Nathalie Le Blanc

‘Ben ik nog Oostendenaar als ik er al 45 jaar niet meer woon?’

Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

Wanneer ben je ‘van’ ergens? Is er geboren worden genoeg, telt hoelang je er woonde of zit het tussen je oren? Die vragen borrelen op terwijl ik door Aangespoeld blader, het fotoboekje van Hendrik Braet over Oostende. De Gentse fotograaf was in 2024 een jaar lang officieel stadsfotograaf van de kuststad. Zijn oog voor kleur en liefde voor zee en dijk levert een charmant resultaat op. Eentje dat ik met extra aandacht doorblader, want is die vrouw in die beige anorak niet mijn tante dingske, en heeft nonkel je-weet-wel niet zo’n fluffy hondje? Dat krijg je als iemand met een fototoestel door je geboortestad loopt. Je zoekt herkenning.

Ik werd meer dan vijf decennia geleden geboren in Moederhuis Wante, de materniteit die genoemd was naar de Clémence die eind jaren 30 haar fortuin schonk om het te bouwen. Vandaag staat er op die plek een dagzorgcentrum met dezelfde naam, dus een aantal inwoners eindigt zijn leven op dezelfde plek waar het begon. Ik zal daar niet bij horen, want na een kindertijd met zand tussen mijn tenen migreerden mijn ouders naar Antwerpen en ik woon ondertussen al veertien jaar in Leuven.

Als Braet zijn boek Aangespoeld noemt, naar de omschrijving die Oostendenaren geven aan wie zich in hun stad vestigt, dan ben ik dus weggespoeld. Een idee dat een beetje pikt, als ik eerlijk ben. Aangespoeld suggereert een warme plek om tot rust te komen na avonturen op een wilde zee. Iets wat heel wat binnenlanders er vandaag vinden: senioren die dankzij zeelucht en rollator-ondersteunde-toertjes op de dijk een fijne oude dag hebben, en hippe vogels die het vuil onder de nagels van de Koningin op prijs stellen en met een doos vol boeken en een krat natuurwijn in de koffer van Brussel en Borgerhout naar het Europacentrum of Raversijde verhuizen.

Aangespoeld suggereert een warme plek om tot rust te komen na avonturen op een wilde zee.

Maar weggespoeld heeft iets hopeloos, alsof je overgeleverd bent aan golven en stromingen. Wie weet waar je terechtkomt. Begrijp me niet verkeerd, ik woon graag in Leuven en het stormt er maar zelden. Maar als iemand me omschrijft als Leuvenaar, dan wringt het. Ik woon in Leuven, maar ik voel me niet ‘van’ Leuven. Braets boekje krabt dan ook aan een korstje dat er al veel decennia zit. Ben ik nog een Oostendenaar, ook al woon ik er al 45 jaar niet meer? Is het genoeg dat ik het lokale dialect spreek met mijn vader en familie? Of ben ik ondanks mijn weerstand toch een Leuvenaar, nu ik al bijna 14 jaar vlak bij de Dijle woon? Wat ik wel 100% zeker weet, is dat ik geen Antwerpenaar ben, ook al hield ik aan 36 jaar Merksem een accent over dat iedereen op het verkeerde been zet. In ’t Stad hebben ze namelijk regels. Sinjoren worden in de binnenstad geboren uit Antwerpse ouders. Zijn zij dat niet, dan ben je maar een pagadder. Ik was niet meer dan een passant die er even parkeerde.

Mijn beige tante vindt dat ik me aanstel als ik mezelf een Oostendenaar noem. Eens je verder dan Brugge verhuist, ben je West-Vlaming af. Mijn kleurrijkste tante is milder: als Arno zelfs na decennia in Brussel Oostendenaar bleef, dan ik ook. Ik blijk niet de enige weggespoelde met vragen.

P. verkaste naar Gent om te studeren en daarna naar Brussel voor de liefde, maar vindt dat die eerste 18 jaar haar voor eeuwig Oostends maken, F. kon nog niet kruipen toen zijn ouders naar Turnhout verhuisden en voelt zich Kempenaar en E. is geboren in Duitsland en was 11 toen haar vader na zijn legercarrière terug naar zijn eigen geboortestad keerde. Ze zou niet weten wat ze anders is dan Oostends. Blijkbaar mag je dus zelf beslissen. Wel, dan wil ik wegens wortels graag ‘van’ Oostende zijn. Lees: een fijne kindertijd, een thuisgevoel en vele generaties voor mij. Leuven is mijn thuisstad, maar ik zal waarschijnlijk nooit nog een ‘-naar’ zijn. Wat prima is, want ik ben tenslotte een West-Vlaming én een Belg. Etiketten genoeg, me dunkt.

Aangespoeld, Hendrik Braet, uitgeverij Snoeck.

Lees ook: ‘Al vroeg leerde ik: reizen is vaak je begeven naar iets wat er niet is’

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content