Pies van appel, kaneel en zoute boter

Voor 4:

Voor 4:

250 g piedeeg (gekocht, of zie ‘Pie van pruim en braambes‘)

Voor de karamel:

40 g ahornsiroop

2 el water

150 g suiker of 150 ml honing

40 g roomboter

100 ml slagroom

1/2 tl zeezout

Voor de vulling:

4 kleine appels

1/2 citroen

gedroogde rozijntjes

2 vanillestokken

gehakte amandelen

gemberpoeder

kaneelstokjes ( facultatief)

1 eigeel

1 el ahornsiroop

20 g boter

Doe voor de karamel de ahornsiroop met het water in een pan met dikke bodem. Laat rustig koken. Haal van het vuur zodra de karamel bruin kleurt en voegt de overige ingrediënten toe. Kook nog zo’n 4 min. door. Laat afkoelen, zet opzij.

Verwarm de oven voor op 200°C. Schil de appels, verwijder het klokhuis met een appelboor, besprenkel met citroensap. Vul elke appel met een flinke lepel zoute karamel, rozijnen, een half opengesneden vanillestokje, amandelschilfers en een snuifje gember.

Snij 4 vierkanten uit het deeg en zet de appels erop. Vouw de vier punten naar boven, druk voorzichtig samen zodat de appel volledig bedekt is. Snij uit het overschot blaadjes als decoratie. Prik eventueel een kaneelstok in het midden van de appel.

Penseel de appels in met in wat water losgeklopt eigeel, zet ze op een ingevette ovenschaal. Bak goudbruin en gaar in 30 à 40 minuten.