Ellen De Wolf

‘De ironie wil dat de mode­-industrie gericht is op vrouwen, maar gerund wordt door mannen’

Ellen De Wolf Hoofdredacteur Knack Weekend & Le Vif Weekend

Toen Kering begin oktober aankondigde dat Sarah Burton na dertien jaar als artistiek directeur van Alexander McQueen zou worden opgevolgd door Seán McGirr, circuleerde er op sociale media al gauw een foto van de zes artistiek directeurs van het Franse luxeconcern: alle zes man, alle zes wit. De aanstelling van McGirr deed opnieuw de vraag rijzen: waar zijn alle vrouwelijke ontwerpers?

De ironie wil dat de mode-industrie hoofdzakelijk gericht is op vrouwen, maar wordt gerund door mannen. Zowel zakelijk als creatief. De belangrijkste vrouwelijke ontwerpers van vandaag – Miuccia Prada, Stella McCartney, Phoebe Philo en Comme des Garçons’ Rei Kawakubo – staan aan het hoofd van een merk dat ze zelf zijn begonnen, niet van een merk dat hun is toegewezen.

Wie echt wil vernieuwen moet ook aan de top durven ingrijpen.

Er leek nochtans beterschap op komst. In 2016 benoemde Dior Maria Grazia Chiuri tot artistiek directeur van zijn vrouwenlijn. Drie jaar later werd Virginie Viard de eerste vrouwelijke ontwerper van Chanel sinds Coco. En ook Hermès heeft twee vrouwen aan het artistieke roer van zijn mannen- en vrouwencollectie. Maar dat is het, of toch zo goed als. Bij LVMH, het grootste luxeconcern ter wereld en de eigenaar van Dior, staan naast Chiuri slechts twee vrouwen aan het hoofd van zijn in totaal veertien modelabels. De OTB Group, eigenaar van vijf merken, heeft één vrouw als artistiek directeur, Lucie Meier bij Jil Sanders, een rol die ze overigens deelt met haar man Luke. Bij Kering zijn het er zoals gezegd nul.

Op de vraag waarom vrouwen in de mode zelden een topfunctie bekleden is er meer dan één antwoord. Het meest voor de hand liggende: omdat de aanwerving voor deze functies vooral gebeurt door mannen. Daar komt bij dat mannelijke ontwerpers vaak worden voorgesteld als creatieve genieën, terwijl vrouwen eerder worden gezien als praktisch en down-to-earth, een stereotype dat het voor hen moeilijker maakt om een functie te vervullen waarvoor ze zowel het uithangbord als de designer van een merk moeten zijn.

Er is nochtans veel vraag naar kleren van vrouwen, door vrouwen. Dat vertelt ook de beloftevolle Belgische ontwerper Marie Adam-Leenaerdt, die vorig jaar tijdens de Parijse modeweek haar eerste vrouwencollectie lanceerde en zopas is genomineerd voor de presti­gieuze LVMH-prijs. Ze noemt ‘haar entourage’ het geheim van haar succes, maar ook haar collectie die ‘beantwoordt aan wat vrouwen echt willen, omdat ze ook door een vrouw ontworpen is. Mannelijke ontwerpers vertrekken misschien toch meer van een ideaalbeeld. Ik stel me eerder de vraag of ik mijn ontwerpen zelf zou dragen.’

Je zult me niet horen beweren dat Seán McGirr niet geschikt is voor de rol van artistiek directeur bij Alexander McQueen. Of dat een mannelijke ontwerper niet in staat is om het vrouwelijke lichaam te vatten. De lijst met namen die het tegendeel bewijzen, te beginnen met McQueen, is daarvoor te lang. Maar het staat vast dat het tijd is voor verandering. De afgelopen seizoenen was er op de catwalk weinig nieuws te bespeuren. Er wordt op veilig gespeeld, en dat zie je. Wie echt wil vernieuwen moet ook aan de top durven ingrijpen. Want stilstaan is achteruitgaan – ook in de mode.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content