Sexy à la carte
Zorg dat je sexy bent als je het terrein opkomt. Zo adviseerde onlangs de Britse Sports Sponsorship Advisory Service, een organisatie die probeert sporttakken op het spoor van de nodige financiële middelen te brengen, aan vrouwelijke sporters. Het stond natuurlijk niet zo botweg in het verslag van een onderzoek bij 200 grote bedrijven naar waarom ze wat al dan niet sponsoren. Vrouwensport haalt over het algemeen minder makkelijk het televisiescherm en is dus minder interessant voor sponsors dan mannensport.
Waarom is vrouwentennis wel een kijksucces en zijn de zusjes Williams en hun collega’s wél begeerde objecten voor sponsors? Omdat je in het tennis benen ziet, dansende borsten, opwaaiende rokjes en het vermoeden van wat daar wel onder zou kunnen zitten…
“Natuurlijk gaat het in de eerste plaats om de sport,” zegt het serieuze Britse adviesorgaan, “maar glamour en seks helpen om de sport te verkopen.” Zo kreeg de vrouwenhockeyfederatie de goede raad om de meest sexy dames uit de teams wat steviger te promoten in de media.
Ziet u het al in de aanloop naar Sydney 2000? Een selectiecommissie die niet alleen de sportieve kwaliteiten keurt maar ook het sex-appeal van de kandidaten? In een klein land als België, waar de rekruteringsmogelijkheden tamelijk beperkt zijn, zal het allicht niet zo gauw gebeuren, maar in de States, in Groot-Brittannië…
U dacht toch niet dat de kledij op de atletiekpiste alleen maar geïnspireerd werd door ergonomische argumenten? Een hoog uitgesneden minuscuul broekje maakt gazellenbenen nog sexier. Juwelen, bestudeerde kapsels, nagellak en waterproof make-up, dat zijn allemaal vrij recente attributen op het sportveld. U weet nu waarom. Media-aandacht betekent geld. En sportieve meisjes zijn nog interessanter als ze ook mooi zijn.
Als u een dochter heeft die in het komende decennium carrière wil maken in de sport, kunt u haar best aansporen om naast haar prestaties ook haar frivole aanleg aan te scherpen.
Anders is het als ze haar weg wil maken in het leger. Een recent rapport over verdraagzaamheid in het Belgisch leger toont aan dat vrouwen het daar nog altijd niet makkelijk hebben. Ik herinner mij als de dag van gisteren de persconferentie begin jaren ’70, toen de eerste vrouwelijke uniformen van de Belgische strijdkrachten werden voorgesteld. Ondertussen hebben in 25 jaar tijd een aantal vrouwen hun weg gevonden in het leger. Het is niet mijn keuze, maar ja… Toch reageert het gros van de mannelijke troepen nog steeds onwennig. Vrouwen horen volgens dat onderzoek niet thuis bij de para’s of in de infanterie. Ze worden vooral gewaardeerd voor hun goede stem, hun aangenaam timbre en hun administratieve kwaliteiten. De schrijfmachine, de telex, de fax, dat zijn de instrumenten waarvan zij zich volgens hun mannelijke collega’s het best bedienen. Maar helaas voor wie het er lastig mee heeft, wensen de dames meer te zijn dan tikjuffrouwen. Ze leiden al wel eens een konvooi bij een vredesmissie, maar zeggen dat het dan aartsmoeilijk is om hun gezag te doen aanvaarden door de mannelijke collega’s en ondergeschikten. Vrouwen lijken, volgens dit onderzoek, een team ook te destabiliseren. Mannen zouden hun aandacht niet meer bij de missie kunnen houden als er een aantal aantrekkelijke vrouwen rondlopen, weliswaar in een allesbehalve flatterend uniform. Mannen zijn dan blijkbaar niet in staat hun militaire plicht naar behoren te vervullen. Er zijn er toch een aantal die toegeven dat vrouwen binnen de groep ook de sereniteit en het familiegevoel bevorderen. Kortom, de vrouwen die in het leger ongemerkt en ongestoord de hiërarchische ladder willen opklimmen, doen er best aan hun vrouwelijkheid te verdonkeremanen.
Eenduidig is de weg naar succes voor vrouwen niet, in beroepen waar mannen sinds jaar en dag de dienst uitmaken. Je moet niet alleen talent en hersens hebben, maar ook delicate antennes om te weten wanneer je vrouw moet zijn en wanneer absoluut niet. Uitputtend.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier