Vrouwen en macht: ‘Ik wil jonge vrouwen tonen dat je mag tegenspreken’
Cambridges bekendste classica Mary Beard (63) schreef naast haar haar bestsellers over Rome en Pompeï ook een manifest, Vrouwen en macht. We vroegen haar naar de grond van de zaak. ‘We moeten eerlijk durven toe te geven dat we die interne genderideeën allemaal nog koesteren en dat we ertegen moeten vechten.’
Cambridges bekendste classica Mary Beard (63) schreef naast haar haar bestsellers over Rome en Pompeï ook een manifest, Vrouwen en macht. We vroegen haar naar de grond van de zaak. ‘We moeten eerlijk durven toe te geven dat we die interne genderideeën allemaal nog koesteren en dat we ertegen moeten vechten.’
Hoe we over vrouwen praten, ze negeren of op hen neerkijken, het is niet nieuw. Ik zie duidelijke wortels in de Griekse en Romeinse wereld. Homerus‘ Odyssee bevat de eerste neergeschreven terechtwijzing van een vrouw. Telemachus die zijn moeder Penelope berispt omdat ze klaagt over de trieste muziek van een bard. ‘Spreken is de zaak van mannen’, vindt hij, waarna hij haar naar haar privévertrekken stuurt. Tweeduizend jaar westerse cultuur hield vrouwen weg van de macht en smoorde hun stem. Als we vandaag iets aan dat probleem willen doen, moeten we begrijpen waar het vandaan komt. Ik heb in dit boekje niet alleen gekeken naar hoe geschiedenis in elkaar zit, maar vooral naar hoe wij in elkaar zitten. Waarom we denken zoals we denken.’
De strijd voor objectieve gelijke rechten was zwaar, maar die tegen onze ingebakken ideeu0026#xEB;n is nog veel moeilijker
Een van de belangrijkste taken van academici is de juiste vragen stellen, maar als het over gendergelijkheid gaat, lijkt het alsof we de hele tijd over details praten en amper over de grond van de zaak.
‘Als student in de jaren zeventig dacht ik dat gelijkheid vanzelf zou komen na een reeks praktische hervormingen. Contraceptie, gelijk loon, kinderopvang, bevallingsverlof… Uiteraard zijn die dingen belangrijk en we hebben op dat vlak veel bereikt. Maar het zijn inderdaad details die niet naar de grond van de zaak gaan. Zet een groep mensen samen, laat hen de ogen sluiten en vraag hun om te denken aan een eerste minister. Het beeld dat ze allemaal voor ogen krijgen, is dat van een man. Ook bij de Britten, die Theresa May aan het roer hebben staan. Zelfs ik denk bij het woord professor in eerste instantie aan een soort Einstein-figuur en ik ben er verdorie zelf een. Macht, expertise, prestige, het heeft vooral een mannelijke vorm, terwijl we bij zorgkundige of leerkracht meteen aan vrouwen denken.’
In Down Girl stelt filosofe Kate Manne dat onze maatschappij vrouwen niet ziet als minderwaardig, maar wel als de gevers van de soort. Vrouwen geven zorg, aandacht, kinderen en seks, mannen hebben recht op die emotionele arbeid. Stapt een vrouw uit die rol, dan wordt ze via seksisme op het matje geroepen.
‘Vrouwen zorgen, dat idee sijpelt overal in door. Zelfs in de vrouwenbeweging. Feministes verwachten dat vrouwen die op machtige posities terechtkomen, andere vrouwen helpen groeien. Ik hoop dat ik dat ook gedaan heb in mijn vakgebied, want het is fundamenteel een goed idee. Maar eigenlijk is het een voorbeeld van gendering. Niemand haalt het in zijn hoofd om te zeggen dat mannen met macht moeten zorgen voor de mannen die na hen komen. Gendering uit zich zelfs in onze taal. Neem de woorden ambitie en competitief. Positief als je een man bent: je bent goed bezig, hoera! Op naar de top! Maar als een vrouw ambitieus en competitief is, is ze niet te vertrouwen, meedogenloos, misschien zelfs een intrigante. We moeten eerlijk durven toe te geven dat we die interne genderideeën allemaal nog koesteren en dat we ertegen moeten vechten. De strijd voor objectieve gelijke rechten was zwaar, maar die tegen onze ingebakken ideeën is nog veel moeilijker.’
We moeten eerlijk durven toe te geven dat we die interne genderideeu0026#xEB;n allemaal nog koesteren en dat we ertegen moeten vechten.
Manne schrijft ook dat we als maatschappij heel streng zijn voor vrouwen die fouten maken. Veel strenger dan we voor mannen zijn. Hempathie, noemt zij dat.
‘Dat besefte ik vooral bij Hillary Clintons e-maildebacle. Als minister een privéserver gebruiken is geen goed idee, laat dat duidelijk zijn. Maar mannen hadden die fout ook al gemaakt en toen was het veel minder een probleem. Bij de laatste Britse verkiezingen hoorde ik twee radio-interviews: eentje met Boris Johnson en eentje met Dianne Abbott van Labour. Allebei barslecht. Ze waren slecht voorbereid, verknoeiden hun antwoorden en gingen de mist in. Johnson werd berispt als was hij een stoute jongen of een puppy. Tsss, volgende keer beter. Abbott werd afgemaakt, alsof ze door één slecht interview compleet ongeschikt was voor gelijk welke publieke functie ooit.’
Toiletmeetings
Dat mechanisme is ook heel duidelijk bij aanranding. Is een vrouwelijk slachtoffer dronken, dan heeft ze het zelf gezocht en is ze compleet verantwoordelijk voor wat er gebeurd is. Is een mannelijke dader dronken, dan moeten we hem vergeven, want hij kon zich niet beheersen. Het bizarre is dat we ons niet eens bewust zijn van die denkpatronen.
‘Beseffen hoe gendered we denken is belangrijk, want als we ons er niet van bewust zijn, zal het nooit veranderen. Ik probeer mijn studenten echt bewust te maken van de taal die ze gebruiken rond gender en vaak zijn ze oprecht verrast als ik hen erop wijs. Het grappige is dat ze meestal zelf meteen met andere voorbeelden aankomen. Zo’n ‘ ach ja’-moment is het begin van een eerste stap naar bewustwording, maar laat ik duidelijk zijn, dat alleen zal de wereld niet veranderen.’
Is een van de problemen niet dat gendergelijkheid nog vooral gezien wordt als iets dat alleen voordelen oplevert voor vrouwen? Daarmee gaan we voorbij aan het feit dat het ook mannen meer vrijheid en mogelijkheden biedt.
‘Er zijn twee redenen waarom gendergelijkheid een goed idee is. Omdat het doodgewoon eerlijk is. Maar ook omdat iedereen er voordeel bij heeft als mannen en vrouwen gelijke kansen krijgen. De kennis en inbreng van vrouwen kan veel betekenen voor onze maatschappij, en mannen krijgen ook een bredere waaier aan mogelijkheden. Het is niet moeilijk om een groep mannen rond een tafel te zetten en hen op een rationele manier te overtuigen van die twee feiten. De meeste mannen zijn niet dom en zien er de intellectuele logica van in. Ik denk oprecht dat ze het menen als ze zeggen dat we meer vrouwen in directiecomités en parlementen nodig hebben. Het probleem is dat hun wereld en hun manier van handelen ontzettend mannelijk zijn. Omdat ze er middenin leven, beseffen ze dat niet, net zoals vissen ook niet weten dat ze in water zwemmen. Lange tijd was ik als vrouw in de minderheid in mijn faculteit. Tijdens een meeting viel het op dat de mannen vaak na de pauze terugkwamen en een probleem dan snel even hadden besproken op het toilet. Ik maakte weleens grapjes over het feit dat dat vast niet toevallig de enige plek was waar geen vrouwen mochten komen. Ik denk niet dat ze het met opzet deden, maar ze deden het wel. Net dat maakt het moeilijk om die ‘rationele’ ideeën over gelijkheid die we allemaal hebben, ook in de praktijk om te zetten.’
Vrouwen wordt aangeraden in de mannelijke versie van macht mee te stappen. Angela Merkel en Hillary Clinton kleden zich zo mannelijk mogelijk
Moeten vrouwen dat dan ook doen: hun eigen clubjes oprichten? Want dat is het advies dat ze vaak krijgen: doe wat mannen doen en stap in de mannelijke versie van macht.
‘Ik zie dat ook gebeuren, ja. Als vrouwen het systeem willen kraken en hogerop willen raken, wordt hun aangeraden om te veranderen. Ik krijg daar na lezingen vaak tonnen mails over. Hoe op managementcursussen gezegd wordt dat vrouwen hun stem moeten verlagen of de aandacht agressief moeten opeisen. Misschien vinden Angela Merkel en Hillary Clinton het gewoon praktisch, zo’n broekpak, maar ze kleden zich zo mannelijk mogelijk zonder aan crossdressing te doen. Vrouwen wordt aangeraden om in de conventioneel mannelijke versie van macht mee te stappen. Maar dat lukt niet. Je kunt niet van de ene helft van de wereldbevolking eisen dat ze verandert om deel te kunnen nemen aan de macht. Wat we moeten doen is nadenken over hoe wij naar macht kijken en hoe die structuren in elkaar zitten. Want misschien moeten we dat aanpassen. Dat is groot, ik weet het, maar vrouwen veranderen heeft niet gewerkt, dus moeten we iets anders proberen. Neem leiderschap. Dat woord valt constant als het over maatschappelijke problemen gaat. We hebben een sterke leider nodig. Niet alleen in de politiek, maar ook op scholen, in bedrijven, zelfs in families. De cursussen leiderschap zijn alomtegenwoordig en ze impliceren dat alleen degene die de macht heeft dingen verandert én dat sommige mensen macht hebben en anderen niet. Wat we vergeten is dat samenwerking ontzettend krachtig is. Als we nu eens cursussen zouden geven in ‘dingen gedaan krijgen’. Daar zit volgens mij de crux. Neem Black Lives Matter. Dat begon bij drie vrouwen, die zichzelf niet als individuele heroïsche leiders naar voren schoven, maar hun handen uit de mouwen gestoken hebben en een beweging begonnen zijn.’
Doodsbedreigingen
We hebben vrouwen niet veranderd, maar hun wel geleerd hoe ze zich moeten gedragen. Neem sociale media, waar vrouwen vaak tonnen bagger over zich heen krijgen. Het standaardadvies is: don’t feed the trolls. Reageer niet. Jij doet dat heel bewust wel.
‘Blokkeren en negeren, dat wordt me aangeraden als ik op zeer grove wijze aangevallen word op sociale media. Als dat voor jou werkt, moet je dat vooral doen, maar ik vond het verschrikkelijk. Ik had het gevoel dat me het zwijgen werd opgelegd, terwijl ik niets liever wilde dan zeggen: ‘Mijn vagina ruikt niet naar een kool. Zou je dat willen terugnemen want het is grof, onwaar en beledigend.’ Niet reageren is een beetje alsof je de pesters de plak laat zwaaien op de speelplaats, terwijl de brave kinderen gedwongen langs de zijlijn staan. Dat kan toch niet werken. Wat ik wil weten is wie die trollen zijn. Ik vermoed dat er wel degelijk gemene mensen bij zitten, maar waarschijnlijk zijn de meesten sad, not bad. Trieste, eenzame mensen met te weinig remmingen en sociale vaardigheden. Er zit ook een vreemde paradox in. Zo iemand voelt zich sterk, want hij kan grove beledigingen typen, maar tegelijk voelt hij zich verwaarloosd, want hij denkt dat niemand luistert. Als je dat wel doet, zoals ik, dan krijg je vaak een soort verontschuldiging. ‘Sorry, ik ben te ver gegaan, dat had ik niet moeten zeggen.’ Maar wat ik vooral beangstigend vind, is dat een gevoel van ontevredenheid met het leven zo vaak de vorm aanneemt van misogynie en racisme.’
Natuurlijk is racisme ontzettend bedreigend, maar een wereld waarin alle vormen van conflict en vooroordelen verdwenen zijn lijkt me geen realistisch doel.
We zijn van nature een gewelddadige, inhalige diersoort en dankzij wetten en sociale controle slaan we elkaar niet langer de hersenen in en bestelen we elkaar niet meer op grote schaal. Maar ons abominabele gedrag inperken lijkt een stuk moeilijker als het over misogynie of racisme gaat.
‘De vraag die we ons moeten stellen is: wat is ons doel? Als we aan de ene kant van het spectrum genderconflict hebben en aan de andere kant een wereld zonder genderverschillen, waar op die lijn willen we dan terechtkomen? Dat weten we niet. Als het over verandering gaat, zijn onze doelen meestal vaag. Ik haat de visie van extreemrechts, maar hoe pak je dat aan? Willen we dat ze van mening veranderen? En hoe doen we dat? Wat niet werkt, is ze weg airbrushen. Ze zijn er. Hen op Twitter uitschelden voor racistische, seksistische fascisten lost ook niets op. Natuurlijk is racisme ontzettend bedreigend, maar een wereld waarin alle vormen van conflict en vooroordelen verdwenen zijn lijkt me geen realistisch doel. Wat we nodig hebben is een wereld waarin mensen die gekwetst zijn het gevoel krijgen dat ze het recht hebben om te reageren. Dat ze kunnen zeggen: ‘Excuseer, wat denk jij wel, shut the f*ck up.’ Maar om dat te durven, heb je macht nodig. Of toch minstens een gevoel van macht. Een voorbeeld. Als ik door Londen loop, zijn pakweg negentig procent van de standbeelden die ik tegenkom historische figuren, mannen die vonden dat vrouwen geen stemrecht verdienden. Ik heb er geen probleem mee dat ze daar staan, want ik ga toch maar mooi stemmen. Maar als je nog steeds het gevoel hebt een tweederangsburger te zijn, heb je misschien niet het zelfvertrouwen om zo te reageren. Ik zie eerlijk gezegd op dit moment geen makkelijke uitweg, maar we moeten net daarom weer de juiste vragen stellen.’
Ook binnen het feminisme is van mening verschillen niet vanzelfsprekend.
‘Klopt, en dat maakt discussie moeilijker. Neem Germaine Greer. Ik vind dat ze heel domme dingen zegt, vooral over verkrachting. Maar is ze een monster dat uit de feministische gemeenschap moet worden gezet? Nee. Haar boek De vrouw als Eunuch heeft het denken van veel vrouwen getransformeerd. Ook dat van mij. Zij deed me inzien wat de impact van feminisme op mijn eigen leven kon zijn. Dat ze nu gedemoniseerd wordt, vind ik pijnlijk. Begrijp me niet verkeerd, ik wil haar streng toespreken en zeggen dat ik het grondig oneens ben met wat ze zegt, maar misschien vertelt ze nog interessante dingen. Greer stoot al vijftig jaar iedereen voor het hoofd. Ze is daar zeer goed in. Toen we het met haar eens waren, vonden we dat prima, nu ze dingen zegt waar we van opkijken, is ze een probleem. Zo werkt het niet. We zijn, ook onder feministen, niet genoeg bereid om te erkennen dat we het oneens kunnen zijn met elkaar en desondanks toch nog aan dezelfde kant staan. Weet je welk woord ik van Twitter wil verbannen? Teleurgesteld. Ik ben teleurgesteld in Mary Beard. Omdat ik iets gezegd heb waar ze het niet mee eens zijn. Dat is zo ontzettend zelfgenoegzaam. Een andere mening hebben betekent niet dat je meteen moreel fout bent. Het niet met elkaar eens zijn kan prima, maar op sociale media blijkt dat lastig, en dat maakt nuance en discussie moeilijk.’
Op sommige vlakken is mijn geduld op. Gelijk loon voor gelijk werk, grensoverschrijdend gedrag: daar wil ik zelfs niet meer over discussiu0026#xEB;ren
Razendsnelle revolutie
Jij gaat wel graag de discussie aan. Zie je jezelf op dat vlak als een rolmodel?
‘Niemand ter wereld ziet zichzelf als een rolmodel, maar ik weet dat wat ik doe een voorbeeld kan zijn. Jonge vrouwen tonen dat je in discussie kunt gaan, dat je mag tegenspreken of reageren als iemand je in een hoekje wil zetten, dat lijkt me waardevol. Oud worden heeft niet veel voordelen, maar je niet laten doen wordt wel makkelijker. Ik krijg weleens doodsbedreigingen. ‘Ik blaas morgen om negen uur je huis op’, dat soort dingen. Uiteraard meld ik dat aan de politie, het is een misdaad. Maar tegelijk denk ik: nee, dat doe je niet. Mijn dochter vroeg onlangs waarom ik niet doodsbang was. Misschien was ik veertig jaar geleden wel ongerust geweest, want ik ben verre van stoer. Maar ik ben nu anders dan toen. Ik heb bijgeleerd. Ouder worden geeft je veerkracht. Het besef dat veel dreigementen loos zijn. En genoeg zelfvertrouwen om een discussie aan te gaan omdat je weet dat je goede argumenten hebt.’
Ben je optimistisch over de toekomst?
‘Ja, al is mijn optimisme van de geaarde soort. Zoals ik al zei, weten we niet precies wat we willen, er is geen perfect plan, we improviseren erop los en er zijn nog veel problemen. Veel mensen hebben zelfs het gevoel dat genderconflicten onuitroeibaar zijn. En op sommige vlakken is mijn geduld op. Gelijk loon voor gelijk werk, grensoverschrijdend gedrag, komaan, daar wil ik zelfs niet meer over discussiëren. Ik weet dat veranderingen van mentaliteit niet op één nacht gebeuren, maar ze gebeuren wel. Ik heb dat in de loop van mijn leven met eigen ogen gezien. Er leven vandaag nog vrouwen die examens gedaan hebben aan Cambridge, maar geen diploma kregen omdat ze vrouw waren. Toen ik naar die universiteit ging, was tien procent van de studenten een vrouw, vandaag is dat vijftig procent. Dus laat ons niet vergeten dat er al een revolutie gebeurd is op het vlak van gender. Met veel discussie en ruzie, uiteraard, maar desondanks toch een revolutie. Een razendsnelle zelfs, als we de hele menselijke geschiedenis in acht nemen. We leven vandaag in een andere wereld. Maar neen, we zijn er nog niet.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier