Bekroond designer Charlotte Jonckheer: ‘Geluk zit niet in bezitten, maar in delen en doorgeven’
Charlotte Jonckheer (35) maakt vooral unieke interieurobjecten, collages en tapijten. Ze kreeg aan de Eindhovense Design Academy les van grootheden als Ilse Crawford en Aldo Bakker, maar het belangrijkste advies kreeg ze van haar oma.
“Ik heb een lichtjes stoute oma. Als we vroeger bijvoorbeeld samen winkelden, durfde ze ongevraagd tegen andere klanten te zeggen: ‘Dat staat u niet, mevrouw.’ Tja, het is soms slikken als ze weer eens direct is, maar tegelijk is ze heel zorgzaam en vind ik het juist sterk hoe bijdehand ze op haar 91ste nog altijd is.
Toen we vorige zomer samen petanqueten in het parkje naast haar serviceflat, lieten we elkaar uiteraard niet winnen. Uiteindelijk versloeg ze mij én weigerde ze mijn ballen terug te geven. Ik wist van verbazing niets te zeggen. Ze zou er toch nooit alleen mee spelen? Maar ze keek me uitdagend aan, als een kind dat weet dat het iets stouts doet. Ze wees naar de handtas die ik kort ervoor van haar had gekregen en zei: ‘Wat van mij was, is nu van jou. Maar dat werkt ook omgekeerd. Dingen veranderen nu eenmaal.’
Op slag begreep ik hoe relatief ‘bezit’ is. Natuurlijk vergaart die petanqueset bij mijn oma alleen maar stof, maar ze gaf hem een nieuwe betekenis als herinnering aan ons samenzijn, op die gemoedelijke zomermiddag. Het was voorlopig ons laatste spelletje.
Telkens als een klant blij is met een object, besef ik dat waarde pas gecreëerd wordt door de verhalen die mensen eraan toevoegen.
Sindsdien helpt haar uitspraak me om in gedachten te houden dat geluk niet enkel bestaat uit iets bezitten, maar evengoed in delen en doorgeven. Dat is een oefening, want als je een designrichting start, hang je je werk nog erg vast aan jezelf, aan je eigen kijk. Zo wilde ik bij mijn eerste tapijt dat mensen er blootsvoets op zouden lopen om de texturen te voelen. Maar tijdens verschillende expo’s kreeg ik de bijna unanieme reactie van bezoekers dat ze het eerder aan de muur zouden hangen en besefte ik dat je ook met je handen en ogen kunt voelen. Ik leer het dus af om te rigide te zijn. Telkens als een klant van mij blij is met een object, ook al gebruikt hij het anders dan ik beoogde, besef ik dat waarde pas gecreëerd wordt door de verhalen die mensen eraan toevoegen.
De ‘raad’ van mijn oma bevestigde ook hoezeer ik in dit vak op mijn plek zit, want je omringen met schoonheid en investeren in duurzaamheid: dat heb ik van haar. In een andere tijd had ze zelf designer kunnen zijn. Haar modernistische woning stond vol meubelen van bijvoorbeeld Charlotte Perriand of Eileen Gray, en het veelkleurige livingtapijt had oma zelf bedacht en laten maken. Samen met opa ontwierp ze ook een tuin vol texturen en vormen. Ik, een kind dat altijd dingen wilde maken, kon niet gelukkiger zijn dan wanneer ik bij hen tuinbankjes mocht bouwen of poppenkleertjes breien.
De basis van mijn werk vandaag is nog altijd die modernistische gedachte: aanvaard alle positieve en negatieve kenmerken van materialen, en creëer daarmee iets dat lang kan meegaan. Indien nodig, kan een onderdeel vervangen worden – ‘dingen veranderen nu eenmaal’.
De petanque-anekdote is voor mij ook een waardevolle reminder dat logica niet altijd het belangrijkste is. Zo geeft de oudere generatie normaal spullen door aan de jongere, maar oma verraste mij door dat om te draaien. In mijn maakproces geef ik daarom graag ruimte aan het onlogische of het toeval.
Ik kan niet meer in detail over die dingen spreken met oma, haar geheugen speelt haar soms parten, maar haar karakter en straffe uitspraken blijven me inspireren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier