De ochtendstond heeft niet voor iedereen goud in de mond: waarom we aardiger mogen zijn voor avondmensen
Ochtendyoga, een meditatiesessie bij zonsopgang of een pre-ontbijt wandeling. De tips en adviezen om meer uit je dag te halen door er simpelweg vroeger aan te beginnen slaan ons om de oren. Maar zijn vroege vogels wel echt zoveel productiever? En hoe komt dat ochtendmensen zo opgehemeld worden en avondmensen verguisd?
Veel mensen in topfuncties ontwaken bij het krieken van de dag. Twee uur voor de start van zijn werkdag is Barack Obama al druk in de weer in de sportzaal en ontbijt hij met de krant. Ook ex-president George Bush is al om 5 uur ’s ochtends uit de veren en ligt steevast om 22 uur weer onder de wol. Oprah Winfrey zet geen wekker, maar springt om 7 uur ’s ochtends fluitend uit bed om met haar vijf honden op wandel te gaan. Met zoveel succesverhalen van ochtendmensen lijkt een vroeg ritme het recept voor een geslaagd leven. Maar ook Leonardo Da Vinci en Winston Churchill wisten het ver te schoppen, en toch waren zij avondmensen. Waar komt die verheerlijking van de ochtendmens vandaan? En hoe komt het dat we zo weinig succesverhalen van nachtbrakers kennen?
Tegendraads
De gedachte dat je simultaan met de ochtendzon aan de dag moet beginnen, gaat terug tot bij Aristoteles. ‘Het is goed om voor de dageraad op te staan’, schreef hij in Oeconomica, een standaardwerk over de organisatie van de economie en huishoudelijke taken, ‘want die gewoonte draagt bij tot gezondheid, rijkdom en wijsheid.’ Slaapexpert en neuroloog Inge Declercq is het daar niet mee eens. ‘Dat is compleet fout’, zegt de auteur van De kracht van slapen. ‘”De ochtendstond heeft goud in mond” geldt alleen voor de vroege vogels. Er zijn goeroes die zeggen dat je om 6 uur ’s ochtends moet opstaan om te mediteren. Voor avondmensen gaat dat diametraal in tegen alle gezondheidsregels, late types zijn simpelweg niet gemaakt voor zo’n ritme.’
Het lichaamvan avondmensen werkt gewoon anders
In haar praktijk ziet Declercq het vaak mislopen. ‘Ik ken voorbeelden genoeg van mensen die per se vroeg willen opstaan, maar zij lopen er heel de dag als een wrak bij. Het lichaam van avondmensen werkt anders. Je cortisol (het stresshormoon, red.) start op volgens voorgeprogrammeerde ritmes. Dat hormoon moet je bij de start van je dag aanmaken om je energieproductie en metabolisme op gang te brengen. Wanneer je wakker wordt om 6 uur terwijl je biologisch gezien pas om 8 uur hoort op te staan, forceer je jezelf dus twee uur te vroeg.’ Dat voelt niet alleen kunstmatig aan, er zijn zelfs gezondheidsrisico’s aan verbonden. ‘We weten bijvoorbeeld dat nachtwerk een risico op borstkanker kan inhouden bij vrouwen wiens lichaam daar eigenlijk niet voor gemaakt is. Avondmensen die steevast tegendraads leven zijn dan weer vatbaarder voor depressies dan ochtendmensen.’
‘Vroege vogel’-maatschappij
Waar komt het idee dan vandaan dat we collectief de ochtendmentaliteit hebben omarmd? Eigenlijk moeten we de verklaring niet ver zoeken. ‘We leven gewoon in een “vroege vogel”-maatschappij’, zegt Declercq. Hoewel we niet meer afhankelijk zijn van de zonsopgang- en ondergang voor onze dagindeling, moeten kinderen en veel werknemers vroeg beginnen. Die klassieke school- en werkuren zijn ideaal voor ochtendmensen, wat er dan weer voor zorgt dat ze vaak als succesvol bestempeld worden.
Voor ochtendmens en leerkracht Sarah Van Herck is dat een voordeel. ‘Ik moet vaak om 8.15 uur op school zijn. Toch moet ik me niet haasten, omdat al rond 6 uur opsta. Als volwassene vind ik dat okĆ©, maar ik merk dat veel tieners het moeilijk hebben. In het middelbaar moet je echt een ochtendtype zijn. Dat is zelfs een beetje extreem, want we beginnen om 8.25 uur. Dat is best gek, niet iedereen is een ochtendmens, en zeker tieners niet.’
Ook veel volwassenen worstelen met het vroege ritme. ‘In Europa zijn er namelijk meer neutrale en late types dan ochtendmensen’, verklaart Declercq. Een van hen is Mieke Pressley. In het weekend slaapt ze uit, maar tijdens de werkweek tikt haar wekker volgens het werkritme. ‘Dat is niet onmogelijk. Zodra ik in dat ritme kom, volg ik het gewoon. Maar ik merk wel dat me het meer energie kost. In de ochtend functioneer ik niet zo goed. Pas in de namiddag leef ik op.’
Hoewel avondmensen nadeel ondervinden van de klassieke dagindeling, is er veel onbegrip. ‘Mensen zeggen vaak dat je lui en onproductief bent als je uitslaapt, maar er is niemand die dat denkt als je om 21 uur naar bed gaat’, zegt Pressley. ‘Ze doen alsof je het “beste” deel van de dag mist, maar ze houden er precies geen rekening mee dat je ’s nachts ook langer doorwerkt.’ Ook Declercq merkt de negativiteit op. ‘Als avondmensen te vroeg aan hun dag moeten beginnen, zijn ze vaak humeurig, traag, minder gemotiveerd en weinig functioneel tijdens de eerste uren van de dag. Dan krijgen ze wel eens afkeurende blikken, maar ze krijgen ook weinig kans om hun eigen ritme te volgen. Er bestaat nog een groot taboe rond avondtypes, terwijl het gewoon een biologisch gegeven is.’
Omdat ons bioritme een impact heeft op onze gezondheid en prestatievermogens, hebben ochtendmensen het in deze maatschappij veel makkelijker. ‘Wanneer iedereen in harmonie kan leven met zijn bioritme, dan vallen de prestatieverschillen tussen ochtend- avondmensen weg’, benadrukt Declercq. ‘Vroege vogels zijn fysiek en mentaal tot heel goede dingen in staat in de ochtend. Late types hebben daarentegen een grotere emotionele intelligentie en een beter prestatievermogen in de namiddag en de avond. Als late types kunnen functioneren in harmonie met hun ritme, zullen ze creatief en sportief beter presteren.’
Verander jezelf, begin bij de wereld
Omdat de verandering van de maatschappelijke klok niet over Ć©Ć©n nacht ijs gaat, roepen veel websites op om je om te vormen tot ochtendmens. Is het mogelijk om je chronotype – of je een ochtendmens, avondmens of iets daartussen bent – te veranderen? ‘Er zit een zekere dynamiek in ons chronotype’, stelt Declercq. ‘Zo worden adolescenten vaak late vogels omdat hun hormonale ontwikkeling op gang komt. Wanneer we ouder worden, schuift ons bioritme dan weer naar voren. Toch is ongeveer dertig procent van ons bioritme genetisch bepaald. Juist daardoor is dat moeilijk om te wijzigen.’
Als het echt nodig is, kan je je chronotype wel een beetje forceren. ‘Dan moet je chronotherapie toepassen’, legt Declercq uit. ‘Ik doe dat bijvoorbeeld bij mensen die altijd vroege shiften moeten doen. We werken dan met middelen zoals lichttherapie of het verschuiven van de eetritmes, maar het blijft wat gedwongen.’
Beter zou zijn dat we dagindeling aanpassen aan ons chronotype, in plaats van omgekeerd. ‘Dat zou de toekomst van gezond leven moeten zijn’, zegt Declercq vurig. ‘Hoe meer je functioneert volgens je eigen ritme, hoe beter je zal presteren. Het zou ook een grote verbetering zijn op vlak van volksgezondheid en langdurige afwezigheid op het werk. Een deel van de hedendaagse ziektes, zoals burn-out en chronische vermoeidheid, hebben te maken met het feit dat we niet in harmonie leven met ons bioritme. Maar we willen toch ook geen hele dag rondlopen met onze gewrichten uit de kom?’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier