Waarom experts vrezen voor het voortbestaan van de banaan

© iStock

Jij houdt van bananen? Groot gelijk, want ze zijn lekker, voedzaam en gezond. Maar helaas ook met uitsterven bedreigd. Dat zit zo:

De Riha’s zagen het al aankomen toen ze hun bescheiden hit ‘Ik heb geen bananen’ uitbrachten, maar zij klonken wel nog een tikkeltje optimischer dan verschillende wetenschappers vandaag. Die zijn stellig: als de sector niet verandert, zal de vrucht in de toekomst vermoedelijk heel wat vaker uitgeput zijn. Een oprukkende schimmelziekte en een gebrek aan genetische variëteit zet het voortbestaan van de vrucht namelijk flink op de helling.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een korte geschiedenis van de banaan

In de jaren ’20 van de vorige eeuw werden er enkel Gros Michel-bananen geteeld voor de export. Die soort bleek echter kansloos tegen de zogenaamde Panamaschimmel. Doordat er geen verweer mogelijk was, stierf de Gros Michel. Een tijd lang waren bananen een schaars goed (en ontstonden er liedjes over het gebrek), tot de sector met een nieuw ras kwam: de Cavendish. Op deze banaan had de schimmel namelijk geen vat, dus zetten de telers plantage na plantage vol Cavendish-bananen.

Na tarwe, rijst en maïs zijn bananen het meest geteelde voedingsgewas ter wereld.

Tot grote ergernis van Gert Kema, onderzoeker bij Plant Research International, leunde de industrie na die crisis opnieuw ontspannen achterover. Hij concludeert in De Correspondent: “Ze investeerde nul komma nul in onderzoek naar nieuwe rassen, naar meer resistentie, naar meer smaak. Het was weer business as usual.” De bananensector leunt al sinds de vorige crisis op één ras. En dat is problematisch, want de geschiedenis dreigt zich heel binnenkort te herhalen.

Gebrek aan diversiteit

Als je al je geld inzet op één bepaalde genetische combinatie, moet er maar één bepaalde ziekte of genetisch defect opduiken die soort naar de verdoemenis te helpen. Dat is wat er nu aan het gebeuren is bij de banaan, want vandaag is een variant van de oude bekende Panamaschimmel aan een stevige opmars bezig. De bananenplant is er helemaal weerloos tegen.

Denk jij nu ook ‘de boeren moeten gewoon de ziekte verslaan en verdergaan’? Dan zie je de situatie wat te rooskleurig: op plantages waar de schimmel heeft gewoed, kunnen maar liefst 30 jaar geen nieuwe bananen worden geteeld. Zo lang blijft de schimmel namelijk woekeren onder de grond. De vraag is niet of de Cavendish zal uitsterven, maar wel wanneer dat zal gebeuren.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Is je tweede bedenking nu: ‘dan kiezen de boeren toch gewoon een nieuw ras, net zoals na de jaren ’20 en klaar is kees’? Helaas: ook dit is niet zo simpel. Gert Kema zegt in hetzelfde artikel dat er – hoewel er meer dan duizend bananensoorten bestaan – geen enkele soort resistent is voor de op dit moment woekerende schimmel. We staan dus aan de vooravond van een groot probleem.

Dat probleem houdt niet alleen in dat de Westerse consument – jij dus – binnen enkele jaren misschien wel geen bananen meer zal kunnen krijgen, maar ook dat een erg grote economie wankelt in haar fundamenten. Na tarwe, rijst en maïs zijn bananen het meest geteelde voedingsgewas ter wereld. Het is wereldwijd het meest gegeten fruit, en dan vooral in de landen waar bananen gekweekt worden, want slechts vijftien procent is voorbestemd voor de export. De helft van al die bananen zijn Cavendishes.

Kan de banaan nog gered worden?

Wat nu van primair belang is, is volgens experts tijd winnen. Als de ziekte in een vroegtijdig stadium gediagnosticeerd wordt op een plantage, kunnen de aangetaste planten in quarantaine gezet worden. Alleen zo kan de schimmel ingedijkt worden. Op de ene plaats gaat dat natuurlijk gemakkelijker dan op de andere: grote telers kunnen stukken van hun land op non-actief zetten, boeren die leven van hun kleine plantage, hebben geen andere optie dan handdoek in de ring gooien en een andere inkomstenbron te zoeken.

Jonge bananenplantjes op een boerderij
Jonge bananenplantjes op een boerderij© REUTERS

Er bestaan al enkele verdelgingsmiddelen voor de Panamaschimmel, maar dat is volgens Kema eerder symptoombestrijding dan een echte oplossing. “Genetische manipulatie kan tegenwoordig, maar vraagt nog jaren onderzoek.” Beter is de hele sector aan te pakken: “Die hele monocultuur van de Cavendish is achterhaald en werkt als een snelweg voor de verspreiding van ziektes. Wil je de banaan werkelijk duurzaam overeind houden, dan werk je aan veredeling: aan het kweken van nieuwe rassen met zoveel mogelijk goede eigenschappen,” zegt Gert Kema. “Het sleutelwoord is genetische diversiteit.”

Bron: De Correspondent / BBC

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content