ZUID-AFRIKA. Eerst soep, dan psychologie
“We zijn allemaal het slachtoffer geworden van het geweld in deze townships”, zegt NAMBANGA HLONGWANE (42). Deze jonge arts heelt in het vernielde kruidenierswinkeltje van haar ouders de vele wonden van het geweld.
ANNA LUYTEN
Hahahaha”, bulderen de jongens. “Ha, ha, ha. ” In mijn linkerschoen voel ik mijn kredietkaart aan mijn blote voet plakken. In mijn rechterschoen voel ik de dollarbiljetten tussen mijn tenen. “Je wordt er beroofd, voor je het beseft”, had de stewardess op het vliegtuig gezegd. Woorden in de lucht, op weg van Brussel naar Johannesburg. Enkele uren later, in Katlehong, dat bekend staat als een van de meest gewelddadige zwarte woonwijken rond Johannesburg, voel ik me heel veilig. Maar beschaamd.
“Ha, ha, ha”, zeggen de jongens weer. Ze omringen me met z’n vijftienen. Jongens die betrokken waren bij de gewelddaden van de voorbije jaren. “We moesten ons beschermen”, zeggen ze.
De persberichten luidden toen :
2/4/95 : Bij uitbarstingen van politiek geweld in Zuidafrikaanse townships zijn 7 mensen gedood en 33 gewond, zo heeft de Zuidafrikaanse politie zondag gemeld… Zaterdagmiddag werd een politieagent gedood en werden nog eens zeven mensen gewond bij botsingen tussen milities in de door zwarten bewoonde wijken Katlehong en Tokoza bij Johannesburg.
6/7/94 : Minstens elf zwarten zijn woensdag om het leven gekomen toen enkele zwaar bewapende mannen te voet en vanuit een kleine vrachtwagen tijdens het spitsuur het vuur openden op een aantal taxibusjes. Dit gebeurde vlakbij het zwarte woonoord Katlehong… Het is het bloedigste incident sinds president Mandela aan de macht kwam.
9/1/94 : Bij een gewapende overval op een aantal ANC-prominenten, onder wie de sekretaris-generaal van het Afrikaans Nationaal Congres Cyril Ramaphosa, is in een zwarte voorstad van Johannesburg, Katlehong, een journalist gedood. Twee journalisten werden daarenboven gewond.
“Ha, ha, ha”, zeggen de jongens opnieuw. De ene heeft mijn rechtervoet (dollarbiljetten) al vast. De andere houdt mijn hand stevig omkneld. “Ha, ha, ha”, zeg ik terwijl ik ook naar zijn voet grijp. Zo vormen we een lang koord van voeten en handen die aan elkaar hangen. De traumaterapeute doet dit iedere keer als ze in een sessie met de jongens zit. “Verschillende manieren waarop mensen elkaar kunnen begroeten”, noemt ze dit. De jongens leren mij hoe ik op hun manier goedendag kan zeggen. Hand, duim, hand. “Het ijs breken”, noemt de terapeute dit. Wij, fotografe Lieve Blancquaert en ik, leren hen “Hoi” zeggen. “Ha, ha, hoi”, klinkt het nu.
Ik wilde iets terugdoen”, zegt Nambanga Lizy Hlongwane, een jonge arts. We zitten met de jongens achter het nieuwe uitstalraam van het aan scherven geschoten winkeltje van haar ouders. “EMANGWANENI. CAFE. BUTCHERY. SURGERY. NEW OPEN. ” staat er op de muren. Alleen het medisch centrum is er nog. In een donker kamertje, waar vroeger de opslagplaats was, heeft Nambanga een kleine konsultatieruimte ingericht : een onderzoekstafel en een bureau. Buiten, op de stoffige straat staan uitgebrande huizen. Alleen op de grote reklameaffiches zijn er blanken te zien. “Cola, for a better life”, schreeuwen ze de zwarte massa in de armoedige wijk toe. Binnen staat er zelfgemaakte limonade.
“Met het geld dat de mensen van deze wijk in de kruidenierswinkel uitgaven, kon ik studeren. Ik vind dat ik hen iets in de plaats moet geven. ” Na haar studies begon ze een praktijk in de wijk waar ze opgroeide. Tijdens de rellen van de voorbije jaren werd ze zelf bedreigd.
“Doodsangsten heb ik uitgestaan”, zegt ze, en wijst de plek aan waar men haar uit haar auto heeft willen slingeren. “Ik ben weduwe. Mijn vier zoons waren zo bang dat ik ook nog ging sterven. ” Nu rijdt ze iedere dag voorbij de plek. “Omdat ik hier wil werken aan verdraagzaamheid. “
We hebben hoop gekregen”, zegt ze. Na de eerste demokratische verkiezingen in april 1994 werd Nelson Mandela president.
Binnenkort begint de zogenaamde Waarheidskommissie onder voorzitterschap van Desmond Tutu met een onderzoek naar de misdaden uit het apartheidsverleden. De gevolgen van dat verleden zijn nog lang niet vergeten. Zeker niet nu de euforie van de eerste maanden na de verkiezingen is weggeëbd. “Het geweld is geluwd maar heeft diepe kraters in ons leven geslagen”, zegt Nambanga. De gewelddadige jaren veroorzaakten trauma’s zowel bij slachtoffers als bij daders, die nu verondersteld worden vreedzaam samen te leven. Trauma’s die niet zo snel verwerkt worden.
Siyanqoba is de naam van het projekt dat Nambanga een klein jaar geleden uit de grond stampte. “We zullen het geweld overwinnen. ” Het is een rehabilitatieprogramma voor 200 jongeren tussen 12 en 30 jaar in Katlehong en Tokoza. Begin jaren ’90 braken in deze woonwijk ernstige uitbarstingen van politiek geweld uit. Behalve de zogenaamde taxi-oorlog woedde in dit gebied ook een bloedige strijd tussen gewapende groepen. De oorspronkelijke bevolking de meesten zijn ANC-aanhangers voerde er een lange oorlog met de migranten uit de vele pensions, de hostels vaak Zulu’s en Inkatha-aanhangers.
“Geweld dat werd georkestreerd”, zegt Nambanga. “Vele inwoners zijn het slachtoffer geworden van het apartheidsregime, ook van blank geweld. ” De wapens moesten ergens vandaan komen. De wegen van de Derde Macht, de geheime samenwerking tussen elementen in leger en politie, en Inkatha, in de strijd tegen het ANC, waren toen nog ondoorgrondelijk.
Nambanga : “Uit angst voor moord en likwidatie vluchtten vele mensen uit hun huis. Het schoolsysteem stortte in elkaar. Jongeren namen de kontrole over de township over. Ze vormden een soort burgerwacht om de verlaten eigendommen en winkels te beschermen. Na de eerste demokratische verkiezingen kwamen de eerste streepjes vrede. Nu zijn ook de wonden heel duidelijk geworden. ” Heel wat jongeren bleken verslaafd geworden aan de drugs die ze gebruikt hadden om de ondraaglijke situatie leefbaar te maken. Nambanga : “Ze zijn emotioneel, psychisch en soms zelfs fysiek verminkt. Omdat ze jaren geen school meer hebben gelopen, is ook de ongeletterdheid toegenomen. Ze zijn thuisloos. Ze zijn bijna allemaal gedoemd om werkloos te blijven. “
Psychoterapie en vakkennis leveren, zijn haar voornaamste doelstellingen. Volgend jaar begint ze aan de bouw van een multikultureel centrum in de wijk. De jongeren krijgen nu een gratis opleiding tot bouwvakker, loodgieter of timmerman. De eerste groep werd al ingeschakeld in een bouwbedrijf. “Ik zal zo fier zijn als ze hier mee zullen bouwen aan het nieuwe multikulturele centrum. “
Ze beschouwt hen als haar zonen. “Wa thinta bafazi, wa thinta imbokoto” stond er in de jaren ’80 op de T-shirts van de Zuidafrikaanse vrouwen die tegen apartheid vochten : “Wie een vrouw treft, treft een rots. “
In de aula zitten jongens van de ene kant van de straat samen met de jongens van de andere kant van de straat. Vroeger vochten ze tot de dood met elkaar. Nu heet de groep : Simonje, wij zijn één. Nambanga houdt een lezing over motivatie : “Motivatie is een gedrag dat je gaat ontwikkelen als je een zeker doel wilt bereiken”, zegt ze.
“Kunnen jullie een voorbeeld geven van motivatie”, vraagt ze aan de zaal. “Een goede volwassene en huisvader zijn”, zegt een van de jongens. “En geen auto’s overvallen. ” “Goed”, zegt ze. “Maar jullie komen hier ook om door vriendschap gemotiveerd te worden. Jullie laten jullie leven niet langer meer doorgeografische lijnen bepalen. Vrede is ook een goede motivatie. ” Via workshops trachten artsen en psychologen te bemiddelen tussen de verschillende groepen. Soms zijn er lezingen over de gevolgen van angst of stress. “Het aantal dodelijke hartaanvallen bij jonge mensen is hier enorm toegenomen. We denken dat het te maken heeft met het niet kunnen verwerken van de opgedane stress. ” Soms zijn er lezingen over normen en waarden. Nambanga : “Tijdens de riots bekleedden heel wat jongeren een leiderspositie. Het gevolg is dat de oude kulturele normen, zoals respekt voor ouders of leraars, afbrokkelden. We proberen de jongeren opnieuw interesse te doen krijgen in het opbouwen van familie- en gemeenschapswaarden. Het is alleen door hen zoveel mogelijk in ons projekt te laten participeren dat de hoge graad van misdaad en geweld kan afgebouwd worden. “
“Aan vrede moet voortdurend gewerkt worden”, zegt ze later.
Het is belangrijk dat deze mensen hun verhaal leren vertellen. Ze hebben niet alleen medische hulp nodig. Ze hebben allemaal, zowel slachtoffers als daders, ook psychologische hulp nodig”, zegt ze. De gevolgen van het jarenlang geweld in deze townships, verdienen veel meer aandacht dan dat ze tot nu toe krijgen, vindt ze al lang. “Je kan je niet voorstellen hoe bang de mensen in deze wijken zijn. ” Ze zocht psychologen die met de jongeren wilden werken. “Psychoterapie is iets nieuws in deze gemeenschap. We moesten eerst het koncept uitleggen en verkopen. Dat deden we met de hulp van traditionele genezers”. Om het einde van de oorlog te markeren, werden zuiveringsrituelen gebruikt. Het westerse koncept van psychoterapie werd acceptabel. “Nu maakt het deel uit van ons vredesakkoord. “
Het team van psychoterapeuten leidt nu een aantal jongeren op tot leken-konsulenten. “Het stelt ons in staat om een groter aantal mensen te bereiken. “
Trauma-specialisten vinden, was moeilijk. Ze zaten in de stad, onbereikbaar voor de inwoners van de arme townships. De meesten waren ook bang om in de wijken te komen. Nambanga ging nauw samenwerken met Johanna Kistner. Kistner is een blanke vrouw die al jaren in zwarte woonwijken psychologische hulp verleent. Ze staat er alleen voor, voor zo’n 2,5 miljoen mensen in de woonwijken Katlehong, Vosloorus, Kathorus en Tokoza. De jongens zeggen : “Het is erg. Iedereen is bang voor ons. Zelfs de terapeuten. Alleen Johanna niet. “
Nambanga en Johanna Kistner werken heel nauw samen. Bij het grote ziekenhuis van Katlehong staan een paar groene woonwagens waar ouders en kinderen psychologische hulp krijgen. Kinderen en ouders die nog altijd niet kunnen slapen omdat ze te veel geweld gezien hebben en als ze slapen, dan hebben ze er vreselijke dromen over.
In een van de barakken kijken enkele meisjes, die een opleiding volgen tot konsulent, hun kursussen in over seksueel geweld. “We willen dat het hier weer leefbaar wordt”, zeggen ze. Nambanga : “Veel frustraties worden uitgewerkt op vrouwen en kinderen. ” Kistner : “Incest en verkrachting nemen toe. Het jongste kind dat we behandelen is één jaar. “
Kistner gaat ook naar de hostels zelf. “Dat waren lang de no go-areas. ” Ze gaat er alleen naartoe onder politiebegeleiding.
“Oh, Johanna”, zeggen de bewoners van een van de hostels, als we hen samen met een van de vrijwilligers bezoeken. “We zijn zo gelukkig dat iemand voor ons iets wil doen. ” In de hostels, lange troosteloze barakkenrijen, logeren vooral alleenstaande mannen. “Ook hier heeft het geweld diepe wonden geslagen”, zegt de verantwoordelijke van het kamp. De uitwassen zijn gruwelijk.
“Het werk is niet vanzelfsprekend”, zegt Johanna. “Ik zal nooit de vrouw vergeten die op een avond naar mij toe kwam. Ik vroeg haar : kan je wel eens goed uithuilen ? Kindje, zei de vrouw. Als ik schrei, hoe kan ik dan nog de kogels zien ? “
Op de houten bankjes in het kruidenierswinkeltje van Nambanga zitten de volgende dag 14 jongens. Johanna is al blij dat ze die dag met zovelen zijn komen opdagen.
“Ze hebben jaren geleefd in een gewelddadig denken. Nu worden ze verteerd door wantrouwen tegenover alles en iedereen. Ze kunnen moeilijk gewoon verder leven met wat ze hebben gedaan”, zegt ze.
“Ik heb mijn revolver tegen zijn hoofd gezet en hem dan neergeschoten”, had een jongen haar gezegd. En toen was hij in elkaar gestort. “Ze weten met hun schuldgevoel geen blijf. “
“Sluit jullie ogen en luister naar de muziek”, zegt ze tegen de jongens. Een student psychologie die haar in dit projekt helpt, stopt de cd in de skyblaster. Enigma. Buiten, stoffige vernielde straten. Binnen, de jongens met gesloten ogen.
We moeten zeggen waaraan we gedacht hebben, toen we de muziek hoorden.
“Aan gregoriaans en kerken en zondagen”, zeg ik. “Seks”, zeggen de jongens.
Nambanga probeert de jongens van de groep beroepsopleidingen te laten volgen. Een paar jongens zijn sinds gisteren aangeworven op een bouwwerf. Ze bouwen de totaal vernielde school weer op. In de uitgebrande klaslokalen liggen de schoolboekjes op een vuile hoop. “Dit is fantastisch”, zeggen de jongens. “We zijn fier dat we voor de generatie die na ons komt weer een school kunnen bouwen. “
Spornet en Kinky, twee uit de kluiten gewassen kerels van 27. Met hun blauwe overall en de hamer in hun broekzak, staan ze te glinsteren van geluk. “Nu kunnen we wat mooie kleren kopen. Een mooie jeans. En later misschien een auto. ” Na het werk komen ze samen met de groep. “We willen vrede”, zeggen ze. “We hopen dat de nieuwe regering ons niet zal vergeten”, zeggen ze. Ze weten goed wat ze later willen. “We hopen dat we ooit een groot bouwbedrijf uit de grond kunnen stampen. Dan kunnen we met dat bedrijf vechten tegen de werkloosheid. ” Ze hebben nu een groepje opgericht. Boys To Men. Als ze geld hebben, zullen ze T-shirts laten maken met hun klubnaam op. Aan de muren van het zaaltje hangen nu nog uit oud behangselpapier geknipte T-shirts met zonnige tekeningen.
Ik heb samen met hen geleden”, zegt Nambanga. Die dag waren we met haar door de wijken van Katlehong gereden waar het geweld als een bom was ingeslagen. Uitgebrande huizen als skeletten in een landschap. Van de ene straat naar de andere, spookbeelden van vernietiging. “Gosh”, had ze alleen maar gezegd. Hier en daar werd er weer hoopvol aan een huis getimmerd. “Maar de meeste mensen zijn nog te bang. Te bang om terug te keren. Te hopeloos om te geloven dat het allemaal voorbij is. “
Bij de winkel waar haar broer werd doodgeschoten, minderde ze vaart. Alsof we in een statige lijkwagen een city-tour maakten. De uitstalramen van de winkel waren nog dichtgetimmerd. “Ik kan het maar niet geloven”, zegt ze. Geen blanken in de buurt. Geen witmensen te bespeuren.
De dokter”, vertelt een van de jongens in de groep, “heeft me mezelf weer belangrijk doen vinden. ” De dokter is Nambanga. “In de oorlog moesten we ons verdedigen. We wilden ons altijd maar verdedigen. En toen was de oorlog voorbij. En toen was er niets meer. Toen zat het alleen nog in ons hoofd. ” Psychoterapeuten, daar waren ze eerst wel wat bang voor. “Ik dacht : iedereen gaat zeggen dat ik gek geworden ben. “
Daarom zijn ze blij dat ze niet alleen terapeuten, maar ook werk hebben.
“Vraag haar eens ons te vertellen hoe ze ons in deze groep heeft samengekregen ? ” vraagt Spornet. “Vraag haar eens wat haar geheim is ? “
Ik vraag het haar. De jongens wachten ademloos op haar antwoord. Een stilte om koud van te krijgen.
Ze lacht alleen maar. “Geduld”, zegt ze. “Weten jullie dan niet meer hoe jullie altijd opnieuw weer wegliepen als ik hier aankwam. “
En later : “Die eerste dagen. Het was moeilijk om hen te overtuigen. Maar ik denk dat ze het wisten. ‘Als onze handen vol bloed zitten, is ons brein ook bloederig’, zei ik. “
Ze ging naar de huizen van de jongens. Ze dweilde de straten af. “Een van de jongens had de gewoonte om het gelaat van zijn slachtoffers in zestien gelijke stukken te snijden. ” Ze doet het voor. Gebaren waarmee je een taart in stukken snijdt. Ze zocht hem op. Ze praatte op hem in. “Het is een moeizaam werk”, zegt ze. “Een paar van de jongens van de groep hebben vorige week nog een oude vrouw in elkaar geslagen. Ze vonden dat ze hen behekste. ” Ze heeft ze nu ondergebracht in een woning. Haar zoon blijft ’s nachts, als de jongens bang zijn, bij hen.
“Ik werk graag met hen. Ik heb nog hoop genoeg. Het is moeilijk om hun vertrouwen te krijgen. Ze zijn bang dat je hen gaat verklikken bij de politie. ” Ook de jongens die vrijkwamen uit de gevangenis, zitten in haar programma. “Hier heb je veel mensenkennis nodig”, zegt ze.
“Iedereen heeft onder het geweld geleden. Sommigen werden er door meegezogen. Maar op een bepaald moment had ik het gevoel dat ik vat kreeg. Plots kwamen de jongens naar me toe. “
“Het geheim ? ” vraag ik. “Ik bracht soep mee”, zegt ze. “Ze hadden honger. “
Nambanga Hlongwane : “Het geweld is geluwd, maar heeft diepe kraters in ons leven geslagen. “
Boven : Katlehong, een van de meest gewelddadige zwarte woonwijken rond Johannesburg.
Nambanga werkt nauw samen met Johanna Kistner die al jaren op haar eentje in zwarte woonwijken psychische hulp verleent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier