Nathalie Cardon
‘Als drankweigeraar word je automatisch in “het andere kamp” geplaatst’
Nathalie Cardon vindt niks te banaal voor een goed verhaal.
Ik ben gestopt met drinken en ik heb er geen boek over geschreven. Dat laatste zeg ik er maar even bij, want evident is het tegenwoordig niet, de alcohol afzweren en verder gewoon naar de Delhaize gaan alsof er niks gebeurd is. Door mensen uit de uitgeverijwereld heb ik me laten vertellen dat er as we speak weer bekende medemensen de geschiedenis van hun nuchterheid zitten neer te tikken. Iets wat ik misschien ook zou overwegen als ik ooit al eens een handtekening op een bil had gezet of een goede plotlijn met me meedroeg. Maar ‘vrij onzichtbare columnist, gestopt met haar paar wijntjes per week wegens pillenkuur’, ik besef het zelf, dat wordt geen boekentoptien.
Als drankweigeraar word je automatisch in ‘het andere kamp’ geplaatst.
Het leven zonder drank is voorlopig ook nog niet aanmerkelijk aangenamer. Ze zeggen dat de werkelijkheid harder binnenkomt, maar het is omgekeerd: ik kom zelf harder de wereld binnen. Draai mijn hoofd om op feestjes als wildvreemden me gijzelen met hun verhaal. Roep ‘red flag!’ als iemand het zwaar te pakken blijkt te hebben voor ‘een aantrekkelijke tv-producer die overal huizen heeft’. Bovendien vindt iedereen er iets van wanneer je plots een huisgemaakte icetea bestelt terwijl je te boek staat als Miss Chardonnay. Sommigen interpreteren de zin ‘ik drink niet meer’ als ‘waarom drink jíj nog?’ Weg sfeer. Anderen vermoeden dat je verloren bent voor het vaderland, nu je vast ook intermittent gedetoxt in een ijsbad zit. “Zeg alsjeblieft niet dat je er zo eentje bent geworden die plots het licht heeft gezien!”, dreigde iemand onlangs. Dat vond ik wel verfrissend. Liever openlijk veroordeeld dan slinks gemeden.
Het legt de vinger op de zere plek: als drankweigeraar word je automatisch in ‘het andere kamp’ geplaatst. Je ben verhuisd naar een vreemd land, onder meer bevolkt door influencers die op Instagram pronken met hun uitgeslapen oogjes: ‘one year sober!’ En door een bepaald type politicus, verslaafd aan marathons en het ultieme gevoel van controle. Ik denk niet dat ik me in dat land ga laten domiciliëren. Ik wil niet dat het water tussen mij en de wijndrinkers te diep wordt. Laat mij meedeinen op de feestvreugde, me laven aan de roes van anderen, zat zijn van vriendschap. Il faut être toujours ivre. Desnoods via een shot Franse poëzie.
Sommigen interpreteren de zin ‘ik drink niet meer’ als ‘waarom drink jíj nog?’ Weg sfeer.
Ik wou dat niet drinken zoiets was als je haar niet verven. Geen identiteit, maar een keuze waar verder niemand zaken mee heeft. Liever dan mijn geheelonthouding op schrift stellen, zou ik me dan ook aansluiten bij de Anonieme Niet-drinkers. Een zelfhulpgroep die vooralsnog alleen in mijn hoofd bestaat, maar me toch al enige steun verschaft. Wekelijks komen we samen om te vertellen hoe het ons vergaat. Jean, 73, de nestor van de bende, verzwijgt al twintig jaar voor zijn familie dat hij geen alcohol meer nuttigt. Iedereen luistert geboeid als hij vertelt hoe hij de zatte nonkel uithangt op trouwfeesten om geen argwaan te wekken. Myrthe, 22, heeft net de eerste stap naar het schijn-drinken gezet, en wat voor een: na het binnenklokken van wat bessensapjes heeft ze een collega haar liefde verklaard. “Sorry, ik was serieus in de wind”, grimaste ze de volgende dag. Zo kon het nog alle kanten uit. “En jij?” Ze kijken naar mij. “Als er volk komt drink ik nepcocktails, maar ik noem dat voorlopig nog gewoon mocktails”, beken ik. Er valt een stilte. Niemand zegt het, iedereen weet het. Zolang ik mijn omgeving niet wijsmaak dat ik meedrink, kan ik nooit rustig uitzoeken wat nuchter blijven nu echt met mij doet. Ik buig beschaamd het hoofd. Nog een lange weg te gaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier