2017: het jaar waarin het veganisme losbreekt uit z’n geitenwollensokkenhokje

© iStock

Een nieuwe voedingsdriehoek met meer plantaardige en minder dierlijke producten. Een vegan hamburger in de Finse McDonald’s. 5000 bezoekers voor Veggieworld, de eerste Belgische veganbeurs. In 2017 brak vegan uit z’n geitenwollensokkenhokje. Iets om over na te denken terwijl je de kerstkalkoen aansnijdt?

Veganisten hoeven niet altijd strenge predikers te zijn. Yves Drieghe van het Gentse creatief bureau DIFT en Dieter De Cleene, bio-ingenieur en wetenschapsjournalist bij EOS, eten beiden al jaren vegan, maar pleiten wars van de hype en dogma’s voor een pragmatische benadering.

Waarom werden jullie veganist?

Dieter: ‘De beste reden om vegan te eten is bezorgdheid om dierenwelzijn. Dierenleed valt bij de productie van vlees, zuivel en eieren moeilijk uit te sluiten, zeker in het huidige systeem. Ik besloot op mijn vijftiende om geen vlees meer te eten en een paar jaar daarna schrapte ik alle dierlijke producten. Het waren de beelden van GAIA over de gruweldaden in slachthuizen in Anderlecht die me over de streep trokken. Kort daarna las ik de klassieker Animal Liberation van Peter Singer. Zijn ethisch discours over dierenrechten gaf mijn keuze een filosofische onderbouw.’

Minder dan 1% van de bevolking eet volledig plantaardig. De groeiende groep flexitariërs heeft een veel grotere impact, zowel qua duurzaamheid als qua invloed op de markt

Yves: ‘Voor mij was Eating Animals van Jonathan Safran Foer het boek dat mijn ogen opende. Ik begon ’s avonds te lezen en ben pas de volgende ochtend gestopt. Intussen is dat elf jaar geleden. Sinds vijf jaar eet ik volledig plantaardig. Ik heb gelukkig nooit het gevoel dat ik iets mis. Je kunt perfect vegankoken zonder toegevingen te doen op smaak. Enfin, ik moet toegeven dat het bij ons thuis wel vooral mijn man Bert is die dat kan.’ (lacht)

Sijpelt deze keuze ook door in jullie professionele leven?

Yves: ‘Met DIFT hebben we vorig jaar een eigen project gelanceerd: The Vegan Network. Het is een onlineplatform met portretten, waarmee we willen tonen hoeveel diversiteit er is binnen de community. We tonen mensen die superstrikt zijn in hun eetkeuzes, maar ook mensen die maar een aantal dagen per week plantaardig eten. Je vindt er modeontwerpers en creatieven, maar ook bakkers, politici of managers.

Verder hebben we de huisstijl van Moor&Moor verzorgd, een kruidenier met een groot vegan aanbod in Gent. Daarbij was de uitdaging om de winkel een eigentijds en stedelijk gevoel te geven en ver weg te blijven van de stereotiepe alternatieve sfeer die veel mensen afschrikt.’

Dieter: ‘Ik volg voor EOS de thema’s landbouw, voeding en duurzaamheid op. Daarbij merk ik dat in de officiële voedingsadviezen plantaardig eten steeds meer als duurzaam en gezond voedingspatroon naar voren wordt geschoven. De nieuwe voedingsdriehoek geeft voor het eerst het expliciete advies om meer plantaardige en minder dierlijke producten te eten. Rood vlees staat in de categorie ‘met mate’, bewerkt vlees in de categorie ‘zo weinig mogelijk’. De nieuwe driehoek houdt voor het eerst niet alleen rekening met gezondheid, maar ook met duurzaamheid.’

Dieter De Cleene
Dieter De Cleene

Is vegan eten sowieso de meest duurzame keuze?

Dieter: ‘Dat is een moeilijke vraag. Het staat vast dat we momenteel veel meer vlees eten dan goed is voor ons en onze planeet. Ongeveer een derde van de landbouwgrond wordt gebruikt om veevoer te telen. Dat zorgt voor een enorme druk op het milieu. Door meer plantaardig te eten zou de klimaatimpact van ons voedsel volgens een recente studie met dertig tot zeventig procent kunnen verminderen. Maar of een volledig plantaardige wereld de meest duurzame is, hangt af van je definitie van duurzaamheid. Wil je zoveel mogelijk mensen kunnen voeden, dan kan dat volgens sommige studies het best met een vegetarisch dieet, omdat je dan dieren kunt laten grazen op anders nutteloze grond. En wil je voedselverspilling vermijden, dan kan een kleine veestapel die je louter afval voert ook nuttig zijn: zo wordt een afvalstroom omgezet in hoogwaardig eiwit.

De universiteit van Wageningen berekende dat we met een kleine veestapel, gevoederd met reststromen, 21 gram dierlijk eiwit per dag zouden kunnen eten. Een derde van de hoeveelheid dierlijke eiwitten die we op dit moment in Europa eten. Maar dit scenario gaat ervan uit dat dierenwelzijn geen rol speelt in jouw definitie van duurzaamheid. Voor mij is dat wel het geval en daarom kom ik uit bij veganisme.’

Yves: ‘We zitten met een draak van een systeem, waarbij we niet hebben gekozen om te optimaliseren op het vlak van ecologie of dierenwelzijn, maar enkel bezig zijn met sneller, goedkoper en meer vlees te produceren. Ik wil mij het liefst van dat systeem distantiëren. Maar ik ben ook niet zo arrogant om te denken dat veganisme de enige manier is om iets goeds te doen voor deze wereld. Ik heb dat zeker gedacht vroeger. (lacht) Maar ik ben milder en pragmatischer geworden.’

Lekker eten is de beste manier om anderen te overtuigen om plantaardig eten een kans te geven. Er is niets zo gevaarlijk als vies veganistisch eten

Dieter: ‘Ik herken me in dat pragmatisme. Je moet het einddoel voor ogen houden en niet streven naar de ultieme zuiverheid. Als ik buitenshuis eet, durf ik tegenwoordig weleens een vegetarische optie te kiezen als het veganistische alternatief te triestig is, zeker als ik in gezelschap ben. Ik wil mensen niet de indruk geven dat veganistisch eten een martelgang is. Lekker eten is de beste manier om andere mensen te overtuigen om plantaardig eten een kans te geven. Er is niets zo gevaarlijk als slecht veganistisch eten.’

Het label vegan is het voorbije jaar uit de activistische en alternatieve sfeer geklommen en zelfs een trend geworden. Ervaren jullie dat ook zo?

Yves: ‘Ik denk het wel. Mij viel vooral op dat er veel bedrijven, zelfs de grote, zijn beginnen in te zetten op de plantaardige markt. Zo heeft een van onze klanten nu een volledig veganistische lijn van sportvoeding. Nog sneller groeit de vegetarische markt. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het vegetarische broodbeleg van Aoste, een charcuteriemerk dat voorheen bekendstond om zijn salami en gekookte ham. Dat zij een alternatief bieden voor vlees is een sterk signaal.’

Dieter: ‘Veganisme blijft een marginaal fenomeen. Minder dan één procent van de bevolking eet volledig plantaardig. Tobias Leenaert schreef het in zijn pas verschenen boek: het is de groep die zich flexitariër noemt die een veel grotere impact heeft, zowel qua duurzaamheid als qua invloed op de markt. Uit onderzoek van EVA en iVox blijkt dat die groep de voorbije vijf jaar in Vlaanderen verdubbeld is: zij creëren de vraag naar meer vegetarische producten. Waardoor het makkelijker wordt voor anderen om af en toe geen vlees te eten omdat er een groter aanbod aan alternatieven is. Ik denk dat we meer bereiken door het laagdrempelig te houden en mensen te overtuigen om eens wat vaker plantaardig te eten, dan door in te zetten op het promoten van volledig veganistisch eten. Een Nederlandse studie laat zien dat de broeikasgasuitstoot van ons voedsel in Europa met veertig procent zou dalen als we onze consumptie van dierlijke producten zouden halveren. Maar omdat het voorlopig onwaarschijnlijk is dat iedereen dat zal doen, kan het natuurlijk geen kwaad dat sommigen méér doen.’

Yves: Dat een vegan levensstijl als trend wordt bestempeld, is een kans, maar er schuilt ook een gevaar in. Ik zou het vreselijk vinden als vegan volgend jaar oud nieuws is omdat de trend is uitgedoofd. Daarvoor is het een te belangrijk topic. Ik hoop dat de term op een bepaald moment overbodig wordt omdat plantaardige alternatieven zo doordrongen zullen zijn in onze eetgewoonten.’

Yves Drieghe
Yves Drieghe© Jennifer Kesteleyn

Hoe zou vaker plantaardig eten nog meer mainstream kunnen worden?

Dieter: ‘Het signaal dat de overheid heeft gegeven met de nieuwe voedingsdriehoek heeft zeker geholpen. Alleen zou het interessant zijn om deze adviezen ook te koppelen aan beleid dat het logisch en makkelijk maakt om minder vlees te eten. Op kleinere schaal gebeurt dat al: Gent en Brussel hebben een stedelijk voedselbeleid dat scholen, grootkeukens en restaurants stimuleert om mee te doen aan Donderdag Veggiedag. Zulke initiatieven verdienen navolging.’

Yves: ‘De VLAM-campagne voor de week van de steak-friet die net na de voedingsadviezen werd gelanceerd is in dat opzicht niet bepaald consequent. Het is ook wat wrang dat zo’n filmpje wordt uitgezonden als boodschap ‘van algemeen nut’. Die tijd zouden we al gepasseerd moeten zijn.’

Dieter: ‘Nog geen week daarna las ik online een uitspraak van een CD&V- policitus: ‘Onze jeugd eet te weinig witblauw.’ Ik heb drie keer gecheckt of het geen satirische website was. De boodschap gaat niet alleen tegen het voedingsadvies in, het Belgisch witblauw kampt door de overmatige spiergroei ook met een aantal welzijnsproblemen. Zo kunnen de kalveren enkel met een keizersnede ter wereld komen. Onze nationale trots is niets om trots op te zijn. We zouden beter trots zijn op het feit dat volgens een recente studie van de universiteit van Wageningen de vleesconsumptie hier sneller daalt dan in onze buurlanden.

Er wordt al lang gesproken over een suikertaks, in die lijn zou je ook kunnen nadenken over een taks op vlees. Als je de milieukost van vlees en voedsel in het algemeen in rekening zou brengen, zou dat consumenten vanzelf naar de duurzaamste optie sturen.’

Wat is de link tussen veganisme en gezondheid?

Yves: ‘Toen ik plantaardig begon te eten, ben ik meteen ook beginnen te sporten. Daarom is veganisme voor mij erg gelinkt aan gezondheid. Ik loop marathons, voornamelijk omdat ik dat graag doe, maar ook om te tonen dat een veganist dat ook kan. Qua mentale en fysieke gezondheid heeft een plantaardige levensstijl mij een gigantische duw in de rug gegeven. Ik gebruik #veganrunner als ik op sociale media iets post over mijn sportieve prestaties. Niet omdat ik mezelf per se zo wil profileren, maar omdat ik denk dat het voor veel mensen wel een inspiratie kan zijn.’

Dieter: ‘Ik vind het goed dat je het zo voorstelt. Het zou fout zijn om te stellen dat je veganistisch moet eten om zulke prestaties te kunnen neerzetten. Je kunt prima gezond veganistisch leven, maar je kunt dat ook als niet-veganist. Dat stoort mij bijvoorbeeld aan de populaire documentaire What the Health: de makers doen uitschijnen dat veganisme de enige gezonde levensstijl is: ze verdraaien de wetenschap om vlees voor te stellen als de oorzaak van allerlei ziektes. Ik ben begonnen met streepjes te trekken telkens als er iets werd gezegd dat wetenschappelijk van de pot gerukt was, maar ik ben na een tijdje gestopt omdat het te veel was om bij te houden. Mensen proberen te overtuigen vegan te worden door ze de stuipen op het lijf te jagen, vind ik een zeer bedenkelijke strategie die volgens mij enkel op korte termijn werkt. Het is natuurlijk makkelijker dan met een filosofisch discours over dierenethiek, maar de voedingswetenschap verdraaien en mensen beliegen is niet de manier om veganisme te promoten.’

Plantaardig eten heeft me zowel mentaal als fysiek een enorme boost gegeven. Ik loop marathons, vooral omdat ik het graag doe, maar ook om te tonen dat een veganist dat kan

Wat hopen jullie dat 2018 brengt?

Yves: ‘Ik hoop dat er meer bewustzijn komt in mijn sector: dat communicatiebureaus en ontwerpstudio’s niet onnadenkend hun principes overboord gooien om een grote klant binnen te halen. Je hoeft als bedrijf niet mee te gaan in de status quo, je hebt de kans om je klanten te inspireren om op een andere, vernieuwende en geëngageerde manier te communiceren.’

Dieter: ‘Ik hoop dat de dalende trend in de vleesconsumptie zich verderzet en versnelt, maar ook dat de ontwikkeling van gezonde en lekkere plantaardige alternatieven een boost krijgt. Smaak blijft voor veel mensen een grote hindernis op de weg naar meer plantaardig eten. Ze vinden vlees gewoon te lekker. Er is al veel verbeterd, maar veel vleesvervangers zijn niet lekker. Ze zijn vaak ook niet gezond: ze bevatten weinig eiwit, te veel vet en zout. Kaas is ook heel moeilijk om te vervangen. Er zijn plantaardige alternatieven voor kaas, maar die vind ik zelden lekker. Daar is nog veel werk aan de winkel.

Verder hoop ik dat, aangezien de meeste mensen voorlopig toch vlees zullen blijven eten, het inzicht groeit dat we het systeem moeten omgooien zodat dierenwelzijn beter gegarandeerd is. In het huidige systeem, met de focus op snelle en goedkope productie, is dat bijna onmogelijk.’

Yves: ‘Ik hoop inderdaad dat we dit jaar gespaard blijven van gruwelijke beelden, zoals die uit het slachthuis van Tielt. Daar ben ik een tijdje echt niet lekker van geweest. Het zijn zulke beelden die mij in mijn tienerjaren hebben overtuigd om geen vlees meer te eten. Het is hoog tijd dat er op dat vlak iets verandert. Dat we daar over een paar jaar op terugkijken en niet meer snappen dat we zoiets ooit getolereerd hebben.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content