Jean-Paul Mulders
‘Wie zich afvraagt wat Poetin hier komt zoeken, zat onder een steen tijdens de loop van de wereldgeschiedenis’
In de supermarkt, ter hoogte van de zuivel, loopt een jongeman die lijkt op Freddy Horion. Hij heeft een hangsnor, draagt een zwarte lederen jekker en houdt zijn zonnebril op alsof hij licht ook binnenskamers ondraaglijk vindt.
Voor de jeugdige lezers: Horion, aka ‘de zonnebril’, drong in 1979 met zijn kompaan de villa binnen van een autohandelaar in Sint-Amandsberg. Hij verkrachtte de dochter en vermoordde ook de rest van het gezin, zoals wordt genoemd ‘op beestachtige wijze’ – hoewel dieren niet vuurwapengevaarlijk zijn.
In mijn jeugd was Horion de baarlijke duivel, maar er staan altijd nieuwe duivels op die de oude doen vergeten. Hij zit inmiddels zesenveertig jaar in de cel. Misschien schrijft hij nu gedichten waarin boomdieren de hoofdrol spelen. Toch voel ik kilte in mijn nek als zijn lookalike achter mij aanschuift in de wachtrij voor de selfscan.
Er vallen je medailles te beurt als je met meer inzet en dapperheid moordt dan anderen.
Terwijl ik mijn eieren scan van De blijde kip, filosofeer ik over de waarde van een mensenleven. Ik blijf het absurd vinden: wie een ander van het leven berooft, vliegt daarvoor terecht achter slot en grendel. Maar wordt dezelfde daad goedgekeurd door the powers that be, dan is het oké en noemen we het oorlog. Er vallen je medailles te beurt als je met meer inzet en dapperheid moordt dan anderen. Een verre verwant van mij, Werner Mölders, was een van de toppiloten van de Luftwaffe. Hij haalde meer dan honderd vijandige vliegtuigen neer en kreeg het IJzeren Kruis met Eikenloof, Zwaarden en Briljanten.
Intussen zijn de Duitsers onze vrienden, maar nu is de vraag of we de Russen mogen vertrouwen. Wat zou Poetin hier komen zoeken, spotten sommigen. Wie zich zoiets afvraagt, zat onder een steen tijdens de loop van de wereldgeschiedenis. Wat kwamen Hitler en Napoleon hier zoeken, wat hoopten de Britten te vinden in India? Waarom trokken de Romeinen helemaal naar Gallië als ze thuis gezellig een orgie konden houden?
Tegelijk verbaast het mij hoe luid en ritmisch de oorlogstrom roffelt. Ik hoorde al het vreselijke woord sneuvelbereidheid, terwijl mijn dochter een brief in de bus krijgt om zich aan te melden voor vrijwillige legerdienst. Zelfs wegenwerken, zag ik in het nieuws, worden nu gepland met militair gebruik in gedachten. Om ons te beschermen, moeten we herbewapend zijn tegen 2030 – zeggen mensen die zelf niet zullen vechten.
Thuis neem ik een boekje ter hand waarvan de titel opeens weer brandend actueel is. Komt er oorlog in Europa?, staat in koeien van letters op de cover, met een groot, rood vraagteken door de woorden gevlochten. Het boekje dateert van 1934 en is van de hand van een zekere H. Knickerbocker. Volgens de flaptekst reisde die heel Europa af om te praten met de leiders uit zijn tijd. Ik wil de afloop kennen en blader meteen door naar het laatste hoofdstuk. ‘De bewapeningswedstrijd is begonnen’, lees ik daar. ‘Duitschland, Frankrijk, Engeland, Rusland, Japan en Italië hebben een begin gemaakt met den wedloop, welke eindigt in de olympische spelen van den dood.’
De slotzin blijft nazinderen: ‘Bewapeningen hebben de wereld echter nimmer behoed voor oorlog.’
Als spoiler kan dat tellen.
Lees ook: ‘Vroeger dacht ik dat de slimste aap in de hoogste boom terechtkwam’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier