Hij belichtte de Mona Lisa: Jean-François Salieri’s kijk op licht

VELUX
VELUX
Partner Content

Dit is een partnerartikel. De redactie van Weekend is niet verantwoordelijk voor de inhoud.

24 september 2025, 10:00 Bijgewerkt op: 24 september 2025, 11:24

Hij vraagt het licht niet om een verhaal te vertellen. Het moet gewoon begeleiden, onthullen of suggereren. Voor Jean-François Salieri is licht geen taal, maar een voelbare aanwezigheid. Een kunst zonder materie, even ongrijpbaar als essentieel. Van het podium tot een museum, van sculptuur tot opleiding: Salieri verkent het onzichtbare met een zuiverheid en emotie die je diep zullen raken. We hadden een gesprek met hem.

Tussen 2000 en 2005 belichtte hij de Mona Lisa in opdracht van het Louvre. Hij liet ook een zichtbaar spoor achter in het filmmuseum van Turijn, in het ouderlijke huis van generaal de Gaulle en, dichter bij huis, in het wetenschappelijke avonturenpark van Frameries in Henegouwen. 

Lichtontwerper, scenograaf, docent en beeldhouwer Jean-François Salieri verkende alle vormen van het zichtbare zonder ooit de essentie uit het oog te verliezen: je kijkt niet naar licht, je voelt het. Licht is een bezieling, een gezichtspunt, een uitnodiging om te dromen. Maar nooit een discours. “Licht bestaat dankzij de objecten die het belicht”, brengt hij graag in herinnering. Licht vertelt niets. Het roept op, transformeert en suggereert.

Licht, bron van verwondering

Salieri is een beminnelijke en toegankelijke man die naam maakte in de wereld van de podiumkunsten. Hedendaagse dans was zijn eerste speelterrein, een ruimte van totale vrijheid waar licht poëtisch, dramatisch en droomachtig kon zijn. Of soms allemaal tegelijk. Het is hier dat hij ging inzien dat licht ook zonder verhaal kan ontroeren. Het volgt geen grammatica of script, maar kan wel een ruimte transformeren en misschien zelfs wakker schudden.

Licht creëert denkbeeldige werelden, van dromerig tot wonderlijk. Het vergezelt ons op onze reis naar Utopia.” Die relatie is niet intellectueel. Ze is zintuiglijk, instinctief. Zijn eerste moment van verwondering als kind? “Een hemel met wolken en zon.”

Geen decor of taal

In een wereld vol schermen, ledlampen en automatische spots blijft Jean-François Salieri een ambachtsman van het licht. Hij maakt zich zorgen over de formattering, over voorstellingen waarin “podiumspots allemaal op dezelfde manier bewegen”, waar sfeer wordt verdrongen door kitsch. “Licht wordt gebruikt als decoratie. Het wordt ontdaan van alle inhoud, terwijl het net inhoud, gevoeligheid en verbeelding zou moeten overbrengen.”

Een andere bron van frustratie is de noodzaak om verhalen te vertellen:  “Daar ben ik regelrecht tegen. Er valt niets te vertellen. Creëren is wat we moeten doen.  Het is al zo vaak gebeurd dat mensen me na de belichting van een theaterstuk aanspraken met: Ah, is het dit of dat wat u wilde zeggen?’ Natuurlijk spreek ik hen niet tegen, want ik blijf beleefd. Maar ik vind niet dat je een verhaal moet vertellen. Wat ook niet betekent dat je geen betekenis mag geven aan de dingen.”

Licht zou inhoud, gevoeligheid en verbeelding moeten overbrengen.”

Schaduw kneden, de droom vasthouden

Licht doceren is voor hem vooral “de spelregels uitleggen, zoals de richtingen, kleuren en materiaaltechniek”, maar altijd met een gevoelige benadering. Al in het eerste uur van de opleiding nodigt hij uit om “met licht te spelen”. Het is een kunst van gebaren, geen protocol.

In tegenstelling tot andere lichtkunstenaars weigert Salieri te zeggen dat licht een materiaal is. “Het heeft geen ruimtelijke realiteit of massa. Licht zelf is niet zichtbaar. We zien enkel de weerkaatste stralen. En eerlijk … ik twijfel eraan of licht wel een taal of materiaal is. Die polemiek laat me onverschillig.”

In zijn museografische en scenografische projecten kiest hij voor leesbaarheid. “Hoe minder spots, hoe puurder het licht.” In een museum is zijn regel eenvoudig: “Ik wil zo weinig mogelijk spots gebruiken, om storende schaduwen te vermijden.” Licht moet het werk respecteren, niet afschermen wat het onthult.

Ik twijfel eraan of licht wel een taal of materiaal is. Die polemiek laat me onverschillig.”

Salieri verruimde dit precisiewerk naar zijn lichtsculpturen. Hij vindt er een absolute vrijheid in. “Creëren is voor mij een noodzaak. Mijn lichtsculpturen zijn een verlengstuk van mijn passie.” Zijn spots maakt hij zelf. Van kant-en-klare oplossingen wil hij niet weten. Hij belicht volumes die alleen in zijn verbeelding bestaan, gedreven door een behoefte om te delen. “Ik wil overbrengen wat er in mijn hoofd zit.”

Licht, dat ongrijpbare ideaal

Daglicht – puur en hard – is een ideaal, maar ook een beperking. “Het is krachtig en moeilijk te sturen, en vaak onmogelijk te bedwingen in open ruimtes.” Vooral op tentoonstellingen. “In Cité des Sciences valt in sommige ruimtes meer dan 5000 lux aan daglicht binnen. Je zou je zo kunnen inbeelden dat er prachtige vlinders rondfladderen in dat felle licht!”

Vooral één herinnering blijft hem bij: La Cuadra de Sevilla, een gezelschap dat in het theater van Carcassonne kwam spelen. “In die tijd belichtte ik veel hedendaagse dans. Ik vroeg vaak om zo’n 100 spots. Ze gebruikten er 5 in een ruimte met 850 zitplaatsen. Het resultaat was ongelooflijk krachtig en poëtisch.” Een betoverende ervaring. “Als een schilder die je ontroert met slechts drie penseelstreken.”

Dit vat misschien zijn hele visie op de kunst van het licht samen: licht dat zich niet opdringt, maar onthult. Een licht dat ruimte laat voor de verbeelding. Net als in dit theater, waar een handjevol spots volstond om een hele zaal te ontroeren, dringt de belichting van Jean-François Salieri niets op. Ze laat de stilte binnen.

Vond je dit een boeiend artikel? Wij ook. Volgende maand spreken we met professor Gilles Vandewalle (Universiteit van Luik), een gerenommeerd specialist in de effecten van licht op het menselijke brein.