Jean-Paul Mulders
‘Het geeft een aparte voldoening om iets dat als kind mislukte, dan toch te volbrengen als volwassene’
Er komt een kennis op bezoek uit het zuiden van Frankrijk, die uitleg wil over vulpennen. In ruil daarvoor zal hij me het middageten betalen. ‘There’s no such thing as a free lunch’, denk ik schamper, maar ik laat mij de pasta toch welgevallen. Het is de eerste keer dat mijn kennis van schrijfinstrumenten mijn maag helpt vullen.
Ik geef uitleg over Parkers en Conway Stewarts, over vulsystemen met zakjes en zuigers en over nibs van goud en van staal. Ik laat hem de Sheaffer zien die ik via eBay op de kop heb kunnen tikken. ‘NELSON LALLY’, staat er gegraveerd in de flank. Die naam intrigeerde mij zo dat ik hem ben gaan opzoeken. Ik kwam erachter dat de vorige eigenaar een journalist was die in de jaren 1930 in Hollywood over paardenrennen en Studebakers schreef. Ik vond artikels van hem terug in oude kranten. Het lijkt me een fijne gedachte mocht iemand op dezelfde manier, zo omstreeks het jaar 2120, nog eens aan mij denken vanuit een onbestemde verte. Hoewel ik intussen beter weet, blijft iets in mij reiken naar onsterfelijkheid.
Mijn kennis is 74 en hij heeft het over dingen die hij niet goed begrijpt, zoals de boeken van Roald Dahl die moeten worden herschreven en de haat tegen mensen die al wat langer geleefd hebben. “Toen ik voor de lunch wilde boeken,” zegt hij verontwaardigd, “moest ik op de website van het restaurant mijn geboortedatum invullen. Wat heeft dat nu voor belang? Je kunt je toch niet voorstellen dat ze je huidskleur zouden vragen, of je seksuele geaardheid?”
Het lijkt me een fijne gedachte mocht iemand op dezelfde manier, zo omstreeks het jaar 2120, nog eens aan mij denken vanuit een onbestemde verte. Hoewel ik intussen beter weet, blijft iets in mij reiken naar onsterfelijkheid.
Terwijl we daarover van gedachten wisselen, zie ik dat hij geboeid naar mijn drinkvogel op de boekenkast zit te kijken. De drinkvogel staat ook wel bekend als wankeleend of Schluchspecht. Hij is ongeveer vijftien centimeter hoog en bestaat uit geblazen glas met daarin een vloeistof die bijvoorbeeld geel of oranje kan zijn. Als je een glaasje water voor hem klaarzet en zijn bek daarin doopt, schommelt hij op het glazen houdertje waarop hij rust. Het is een plezier om te zien hoe hij weifelt en voorzichtig voorover buigt, zijn bek in het water steekt en vervolgens zelfgenoegzaam naar achteren leunt. Hij drinkt en blijft drinken, wekenlang, als gevolg van een drietal wetten van de fysica. Die hoef je gelukkig niet te kennen. Liever geloof ik dat drinkvogels een ziel hebben.
Als kind had ik een lelijk exemplaar met een veer en een hoedje, maar het lukte mij toen niet om dat in beweging te houden. Nu weet ik dat je gedemineraliseerd water moet gebruiken, terwijl wij er gewoon water van de kraan in kapten. Het geeft een aparte voldoening om iets dat als kind mislukte, dan toch te volbrengen als volwassene.
Mijn kennis neemt afscheid en keert terug naar het zuiden van Frankrijk. De volgende dag krijg ik van hem een berichtje: ‘Stuur je eens een foto van je watervogel? Hij blijft in mijn gedachten.’
Ik doe het gevraagde, en voeg er een link aan toe naar een website waar ze fraaie drinkvogels verkopen. Ze zijn handgemaakt in Bohemen en kosten 29,50 euro. Dat vind ik betaalbaar voor iets dat de treurnis van de wereld bestrijdt en je donkere dagen helpt door te komen.
‘Heerlijk!’, schrijft mijn kennis terug. Het kind in hem kiest voor een paarse.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier