Jean-Paul Mulders
‘Hoeveel leugens komen nooit aan het licht, of pas wanneer ze hun schade allang hebben aangericht?’
In mijn droom zing ik een liedje over een heiden die op de heide staat. De heiden gaat dood, waarop er vervolgens heide op de heiden staat. In mijn slaap klinkt dat als een geweldige vondst, begeleid door een groovy baslijn en handgeklap. Ik kan veel van mijn dromen zeggen, maar niet dat ze kunnen wedijveren met die van Paul McCartney. Hem waaide in een droom zomaar de melodie van Yesterday aan. “Ik werd wakker en dacht: wat een prachtige song. Wat is het? Is het van Fred Astaire? Cole Porter misschien? Wat is het toch? (…) Na een paar weken werd me duidelijk dat niemand het nummer kende, dat het alleen in mijn hoofd bestond. Ik besloot dat het mijn song was en ging ermee aan de slag. Het was alsof ik geld op straat had gevonden.”
Daar kan ik alleen maar jaloers op zijn, maar als ik ontwaak, schijnt gelukkig de zon. Ik overweeg het domein te bezoeken van de grotten van Han, omdat daar vijf poolwolvenwelpjes geboren zijn en ik al lang geen stalactiet meer zag. Ik blijf echter thuis in mijn druipgrot rondhangen, eet granola met granaatappel en lees een boek van historica Natasha Tidd. Een kleine wereldgeschiedenis in vijftig leugens is de intrigerende titel. Het gaat over het verraad van de tempeliers en de protocollen van de wijzen van Sion. En passant behandelt het ook de peterseliemoorden en de vrouw die konijnen baarde.
‘Als het bij jou net zo is gegaan als bij mij, hebben je ouders je toen je klein was geleerd om niet te liegen’, schrijft Tidd in haar inleiding. Ik hoor het mijn moeder inderdaad nog zeggen, op een middag toen de tantes koffie kwamen drinken: “Alles komt uit, al moesten de kraaien het uitbrengen.” Het ging over de banale affaire van een collega met krullen die blijkbaar een scheve schaats reed. Wat indruk op mij maakte, waren vooral de kraaien in de zegswijze. Daar ging een wrekende, haast bovennatuurlijke kracht van uit. We geloven het graag en vertellen het aan onze kinderen: de leugen valt door de mand en de waarheid komt altijd bovendrijven, desnoods met hulp uit het vogelrijk.
Vrienden van mij, intelligent en belezen, vertellen opeens in volle ernst de wildste verhalen.
De laatste tijd bekruipt mij echter de twijfel: hoeveel leugens komen nooit aan het licht – of pas wanneer ze hun schade allang hebben aangericht? De grens tussen waarheid en verzinsel was nog nooit zo rafelig. Vrienden van mij, intelligent en belezen, vertellen opeens in volle ernst de wildste verhalen. Onlangs zat ik op een terras bij een man die vertrouwen stelde in heiligenbeelden, maar mij bezwoer dat de mens nooit op de maan is geland. Ik pruttelde zelfs niet meer tegen. Je spaart beter je speeksel dan te proberen iemand te overtuigen.
In haar boek komt Nathalie Tidd tot de conclusie dat de leugen het verloop van de wereldgeschiedenis bepaald heeft. ‘Een somber gevoel is daarbij soms onvermijdelijk, maar in het moeras van leugens is er altijd een lichtpuntje.’
Ik denk aan de collega van mijn moeder, die ik onlangs op het kerkhof zag. Ik herkende zijn krullen op de porseleinen foto. Er groeide mos op zijn oorlel, maar hij lag netjes bij zijn vrouw en glimlachte verzaligd.
De kraaien hielden gelukkig hun snavel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier