Amélie Rombauts
‘Van vrienden hoor ik dat ze van onder hun donsdeken werken of zich met de zon door hun woning verplaatsen’
Buiten genieten we nog van milde herfst en toch zie ik eruit alsof het al stenen uit de grond vriest. Ik denk met weemoed terug aan de tijd waarin ik zonder financiële aderlatingsvrees mijn verwarming op 22 graden durfde te draaien omdat het wat fris aanvoelde in mijn hemd. Of de gashaard aanzette, puur voor wat achtergrondgezelligheid.
Het hemd van deze koukleum ziet intussen geen daglicht meer. Het houdt een winterslaap onder een dikke trui, of eerder twee. Aan mijn huisuniform heb ik warme Mou-laarzen toegevoegd – mijn eerste investering voor de fameuze vijf à tien winters – en een kersenpitkussen ligt binnen handbereik. Worden het topje van mijn neus of mijn vingers dan nog te koud, dan is het tijd voor een hete gemberdrank met extra chilivlokken. Het warmt je niet alleen op, je wordt er meteen helemaal wakker van.
‘De fleecetrui is weer hip bij jongeren’, kopt een krant, net als de Damart-hemdjes en warmwaterkruiken van oma. Van vrienden hoor ik dat ze zolang ze kunnen van onder hun donsdeken werken of zich met de zon – als die schijnt – door hun woning verplaatsen. Anderen wenden hun pauze aan om een reeks push-ups te doen of de trap op en af te lopen. Ze geven er meteen een positieve draai aan: straks gaan zij allemaal met een fitter lijf de zomer in.
Als je terugblikt op de laatste eeuwen, was het vaak in crisistijden dat nieuwe gewoontes opdoken en grensverleggende ideeën werden omarmd.
Als je terugblikt op de laatste eeuwen, was het vaak in crisistijden dat nieuwe gewoontes opdoken en grensverleggende ideeën werden omarmd. Of dat er bestaande maar onderbelichte concepten van onder het stof werden gehaald. Zo duiken Earthships terug op, een concept uit de jaren zeventig, toen ook een energiecrisis woedde. De autonome huizen zouden namelijk een andere manier van wonen kunnen inluiden, deze keer op grotere schaal. Of hadden we die verlaagde plafonds, die koterijen en dat tapijt dat we bij onze renovatieprojecten massaal hebben uitgebroken toch maar beter onaangeroerd gelaten? Je leest het antwoord deze week in Knack Weekend Black Design.
Maar ook aan vernieuwers geen gebrek. Luikenaar Arnaud Eubelen slaagt erin om internationaal van zich te doen spreken met zijn unieke design, gemaakt van afgedankte spullen die hij al fietsend bij elkaar zoekt in de straten van Molenbeek. “Initiatieven rond recupereren zullen in de toekomst de norm worden”, voorspelt hij. En dat vind ik een mooi vooruitzicht. Er schuilt een gevoel van weldaad en zorgzaamheid in om iets een tweede, derde of zoveelste leven te gunnen.
Terwijl ik het puntje van mijn neus opnieuw voel afkoelen, denk ik terug aan een gesprek met Jochen Eisenbrand, chief curator bij Vitra. Hij wees me erop dat een hele woning verwarmen zoals we het gewend zijn, eigenlijk nog maar een recente gewoonte is. Tot in de jaren 1960 was het voor de overgrote meerderheid van de gezinnen in onze regio financieel onmogelijk om een centraleverwarmingsinstallatie aan te schaffen. In de keuken werd er gestookt, net als in de woonkamer, waar iedereen dan ook bijeenkwam om het warm te hebben.
Na twee winters afstand houden, klinkt dat in mijn oren al bijzonder hartverwarmend.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier