Dat de donsjassen van Pyrenex nog steeds in de smaak vallen, is het bewijs dat duurzaamheid en luxemode zeker hand in hand kunnen gaan. Wij doken in de geschiedenis van dit iconische Franse merk.
Naam: Pyrenex
Oprichter: Abel Crabos
Ontstaan: 1859
Plaats: Saint-Sever
Twee tot drie vrachtwagens per dag, goed voor meer dan 1000 ton per jaar. Zoveel pluimafval wordt door Pyrenex geüpcycled tot vullingen voor zowel beddengoed als donsjassen. Lang voor duurzaamheid een buzzword werd, vormde circulariteit al de kern van het Franse merk.
Pyrenex werd in 1859 opgericht door Abel Crabos in Saint-Sever, een dorp aan de voet van de Pyreneeën. Omdat de streek bekendstaat om foie gras en magret de canard, en er tal van boerderijen en markten waren met eenden en ganzen, besloot Crabos een businessmodel te bouwen rond het restafval van die industrie. Hij ontwikkelde technieken en machines om veren te wassen, steriliseren, sorteren en verwerken tot hoogwaardig vulmateriaal voor édredons: met dons gevulde dekens die toen boven op lakens werden gelegd en uitsluitend voor de gegoede klasse waren weggelegd.
Van oorlog tot bergbeklimmers
De zaken gingen goed, en toen in de decennia daarna ook donsdekens zoals we die vandaag kennen hun intrede deden, breidde het bedrijf zijn activiteiten verder uit. Ook vandaag produceert Pyrenex nog steeds beddengoed, zowel onder eigen naam als in onderaanneming. Maar internationale bekendheid vergaarde het merk echter vooral dankzij zijn donsjassen.
Die stap richting kleding kwam er pas tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1940 liet Marie Crabos, de vrouw van de zoon van Abel, gewatteerde jassen maken die via het Rode Kruis naar krijgsgevangenen werden gestuurd. Al snel zagen ook bergbeklimmers het potentieel van de lichte, isolerende jassen, die bovendien volledig biologisch afbreekbaar waren. Stap voor stap kregen donsjassen een steeds prominentere plaats in het aanbod van het merk.
Duurzame toekomst van Pyrenex
Met de lancering van de Authentic-jas begin jaren tachtig werd de omslag definitief: Pyrenex was voortaan ook een modemerk. Vandaag, onder leiding van de vierde generatie, zet het huis resoluut in op een duurzame toekomst, letterlijk én figuurlijk. Er zijn samenwerkingen met ontwerpers, van Alexandre Vauthier en Agnès b., tot recent nog Yohji Yamamoto, gelimiteerde reeksen, eigen boetieks in heel Frankrijk en een groeiende internationale aanwezigheid, met een duidelijke focus op Azië.
Ook op ecologisch vlak blijft Pyrenex vooruitdenken. Stoffen worden geselecteerd op hun lage impact, ontwerpen zijn gemaakt om lang mee te gaan en elke stap in het productieproces is traceerbaar. Bovendien behandelt het merk al zijn stoffen met Clean Oil (CO), een technologie die waterdichtheid en ademend vermogen garandeert zonder schadelijke fluorkoolstoffen. Technische prestaties en esthetiek gaan daarbij moeiteloos samen: eigentijds, functioneel, maar zeker nooit pronkerig.
De verwerking van het dons gebeurt nog steeds in Frankrijk, in het historische atelier waar Pyrenex meer dan 250 mensen tewerkstelt – een zeldzaamheid in de outdoor- en mode-industrie. De assemblage van donsjassen werd in de tweede helft van de twintigste eeuw wel grotendeels uitbesteed aan gespecialiseerde ateliers in onder meer Tunesië, Bulgarije en China, maar daar staat een duidelijke tegenbeweging tegenover. Met de zogenaamde Made in Saint-Sever-lijn produceert Pyrenex sinds een paar jaar opnieuw jassen en accessoires die volledig in Saint-Sever worden vervaardigd, van donsverwerking tot afwerking.
In een sector waarin snelle trends en vluchtige it-bags domineren, positioneert Pyrenex zich kortom met standvastigheid en stijl. Een merk met de voeten op de grond, luxueus zonder overdaad, bewust ecologisch en klaar voor de toekomst.
