De succesformule achter de hippe coworkingconcepten: ‘Ons kantoor is een soort micromaatschappij’

Een indrukwekkend koffieaanbod, een prachtige achtertuin en een interieur dat zowat honderd keer stijlvoller is dan je eigen woonkamer. Is dat hoe het kantoor van de toekomst eruitziet? Populaire coworking-projecten laten ons alleszins geloven van wel. ‘Ons werk- en privéleven vloeit steeds meer in elkaar over. Daar spelen wij dankbaar op in’, klinkt het bij Fosbury & Sons.

‘Welcome to our little adventure’. Zo verklaren oprichters Maarten Van Gool en Stijn Geeraets de tweede Fosbury & Sons-vestiging voor geopend. Het imposante gebouw aan de rand van het Zoniënwoud in Brussel is met een oppervlakte van 7.000 meter de nieuwe biotoop voor zo’n 650 coworkers. Klinkt ambitieus? Niet als je het aan het ondernemersduo zelf vraagt.

‘Het klassieke kantoorconcept werkt voor veel mensen niet meer. Er is nood aan meer flexibiliteit, meer comfort en vooral meer menselijkheid’, legt Van Gool uit. ‘Als we naar de buurmarkten kijken, dan zal de vraag naar dit soort kantoorconcepten de komende jaren enkel stijgen. Dit is nog maar het begin.’ Dat blijkt ook uit hun eigen expansiedrang: in de loop van volgend jaar komt er nog een Fosbury & Sons-vestiging bij in onze hoofdstad.

Elk detail klopt

Fosbury & Sons verschilt dan ook radicaal van een klassiek businesscentrum waar verschillende bedrijven samenhokken. Om te beginnen is het gelegen in een architecturale parel van de Pools-Belgische architect Constantin Brodzinski.

Binnenin hebben de architecten van Going East hun uiterste best gedaan om dat iconische gebouw van een moderne toets te voorzien. Dat loont duidelijk: van de lichtbruine gordijnen tot intellectuele koffietafelboeken in de lounge, elk detail klopt. Geen toeval, uiteraard. ‘Het is hier gezellig, mensen komen hier graag. En dat is ook de bedoeling. We willen laten zien dat werken ook leuk kan zijn. Het hoeft er niet altijd bloedserieus aan toe te gaan op kantoor.’

Met die visie staan ze niet alleen. Ook Ampla House in Gent heeft van de huiselijke gezelligheid haar handelsmerk gemaakt. General manager Barbara De Beir (foto onder) omschrijft de coworkingplek zelf als een urban collaborative workspace. Er wordt weliswaar kei hard gewerkt, maar wel in een gemoedelijke sfeer.

‘Het is de bedoeling dat onze coworkers hier zich onmiddellijk thuis voelen. Dit gebouw dateert uit 1886. We hebben er alles aan gedaan om de oorspronkelijke sfeer van het gebouw zoveel mogelijk te behouden. De hoge plafonds, de afwerking in Belgische marmer… Die details staan in contrast met veel witte, onpersoonlijke kantoren’, aldus De Beir.

Spontaan netwerken

De mooie omgeving is niet alleen leuk om naar te kijken, maar dient ook een hoger doel. Contacten leggen gaat hier net iets gemakkelijker dan op het doorsnee netwerkevent. Ook dat is geen toeval. ‘Er is hier een fitness, een restaurant, een koffiebar, een zithoek… Als je hier een dag doorbrengt, is de kans heel groot dat je met iemand aan de praat geraakt. De coworkers hier zijn letterlijk van alle markten thuis, dus de kans is groot dat je elkaar kan helpen. En dat zonder dat er naamkaartjes aan te pas komen.’

Die kruisbestuiving is voor veel werknemers een extra reden om te gaan coworken. Dat merkt ook Klara De Smedt, de drijvende kracht achter de Antwerpse coworkingruimte De Winkelhaak. Ze runt haar pand aan het station van Antwerpen-Centraal al sinds 2002 en heeft al een driehonderdtal bedrijven zien komen en gaan

‘Wij richten ons specifiek op kleine, creatieve ondernemers. Op het moment dat ze bij ons aankloppen, zitten ze vaak in een cruciale fase: dan is het boomen of barsten. Dan is een sterk netwerk en ondersteuning van levensbelang. En daarmee maken wij het verschil. Thuis aan je keukentafel krijg je geen input van andere ondernemers in een gelijkaardige situatie. Daar blijf je veel langer vastzitten in je probleem, terwijl je hier geïnspireerd wordt door de rest. Op kantoor voel je als het ware de hartslag van de maatschappij. Je zit met je neus op de toekomst van je vakgebied. Zo ga je veel sneller vooruit.’

Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. De emoties op kantoor kunnen soms hoog oplopen, ook in een hippe coworkingruimte. ‘Klanten die niet betalen zijn voor een kleine zelfstandige een ware nachtmerrie. Omgekeerd is er natuurlijk ook grote vreugde wanneer een grote klant wordt binnengehaald, of medeleven wanneer een relatie niet goed gaat omdat er te hard gewerkt wordt. Alle emoties passeren hier de revue.’

Die informele werkomgeving schept een band tussen de verschillende werknemers. Voor Régis Birgel, Sales & Business Manger bij interimkantoor Vivaldis, is het zelfs de belangrijkste reden om naar Fosbury & Sons af te zakken.

‘De coworkers hier hebben allemaal hetzelfde doel: ze willen vooruit in hun professionele leven. Dat werkt motiverend en inspirerend. Zakelijke samenwerkingen ontstaan spontaan, maar dat wil niet zeggen dat er enkel over business wordt gepraat. Hier maak je gemakkelijk nieuwe vrienden’, klinkt het.

Dag en nacht

Zowel Fosbury & Sons als De Winkelhaak zijn dag en nacht open voor leden. ‘Het is niet aan ons om te dicteren wanneer onze klanten mogen werken’, klinkt het overtuigd bij beide bedrijven.

Bij Fosbury & Sons kan je je douchen, maar De Winkelhaak gaat nog een stapje verder. Daar kan je ook blijven slapen. En in de badkamer liggen steevast tandenborstels, deo en zelfs make-up klaar. ‘Zo kan iedereen fris naar de klant vertrekken, ook wanneer er tot in de late uurtjes wordt doorgewerkt’, aldus De Smedt.

Succesrecept

Terwijl De Winkehaak zich vooral richt op creatievelingen, staat bij Fosbury & Sons en Ampla house de deur open voor elk soort ondernemer. ‘Dit bedrijf is een micromaatschappij: de coworkers hier zijn letterlijk van alle markten thuis. Daarom was het voor ons cruciaal om zeker genoeg ruimte te hebben. Zo ben je er zeker van dat iedereen ongestoord zijn ding kan doen, zonder dat je elkaar in de weg loopt.’

Toch is coworken niet voor iedereen weggelegd. ‘Er is hier voortdurend beweging. Dat kan storend zijn voor wie gemakkelijk afgeleid is. Het is een komen een gaan van mensen, daar moet je mee om kunnen. Ook het gebrek aan structuur kan een probleem zijn. Je moet wel enige zelfdiscipline hebben om te kunnen functioneren’, geeft Régis Birgel nog mee als raad voor aspirant-coworkers.