarde en ik ben blij dat mijn kinderen door mijn verhalen dankbaarheid meekrijgen voor onze materiële welvaart en respect voor mensen die met veel minder moeten rondkomen. Door mijn zendingen breng ik een stukje Afrika mee naar België. (lacht)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier