Pose
Pose
Op de laatste écht leuke foto van mijzelf heb ik twee strikken in mijn haar en praat ik tegen een lama. Tevens in beeld : mijn moeder, in een elegant mantelpakje, met een witte baret zwierig scheef op haar hoofd en witte handschoenen aan. Een sfeerbeeld uit onschuldiger tijden, toen mensen zich nog mooi maakten voor een zoobezoek en lama’s karretjes met kleuters mochten trekken zonder dat Gaia een protestactie tegen lama-arbeid organiseerde.
Geen idee of het aan dat beest lag trouwens, maar sindsdien ben ik nooit meer zo fotogeniek geweest. Richt een lens op mij en het begin van rigor mortis verspreidt zich van mijn mondhoeken naar de rest van mijn anatomie. Konijn voor een lichtbak, beter laat het resultaat zich niet omschrijven. Ik ben ook één van die irritante individuen die beweren dat ze ‘niet pakken op papier’ en ‘schiet toch op, schiet toch op’ beginnen te roepen als de fotograaf in kwestie nog maar aanstalten maakt om scherp te stellen. Foto’s die er enigszins mee door kunnen, doen bij mij zo lang dienst tot elke vorm van gelijkenis nog louter op toeval berust. Niet dat je daar altijd zo gemakkelijk mee wegkomt. Deze zomer nog werd ik genadeloos teruggefloten toen ik voor mijn nieuwe paspoort een tien jaar oud portret aanbood, mét sporen van nietjes boven de haargrens, maar voor de rest volstrekt rimpelloos. Geen wonder dat ik toen zo blij glimlachte.
Helaas, zelden iemand zo meewarig weten kijken als de loketbediende toen ze de foto terug in mijn richting schoof. Zwijgend, wat de vernedering alleen maar groter maakte. Zevenendertig graden heet was het die dag en nimmer leek de pasfotoautomaat meer op een executieapparaat. Het eindproduct brengt elk lid van de grenspolitie prompt in verhoogde staat van paraatheid. Met wie hebben we hier te maken ? Een bijlmoordenares met vapeurs, een bolletjesslikster in hoge nood ?
Volgens fotografe Lieve Blancquaert is het puur een kwestie van zelfvertrouwen. Waar zij zeker geen gebrek aan heeft. Zelden iemand met zoveel aplomb voor een radiator weten staan als zij, drie weken geleden op de cover van dit eigenste blad. De Sharon Stone van Wetteren, om jaloers op te zijn. No guts, no glory is haar levensmotto. En echt waar, ik heb mijn best gedaan tijdens de opname van de groepsfoto voor de nieuwe Start To Runcampagne. Daar stonden we dan in onze gloednieuwe sportoutfits, knaloranje, niet echt mijn kleur, en op een zaterdagmorgen, niet echt mijn meest alerte moment van de week. “Iedereen lachen, ook Linda.” En dat ik me niet achter mijn haar mocht verstoppen. Bij gebrek aan iets anders om mij achter te verstoppen. Kan ik het helpen dat glory mij fel overroepen lijkt ? Ach wat, als ik nu maar eenparig versneld verlebber, vind ik ook deze foto vast nog eens leuk. En zo heeft een mens altijd weer iets om blij over te zijn, als hij maar hard genoeg probeert.
Linda Asselbergs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier